Polo nummer 6 vertrekt namelijk van een gloednieuw platform, dat debuteerde op de nieuwe Seat Ibiza. Deelden de vijf voorgangers van de Polo evoluties van hetzelfde vertrekpunt, dan heeft de nieuwe generatie eindelijk de sleutel gekregen tot de MQB-voorraadkast. En MQB betekent bij Volkswagen meer dan alleen chassis- en structuuronderdelen, maar ook technologie en veiligheidsuitrusting.

Is de Polo dan ook groter geworden?

Vanzelfsprekend. De wielbasis is met 92 millimeter toegenomen: ze bedraagt nu 2.548 millimeter. De totale lengte nam met 81 millimeter toe, tot 4,05 meter. De breedte? Plus 69 millimeter, tot 1,75 meter. En de kofferruimte? Die doet er 71 liter bij, tot 351 liter.

Dat is natuurlijk goed nieuws voor het plaatsaanbod. Volkswagen goochelt zelfs met de vergelijking met de vierde generatie Golf: de nieuwe Polo zou diens binnenruimte evenaren. De ruimte aan boord is dan ook degelijk voorin, maar zeker ook achterin. De achterpassagiers stappen voortaan trouwens altijd via hun eigen portieren in: een driedeursversie komt er niet.

Hoe is de sfeer aan boord?

Wat klassiek Duits streng, en met materialen die je niet meteen in een kleine Golf verwacht maar die wel passen in een budgetvriendelijke auto als de Polo. Het interieur wordt wel opgefleurd door enkele contrasterende kleuren. Het geeft een speels kantje aan deze Teutoon, die er trouwens ook een digitaal kantje bijkrijgt: De MQB-organenbank betekent namelijk dat de Polo optioneel een digitaal instrumentenpaneel krijgt. Een dubbele primeur: de Polo is het eerste Volkswagen-product dat met generatie twee van het Active Info Display mag uitpakken.

Welke motoren zitten er onder de kap?

Vooral benzinemotoren. De atmosferische 1.0 MPI-driecilinder bijvoorbeeld, die er is met 65 en 75 pk, telkens gekoppeld aan een manuele vijfversnellingsbak. De eerste turbobenzine is de 1.0 TSI, die op zijn beurt in een uitvoering van 95 en 115 pk te krijgen is. Beide kunnen aangestipt worden met de DSG7-automaat met dubbele koppeling en zeven verzetten, de 95 pk-versie met manuele vijfbak, de 115 pk-versie met manuele zesbak.

Het dieselaanbod is – met de blik op de toekomst – beperkt: een 1.6 TDI van 80 en 95 pk, telkens gekoppeld aan een manuele vijfbak. De 95 pk-versie kan ook met DSG7 worden besteld. Komen er binnenkort nog aan: de 1.0 TGI op aardgas (in een uitvoering van 90 pk), de nieuwe 1.5 TSI-viercilinder van 150 pk met cilinderuitschakeling, en de GTI, die een 2.0 TSI van 200 pk verpakt.

Hoe rijdt hij?

Onze testroute beperkte zich bij deze presentatie tot de regenachtige buitenwijken van Hamburg, met een klein stukje snelweg ter afwisseling. Voor een volledige beoordeling is het dus wachten tot een test op eigen bodem. Maar de 1.0 TSI met 115 pk die we eerst aan de tand voelden, toonde zich zoals we van de TSI-driecilinders gewoon zijn: vinnig, goed gedempt en energiek. Jaag je hem in de toeren, dan klinkt zijn stem wel aanweziger door in het interieur. De manuele zesversnellingsbak laat zich vlot bedienen, de DSG7 wil vooral niet opgejaagd worden.

De 1.6 TDI met 95 pk is dan weer de beste combinatie voor op de snelweg. In de stad viel hij wat door de mand en voelde hij hol aan onderin de toeren, waardoor je te vaak aan het schakelen gaat. De dieselmotor zal bij ons maar een fractie van de verkoop uitmaken: het overgrote deel zullen benzinemotoren worden.

Rijden doet de Polo verder bijzonder comfortabel. Het stuur voelt wat licht aan, het weggedrag blijft braaf en veilig en de schokdemping lijkt zowat alles zonder moeite te verteren. De nieuwe Polo staat volwassen op de wielen.

Hoe zit het met de veiligheid?

Daar kan de Polo opnieuw profiteren van de MQB-organenbank: in de uitrusting vinden we een uitgebreid arsenaal aan veiligheidssnufjes terug, zoals een adaptieve snelheidsregelaar, een dodehoekwaarschuwing, een waarschuwing voor kruisend verkeer achter de auto, een aanrijdingswaarschuwing met voetgangerherkenning, een vermoeidheidswaarschuwing en een parkeerhulp. Rijstrookassistentie is echter niet te bespeuren, maar wordt wellicht later in de modelcyclus ingevoerd.

Hoeveel kost hij?

De Belgische Volkswagen-importeur begint voorlopig met drie benzinemotoren: de 1.0 MPI van 65 en 75 pk, en de 1.0 TSI van 95 pk. Beginnen doe je in uitrustingsversie Trendline, met prijzen van € 14.990 tot € 16.900. Het iets rijkelijker uitgeruste Comfortline-uitrustingsniveau heeft prijzen van € 15.990 tot € 19.300. De nieuwe uitrustingsversie Beats kleedt de Polo in een meer urban jasje en voegt onder meer een stevige geluidsinstallatie toe. De Beats-versie kost € 17.290 tot € 20.800. De topversie is de Highline, die voorlopig alleen combineerbaar is met de 1.0 TSI. Die kost € 19.200 voor de versie met manuele versnellingsbak en € 20.600 voor de versie met DSG7.

Besluit?

De Volkswagen Polo is volwassen geworden. Zijn nieuwe architectuur maakt er eerder een kleine Golf van dan een grote stadswagen. Een kleurrijkere auto, die toch nog zijn zakelijke kantje behoudt. Er zijn misschien concurrenten die dynamischer rijden, betaalbaarder zijn of beter uitgerust zijn, maar er zijn er weinig in zijn segment die al die aspecten zo goed combineren als de Polo. Het perfecte compromis dus.