Het merk Jeep werd in 1941 geboren en heeft in zijn bijna 80 jaar zijn genen goed behouden. Meer nog: hij heeft het huidige autolandschap veranderd. Zonder Jeep hadden we vandaag wellicht geen overaanwezigheid van SUV’s. Maar de Wrangler JL distantieert zich volledig van de stadsavonturiers: de Wrangler blijft een rasechte off-roader.

Maar Jeep blijft niet op zijn lauweren rusten. Al decennialang gaat het icoon mee met zijn tijd. Na de oorlog heette hij CJ (Civilian Jeep), in 1987 werd het Wrangler. Met rechthoekige koplampen, die vanaf 1997 rond werden bij de tweede generatie Wrangler, de TJ. Diens looks bleven beantwoorden aan de verwachtingen, maar hij ging er wel op vooruit met schroefveren in plaats van bladveren. Tien jaar later, in 2007, werd de derde generatie, de JK, veelzijdiger met een verlengde vierdeursversie.

4x4

De Jeep Wrangler JL evolueert nu subtieler, esthetisch althans. Je herkent hem vooral door de koplampen die dieper in het radiatorrooster liggen. Maar hij behoudt zijn essentie wel, met name het onafhankelijk chassis en starre assen, al krijgt hij een breder spoor en langere wielbasis.

Afhankelijk van het uitrustingsniveau zijn er twee soorten vierwielaandrijving: Command-Trac voor de Sport en Sahara, Rock-Trac voor de Rubicon. De Rock-Trac heeft kortere lage overbrengingen en stevigere assen met elektronische vergrendeling van de differentiëlen en loskoppelbare stabilisatorstangen. De Wrangler kan zijn vier wielen permanent aandrijven, of het koppel bijna meteen overbrengen naar de voorwielen zodra de achterwielen grip verliezen. De Rubicon is daar het best voor bewapend.

Europese motoren

De grote nieuwigheid van deze generatie zit echter onder de motorkap, die voortaan uit aluminium bestaat. De Wrangler heeft twee nieuwe motoren: een benzine en een diesel. Jeep graaide in de FCA-onderdelenbak en haalde er de 2.0 viercilinder turbobenzine uit, die 272 pk sterk is, en de 2.2 MultiJet II van 200 pk. Beide motoren zijn gekoppeld aan een uitstekende ZF-achttrapsautomaat en doen makkelijk de V6 benzine en oude 2.8 diesel van de vorige generaties vergeten.

Het off-roadtalent van de Wrangler wordt bewaard en verder gefinetuned. Dat konden we eerder al ontdekken in een woestijntest in het Amerikaanse Utah. Een testrit op Europese wegen bracht ons tot dezelfde conclusie, aan het stuur van de Wrangler 2.2 MultiJet II in de Sahara-uitvoering (€ 52.200) met Overland-pakket (€ 2.700), dat zijn interieur met leder bekleedt, specifieke velgen heeft en comfortitems als handenvrij starten en een achteruitrijcamera bevat.

Het interieur en zijn rijpositie onderscheiden deze Wrangler ook van de rest van het huidige autolandschap. Het verticale dashboard is verzorgd en ziet er hedendaags uit, met een 7 duim groot tft-scherm tussen de tellers en de vierde generatie van het Uconnect-touchscreen op de middenconsole, nu 8,4 duim groot en voorzien van Apple CarPlay en Android Auto.

Uitgekleed

Het interieur van de Wrangler is trouwens volledig wasbaar (met een rubberen beschermhoes voor het infotainmentsysteem), de deuren makkelijk demonteerbaar en de voorruit neerklapbaar. Met kort én lang chassis kan ook het dak volledig open. Er zijn drie daksystemen, van een elektrisch openend Sky One-Touch-dak via de Freedom Top tot het soepele Sunrider-dak. Dat eerste gaat met een druk op de knop over de hele lengte open, Sunrider is makkelijker dan vroeger, haalt de zijpanelen eraf en rolt de kap naar achteren open. De hardtop in drie delen, in zwart of koetswerkkleur, haal je er ook af in een handomdraai.

Dagelijks inzetbaar

Op de weg is de Wrangler bijzonder vergevingsgezind, met een aangenamere en soepelere motor dan voordien, die veel beter geïsoleerd is. Het samenspel tussen motor en versnellingsbak verloopt prima, zeker omdat je deze Jeep niet als een sportwagen rijdt. De vierwielaandrijving verbetert het rijgedrag van dit soort auto’s, die in achterwielaangedreven modus snel in de problemen komen als de grip op het wegdek vermindert. Ook het comfort gaat erop vooruit, met nieuwe afstellingen van de schokdempers en een aangepaste geometrie. Het lange chassis is comfortabeler dan het korte chassis. Je kunt er dus perfect dagelijks mee rijden. Het onaangenaam vage stuur wordt gecompenseerd door de authentieke 4x4-stijl en de mogelijkheid om in een handomdraai het dak te openen en de deuren te demonteren. Dergelijke verfrissing maakt dit soort atypische auto’s aantrekkelijk, toch?