Wie vreesde dat de ludospace of bestelbreak een uitstervend ras was, is eraan voor de moeite. Zeker, de Peugeot Partner heeft er een carrière van tien jaar opzitten. Maar dat is in dit segment eigenlijk niet zo uitzonderlijk. In Frankrijk geloven ze alleszins nog in het segment: de PSA-groep brengt dit jaar maar liefst drie nieuwe ludospaces in stelling: deze Peugeot Rifter, de Citroën Berlingo die we onlangs reden, en de Opel Combo, die sinds de overname door de Fransen de banden met de Fiat Doblo door heeft geknipt.
Is dit niet gewoon een Citroën Berlingo met een andere snuit?
Ja en nee. Enerzijds wel, omdat de Rifter net als de Berlingo voorrijdt in twee formaten: een M-versie van 4,40 meter lang en een XL-versie van 4,75 meter lang. Het platform is natuurlijk identiek hetzelfde: het EMP2-platform van de Peugeot 308 en 3008 vooraan en het platform van zijn voorganger achteraan. En net als in de Berlingo zal je op de M én op de XL kunnen kiezen tussen vijf of zeven zitplaatsen.
Tegelijk wil de Peugeot Rifter op zoek naar een eigen identiteit. Weg van de bestelwagen, die wel nog gewoon Partner heet, maar ook wat weg van de Berlingo. Door de andere voorkant, die met het rechte radiatorrooster en de eigen lichtsignatuur aansluit bij de Peugeot-designtaal. Maar ook door zich visueel meer als SUV te profileren, met eigen koetswerkaccenten onderaan de bumpers, rond de wielkasten en op de flanken. En door een iets andere ophanging, waardoor deze 1,84 meter hoge Rifter 3 centimeter hoger op de wielen staat dan de Berlingo.
Ziet de Peugeot Rifter er binnenin anders uit?
In grote lijnen niet. Maar dat is zeker niet slecht: het interieur van de bestelbreak is ruim en praktisch, en dankzij de schuifdeuren makkelijk toegankelijk. Het enige verschil zien we op het dashboard: Peugeot monteert ook in de nieuwe Rifter zijn i-Cockpit, het dashboard met het kleine, afgeplatte stuur en de hoog geplaatste tellers. Het verdeelt de meningen, maar zelf hebben we er na een korte gewenningsperiode geen problemen mee.
Het ruimteaanbod is dus ook hetzelfde als dat van de Berlingo?
Klopt: de M-versie pakt uit met een kofferruimte van 775 liter, de XL-versie breidt dat uit tot 1.050 liter. Klap je alle zetels neer (vanaf begin volgend jaar kan je dat zelfs vanuit de koffer) en leg je ook nog eens de rugleuning van de passagierszetel vooraan plat, dan maak je zelfs 3.500 (in de M) of 4.000 liter (in de XL) aan laadruimte vrij. Je moet er wel een ruim openzwaaiende achterklep bijnemen, die wat minder handig is in krappe parkeerplaatsen, maar de achterruit opent afzonderlijk.
En dan zijn er nog de opbergvakken natuurlijk. Net als in de Berlingo voegen die in totaal nog eens 186 liter aan laadruimte toe. Een extra rek boven de chauffeur en voorste passagier, een centraal opbergrek tegen het plafond – dat bij de Rifter Zénith heet – een hoge middenconsole met handig opbergvak en nog een verborgen rekje boven de kofferruimte. Handig, al moet je wel goed kijken naar de standaarduitrusting en optielijst als je je Rifter er maximaal mee wil uitrusten.
Welke motoren zitten er onder de kap?
Je raadt het nooit: dezelfde motoren als in de Berlingo. Dat betekent dus één benzine- en drie dieselmotoren. De benzinemotor is de 1.2 PureTech driecilinder turbobenzine, 110 pk sterk en gekoppeld aan een manuele zesversnellingsbak. Het dieselaanbod bestaat uit de 1.5 BlueHDi, een viercilinder met drie vermogens: 75, 100 en 130 pk. De eerste twee hebben alleen een manuele vijfbak, de 130 pk-versie heeft een zesbak of optioneel de EAT-achttrapsautomaat.
Hoe rijdt de Rifter?
Zijn iets aangepaste ophanging zorgt in essentie voor een fractie meer comfort en koetswerkrol, maar de verschillen zijn eigenlijk verwaarloosbaar. Je rijdt dus met een bestelbreak die niet meer als een bestelbreak aanvoelt: de geluiddemping is netjes, de rij- en rolgeluiden worden mooi gefilterd en het weggedrag is stabiel en eerlijk. Als een volwaardige personenwagen dus, maar dan wel een met een hoog zwaartepunt.
De 1.2 PureTech met handgeschakelde versnellingsbak is een aangename combinatie voor dagelijks gebruik, maar ook hier vragen we ons af hoe hij presteert als je met het hele gezin op vakantie vertrekt. De 1.5 BlueHDi met achttrapsautomaat houdt ook het meest van een rustigere rijstijl, maar is koppelrijker dan de benzineversie. Voor de meeste gezinnen zal het vooral uitkijken zijn naar de krachtigere 1.2 PureTech met 130 pk, die er binnenkort aankomt.
Is er een groot prijsverschil tussen deze Rifter en de Berlingo?
De uitrusting van de basisuitvoeringen, Access en Active, komt eigenlijk volledig overeen met die van de Berlingo. In de hogere uitvoeringen Allure en GT Line is de standaarduitrusting van de Rifter dan weer iets interessanter. Om nog eens aan te geven hoe de Rifter zich wil onderscheiden. De Access is alleen verkrijgbaar met de 1.2 PureTech en kost je dan € 18.900, tegenover € 17.400 voor een gelijkaardige Berlingo. Zo bedraagt het prijsverschil tussen de Franse broeders steeds € 1.200 tot € 1.500, behalve in de hoogste uitrustingsversie. De GT Line van de Peugeot Rifter is dan nog maar € 400 duurder dan de XTR van de Berlingo (€ 25.410 voor de 1.2 PureTech, tegenover € 25.010 bij Citroën). Voor een XL-versie betaal je bij beide constructeurs € 1.200 extra.
Besluit?
De Peugeot Rifter wil de familiebanden niet doorknippen. Daarvoor heeft hij nog teveel gemeen met de Citroën Berlingo. Wel wil hij de hand van zijn onafscheidelijke – euh – partner wat lossen. Hij kiest voor een visuele identiteit die meer SUV-geïnspireerd is, zonder daarom SUV-ambities te koesteren. Wie dus belang hecht aan looks en niet gewonnen is voor de eigenzinnige Citroën-stijl, kan dus perfect bij deze Peugeot Rifter terecht. Alleen moet je daarvoor meer betalen dan bij zijn stalgenoot.