Sommige voertuigen die hoog op hun poten staan hebben hun offroad-capaciteiten verloochend om zich eerder te concentreren op hun looks en comfort. Anderen zijn nog altijd échte 4x4’s die zich zonder vrees ook buiten de gebaande paden wagen. En gelukkig maar! Want midden in de maand april besliste de (smeltende) sneeuw om zichzelf uit te nodigen op de vergelijkende test tussen de Land Rover Defender en de Jeep Wrangler. Beiden zijn ‘groener’ geworden dankzij de toevoeging van een plug-in hybride variant aan hun gamma. Maar dat belet hen niet om perfect voorbereid te zijn op meer extreme omstandigheden.


Het is niet makkelijk om de twee versies met stekker te onderscheiden van hun collega’s met enkel een verbrandingsmotor. Bij de Britten onderscheidt de Defender zich enkel door zijn tankklep aan beide zijden van het koetswerk en de toevoeging van een kleine ‘e’ achter zijn naam. Aan de andere kant van de Atlantische Oceaan wordt er gekozen voor blauwe details en een meer zichtbare laadpoort ter hoogt van het linker voorspatbord om te tonen dat de Wrangler een batterij verbergt.


Afwerking, uitrusting: punt voor de Land Rover

Ook in het interieur van de Land Rover zitten we in een Defender die vrijwel identiek is aan de rest van het gamma waarmee we eerder al reden. Grote schermen en leer gaan perfect samen met het plastic en de zichtbare schroeven om een gevoel van luxe en degelijkheid te geven. Behalve het Terrain Response-systeem staat er nu ook een EV-knop op de middenconsole. Je kan er drie rijmodi mee kiezen die specifiek zijn voor deze versie met batterij ontwikkeld zijn: 'save', waarbij alleen de verbrandingsmotor gebruikt wordt, 'hybrid', die de twee aandrijfmodi combineert, en 'electric', waarmee je, zoals de naam al doet vermoeden, in 100% elektrische modus kan rijden. Welke stand je ook gebruikt, dit is een Land Rover, een premium product.

Aan het stuur van de Jeep is de sfeer anders. De tellers zijn analoog, het plastic is meer nadrukkelijk aanwezig en de twee imposante versnellingshendels geven een meer uitgesproken gevoel van robuustheid dan in de Engelse auto. Onze twee 4x4's delen veel eigenschappen op het vlak van comfort, maar als het op 'luxe' aankomt, moet de Amerikaan wat inleveren ten opzichte van de Defender. Bij de Wrangler zit de knop om elektrisch te rijden links van het stuur. Het principe is vergelijkbaar, met drie mogelijkheden om af te wisselen tussen 100 % elektrisch, hybride en enkel met de verbrandingsmotor rijden. Je hoeft niet te zoeken naar een knop die de instellingen aanpast aan het terrein, die is er niet. Binnenin oogt de Wrangler minder premium en meer 'utilitair' dan zijn concurrent van de dag.

Comfort: punt voor de Land Rover 

Dat deze twee beesten korte metten maken met de oneffenheden en hobbels in de weg, dat moeten we je niet uitleggen. Ondanks de luchtvering van de Defender is het verschil tussen de twee in dat geval beperkt. Maar op het asfalt komt de Land Rover er beter uit. Uitgerust met op asfalt gerichte banden en gewoonweg ook een (veel) betere geluidsisolatie, is hij comfortabeler in het dagelijks gebruik. Met zijn lengte van 5m is hij ook meer dan 10 cm langer dan de Wrangler, wat de binnenruimte ten goede komt.

 

Uiteraard kan je moeilijk wonderen doen op het vlak van geluidsisolatie wanneer bijna alle koetswerkpanelen demonteerbaar zijn. Voeg daar de forse terreinbanden aan toe en de Amerikaan is duidelijk luidruchtiger dan zijn opponent. Zijn achterzetels zijn ook krapper. Beiden hebben ze een achterste 'deur', maar de Amerikaan heeft ook een achterklep die pas geopend kan worden als het reservewiel niet meer in de weg zit. Er zijn dus twee stappen om toegang te krijgen tot de bagageruimte. Anders moet je het stellen met een kleine opening die niet erg praktisch is.


Motor: punt voor de Land Rover

Welke motorkap je ook opent, je treft een 2 liter turbo viercilinder aan. De Defender biedt een totaalvermogen van 404 pk en 640 Nm koppel, plus een 19,2 kWh batterij. Daarmee kan de Defender een WLTP-verbruik van 3.3 l/100 km en een actieradius van 43 km claimen. In de praktijk is het laatste realistisch. Het reële brandstofverbruik bedroeg tijdens onze testrit echter 11,3 l/100 km. De Defender weegt nu eenmaal 2,6 ton...


De Wrangler beschikt over een totaal van 380 pk en 637 Nm koppel en heeft een 17,3 kWh batterij. Jeep geeft een normverbruik op van 4,1 liter per 100 km en een 100% elektrische actieradius van ongeveer 40 km. In de praktijk verslindt de Amerikaan snel zijn elektronen. In de elektrische stand verliest de Wrangler al snel meer dan 50% van zijn batterij in zowat vijftien kilometer! Opnieuw helpen de terreinbanden zeker niet... Het verschil is echter minder groot op het vlak van verbruik dan bij de Brit: 11.8 l/100 km aan het eind van onze trip samen. Het is dus nipt, maar de Defender wint ook op motorisch vlak het pleit.

Rijgedrag: gelijkspel

Nu maakt de luchtvering van de Defender het verschil. Gecombineerd met banden die ontworpen zijn voor asfalt, gaat de Land Rover vlak door de bocht en rijdt hij als elke andere SUV van het merk. De oude 'rustieke' Defender is al lang verleden tijd... De rijervaring van de Jeep is authentieker. We hebben het al enkele keren gehad over zijn fameuze terreinbanden, en er is nog meer, want ze maken de besturing zacht en vaag. Op asfalt staat de Defender duidelijk aan de leiding.


Normaal gesproken zouden we je alleen verteld hebben over het rijgedrag op de weg van deze twee beesten. Maar ze zijn natuurlijk niet enkel bedoeld om op mooi geasfalteerde wegen te rijden. Dus testen we ook hun capaciteiten buiten de gebaande paden. Terwijl de Defender een indrukwekkend Terrain Response systeem heeft, dat ook in 100% elektrische stand te gebruiken is, zijn het de terreinbanden van de Wrangler die (eindelijk!) het verschil maken. Moet je je in de wildernis wagen? Ga dan voor de Jeep!


Budget: punt voor de Jeep

Ook wanneer het tijd is om af te rekenen, ben je bij de Wrangler beter af. De Amerikaan kost je minimum € 75.200 tegen € 77.800 voor de Brit. Een eerder klein verschil, maar wanneer je in de optielijst duikt, kan de de Defender vlot over de € 100.000 gaan, wat bij de Wrangler niet het geval is. Met een CO2-uitstoot van meer dan 50 g/km kan geen van deze twee ‘groene’ 4x4’s bovendien een volledige aftrekbaarheid en een bodemtarief voor de taksen claimen. Je koopt ze dus eerder met je hart dan dat het ‘berekende’ aankopen zijn.


Conclusie: de Land Rover is in het voordeel

Objectief gezien is de Defender gewoon een beter voertuig: meer ‘premium’, beter uitgerust, comfortabeler, een groter elektrisch rijbereik, enz. Hij is gewoon makkelijker om dagdagelijks mee samen te leven. Maar daar hangt wel een prijskaartje aan vast… Maar wanneer je de rationele blik achterwege laat, zie je de charme en het charisma van de Wrangler, waar de Brit niet aan kan tippen. Vooral deze nieuwe generatie van de Defender, die een stuk burgerlijker geworden is, terwijl de Wrangler ‘rechttoe rechtaan’ is.

Wil je steeds de laatste autotests ontvangen?

Vond je dit artikel interessant en wil je onze recentste autotests meteen in je mailbox ontvangen? Schrijf je – net als meer dan 300.000 autoliefhebbers – nu gratis in via e-mail: