Niet geheel verrassend zet ook Mercedes in op een SUV-silhouet om zijn elektrische offensief af te trappen, net zoals Jaguar met zijn I-Pace en Audi met zijn e-tron. Het model heet EQC en staat hoog op zijn poten op dezelfde basis als de ‘middelgrote’ SUV met verbrandingsmotor in het gamma van Mercedes, de GLC. Deze eerste vertegenwoordiger van de EQ-familie strekt zich daarom uit over 4,76 meter. Daarmee is hij compacter dan een Audi e-tron, die minder bespaart op centimeters, want de SUV van het merk met de vier ringen haalt de grens van de 4,90 meter.
Afwerking en uitrusting: punt voor Audi
Klanten op zoek naar een elektrische auto met een ‘echt premium’ afwerking en uitrusting zullen in allebei deze auto’s smullen. Of toch als we ze beoordelen als modellen met een klassieke verbrandingsmotor. De Duitse mastodonten hebben in elk geval een bijzonder uitgebreide optielijst en een meer verzorgde assemblage- en materiaalkwaliteit dan wat Tesla of Jaguar kunnen bieden. De Audi e-tron wint dit hoofdstuk echter door zijn beter aan elektrisch rijden aangepaste uitrusting. Zo heeft zijn interne lader een vermogen van 11 kW standaard (en als optie zelfs 22 kW), tegenover slechts 7,4 kW voor de EQC. Aan een snellaadpaal zoals die van Ionity drinkt de e-tron zijn verse elektronen bovendien aan 150 kW, tegenover 110 kW voor de EQC. Onder alle omstandigheden staat de elektrische SUV van Audi dus minder lang stil om te laden. Reken op 8,5 uur (11 kW) of zelfs 4,5 uur (22 kW) aan een Wallbox om de batterij van de e-tron helemaal op te laden, tegenover 11 uur voor de EQC. Aan een snellaadpaal kan je met de e-tron bovendien 80 procent van de opslagcapaciteit recupereren op een half uurtje, terwijl de EQC voor diezelfde oefening minstens 40 minuten vergt.
Comfort: punt voor Audi
Standaard staat de e-tron op luchtveren. Mercedes voorziet die zelfs niet als optie op zijn EQC. Al moeten we zeggen dat de SUV van Audi deze luchtophanging vooral gebruikt om zijn koetswerkhoogte te laten variëren (op de snelweg zakt hij om het verbruik te drukken en bij kruipsnelheden kan hij omhoog gaan om een obstakel te overwinnen) en minder om zijn wegcontact nog te verbeteren. Ja, de e-tron is comfortabel, maar we zouden hem daarom nog niet zijdezacht noemen. Zelfs zonder opblaashulpmiddel biedt de EQC toch een iets betere filtering. De geluiddemping is in beide gevallen verzorgd. Toch wint de Audi het hoofdstuk Comfort dankzij een ruimer interieur en een veel grotere koffer: 660 liter tegenover 500 liter in de EQC. Op praktisch vlak heeft de e-tron bovendien een kleine tweede koffer in de neus waar je je laadaccessoires kwijt kan. Zoiets kan de EQC niet bieden.
Motor: punt voor Mercedes
De meer compacte Mercedes is weliswaar minder praktisch in het gebruik dan de e-tron, maar dankzij dit kleinere formaat heeft hij ook een (iets) lager gewicht: 2.495 in plaats van 2.565 kilo op het gelijkvormigheidsattest van onze testwagens. De twee elektromotoren van deze SUV’s ontwikkelen in beide gevallen 408 pk (300 kW) maar de EQC sprint wat vlotter. Temeer omdat zijn elektromotoren tot 760 Nm aan koppel ontwikkelen tegenover 664 Nm voor de e-tron. Maar eerlijk is eerlijk: als je het rechterpedaal intrapt voor een inhaalmaneuver word je in beide modellen getrakteerd op stevige prestaties. De sprint van 0 naar 100 km/u duurt 5,1 seconden in de EQC en 5,7 seconden in de e-tron. De EQC verbruikt ook iets minder dan de e-tron. Daarom wint hij het punt voor het hoofdstuk Motor. Maar aangezien de audi een iets grotere batterij heeft (95 kWh, waarvan 83,6 kWh bruikbaar, tegenover 80 kWh) kan je in beide gevallen rekenen op een rijbereik van 300 à 350 kilometer.
Weggedrag: punt voor Audi
Deze elektrische SUV’s zijn zeer aangenaam bij een soepele rijstijl, maar wanneer het tempo omhoog gaat, kunnen ze hun ‘gewichtigheid’ niet verbergen. Toch slaagt de e-tron er met zijn luchtveren beter in om zijn koetswerkbewegingen te controleren dan de EQC, die meer geneigd is tot rol-, duik- en steigerbewegingen bij een sportieve rijstijl.
Prijs: punt voor Mercedes
Mercedes biedt zijn EQC aan vanaf 79.860 euro, tegenover 82.400 euro voor de e-tron. In de twee gevallen is dat maar een heel vage indicatie van het bedrag dat je uiteindelijk zal uitgeven. Er komt heel gemakkelijk 10.000 euro bij als gevolg van een paar gierige missers in de standaarduitrusting en de soms buitensporige optieprijzen van allebei deze SUV’s.
Besluit: winst voor Audi
De SUV van Audi wint deze Duitse elektrische tweekamp. Die overwinning dankt hij in de eerste plaats aan zijn meer verzorgde praktische aspect (binnenruimte, kofferruimte, bergvakken,…) en aan zijn meer efficiënte laadoplossingen. Op die manier kan hij verplichte pauzes tijdens langere verplaatsingen zoveel mogelijk beperken.
