De 2-Reeks Coupé is voor ons geen vreemde. We konden hem namelijk reeds aan de tand voelen als M240i, vandaag de sportiefste variant in afwachting van de nakende M2. Van de sterkste gaan we nu met de 220i naar de braafste. Al zie je het verschil er op het eerste gezicht nauwelijks aan. Enkel de ronde in plaats van rechthoekige dubbele uitlaat, de buitenspiegels en een paar bronzen kleurtoetsen onderscheiden ze van elkaar. De breed uitgezette wielkasten, de opvallende blik, het agressieve front, het is allemaal identiek. Laat er geen twijfel over bestaan: dit is een sportieveling met flink wat karakter.
Eerder hoger dan lager
Nog steeds zoals de M240i heeft deze 220i praktisch niets meer gemeen met de 1-Reeks. Zowel het onderstel als het interieur komen rechtstreeks van grote broer 3-Reeks. Daardoor is de sfeer aan boord merkbaar kwaliteitsvoller dan in de instapwereld van de Beierse autobouwer. Het is duidelijk dat je hier aan boord bent van een premium product, waar de passagiers voorin geen ruimte ontberen. Door zijn proporties lijkt hij namelijk kleiner dan hij in werkelijkheid is. Dankzij het onderstel van de 3-Reeks is hij 1,84 meter breed en 4,54 meter lang. Dat is ter vergelijking 8 centimeter meer dan de vorige generatie en het equivalent van een Jaguar F-Type of een Porsche 911.
Dat stuur…
Bij het rijden stellen we met plezier vast dat het rijgedrag hetzelfde is als in de M240i, of zelfs nog beter. De zescilinder is een uitstekende motor, maar hij weegt zwaar door op het algemene evenwicht. Met zijn kleinere blok verliest deze 220i exact 200 kilo in vergelijking met zijn broer met M-logo. En al die kilo’s zijn verdwenen ter hoogte van de neus, waardoor de besturing levendiger is geworden en preciezer. Vergeet ook niet dat deze 220i een achterwielaandrijver is en dat de voorwielen dus enkel nog dienen voor het sturen: een waar genoegen. De minste impuls wordt onmiddellijk en perfect uitgevoerd door de Duitser. Een heuse kart – zwaarder weliswaar, maar toch een kart.
Bruikbaar bij redelijk tempo
Toen we destijds voor het eerst met deze 2-Reeks kennis maakten met de zes-in-lijn betreurden we dat zijn gebruiksgemak de coupé te snel naar (te?) hoge snelheden brengt. Met deze viercilinder geniet je al het uitstekende chassis en de weldadige besturing van de Duitser bij een veel redelijker tempo. Al verrast ook hier nog af en toe welke snelheden op de tellers verschijnen… Want ja, ook wanneer het ritme omhoog moet kan dit ‘kleine’ blok perfect een antwoord bieden.
Alleen maar goed nieuws, of toch bijna…
Onder de motorkap van de 220i ligt dus een viercilinder van 1.998 cc. Die ontwikkelt 184 pk en 300 Nm aan koppel dat rechtstreeks naar de achterwielen vloeit via een achttrapsautomaat. Het geheel stuwt hem naar 100 km/u in 7,5 seconden en naar een top van 236 km/u. De motor-versnellingsbakcombinatie levert knap werk op elk vlak en we hebben eigenlijk alleen maar goed nieuws te melden, of toch bijna… De 220i is namelijk 200 kilo lichter dan de M240i, maar gooit alsnog 1.565 kilo in de weegschaal. Als gevolg daarvan mis je bij bepaalde inhaalmaneuvers of bij het uitkomen van sommige bochten een beetje extra pit. Het kleine blokje geeft de achtertrein ook niet de mogelijkheid om wat speelser te worden. Best jammer in een coupé die rijplezier wil bieden. Tot slot was ook een optionele manuele versnellingsbak welkom geweest om je nog meer verbonden met of meester over de auto te voelen. Maar laat er daarom geen twijfel over bestaan dat deze 220i een pretauto is. Al is hij meer dan dat…
Fijne dagelijkse auto met redelijke dorst
Laat ons even abstractie maken van zijn twee achterste zitplaatsen, die vooral zullen dienen in geval van nood. De koffer van 390 liter is gelukkig best praktisch. Voeg daar nog een ophanging aan toe die net de juiste hoeveelheid comfort geeft in combinatie met een goede geluiddemping en dagelijkse ritten worden een formaliteit. Maar dan wel een heel fijne en niet overdreven dure formaliteit. Deze kleine vierpitter maakt het met zijn mussendorst mogelijk om het verbruik goed onder controle te houden. Hoewel we ervan genoten hebben had deze Beierse coupé slechts 7,0 l/100 km verstookt toen we de sleutels weer gingen inleveren.
De juiste prijs
Een sportieve en fijn sturende coupé met een uitstekend compromis tussen comfort en dynamiek, op het chassis van een model uit een hoger segment bovendien, dat moet wel pijn doen wanneer het tijd is om langs de kassa te passeren, niet? En bovendien kan de 220i niet terugvallen op de edele aandrijflijn van zijn sportievere grotere broer om een hoge prijs te rechtvaardigen. Maar met zijn huidige startprijs van 42.650 euro is hij bijna 15.000 euro minder duur dan die laatste. Zelfs met een paar duizend euro extra aan opties lijkt deze 2-Reeks met viercilinder in de kering op zijn minst even interessant (en misschien zelfs nog meer) dan zijn tweelingbroer met zescilinder.
Ons verdict
In een garage met slechts één plaats, waar een auto moet staan die alle dagelijkse klussen kan verteren en die tegelijk zijn bestuurder moet belonen wanneer die daar zin in heeft, zou deze 220i een ideale kandidaat zijn. Toegegeven, hij mist een tikkeltje vermogen om echt speels te worden, en de optie voor een manuele versnellingsbak had hem niet misstaan. Maar hij biedt een vorm van rijplezier die steeds zeldzamer wordt, zelfs bij de Beierse constructeur. En dat alles voor tarieven die niet onredelijk lijken, zelfs niet voor een oprecht premium model. Hoedje af voor BMW, dat hier heel knap werk heeft geleverd.