De nieuwe 2-Reeks is geen BMW zoals de andere, en dat zie je zodra je hem langs voren bekijkt. Hij vertoont niet de typische dubbele lichtsignatuur van het merk, maar wel enkelvoudige lichtblokken zoals op de 2002 van weleer. Dat komt omdat hij op die laatste geïnspireerd is. Deze 2-Reeks is bovendien mooi gespierd. Voor een BMW die geen ‘echte’ M is heeft hij al zeer brede wielkasten, zowel voor- als achteraan. Die trek maakt hem gedrongen en verleent hem echt présence op de weg. Qua looks is dit met andere woorden al een echte pretauto.

De F22, de vorige 2-Reeks Coupé, was volledig gebaseerd op zijn broer 1-Reeks. Maar terwijl het uiterlijk van deze tweede uitgave deze keer uniek is in zijn soort is het interieur identiek aan dat van de… 3- en 4-Reeks. Want ja, deze Beier heeft bijna niets meer gemeenschappelijk met zijn kleine broer 1-Reeks. Hij rust voortaan op het platform van de huidige 3- en 4-Reeks, zonder echter het radiatorrooster van die laatste over te nemen.

Kleine machine, nobele mechaniek

Onder de motorkap biedt BMW vandaag de keuze tussen drie motoren: twee viercilinders – een op benzine en een op diesel – en een zes-in-lijn op benzine. De 220i ontwikkelt 184 pk en 300 Nm aan koppel, sprint van 0 naar 100 km/u in 7,5 seconden en haalt een top van 236 km/u. De 220d is iets krachtiger, met 190 pk, 400 Nm aan koppel, 0 naar 100 km/u in 6,9 seconden en een maximumsnelheid van 237 km/u. Maar de versie die ons het meeste boeit is de testwagen die we ter beschikking kregen: de M240i xDrive met zijn drieliter die rechtstreeks uit de organenbank van zijn grote broer komt. De verwantschap met de 3- en 4-Reeks gaat dus verder, want zelfs de M135i moet genoegen nemen met een vierpitter, terwijl de sportiefste 2-Reeks recht heeft op een nobel hart met zes cilinders.

Die motor ontwikkelt een indrukwekkende 374 pk en 500 Nm aan koppel. Hij heeft slechts 4,3 tellen nodig om de 100 km/u te halen en zijn topsnelheid is elektronisch begrensd op 250 km/u. Zoals zijn naam al verraadt gaat alle vermogen naar de vier wielen via een automatische versnellingsbak met 8 verhoudingen. Er zit ook een elektronisch sperdifferentieel in deze “ver-M-de” versie, en dat kan hij goed gebruiken. Zoals elke goede BMW is hij namelijk een achterwielaandrijver van inborst. En voor wie het stoort dat de voorwielen ook aangedreven zijn komt er heel binnenkort nog een versie waarvan het blok enkel de achteras aandrijft, net zoals in de 230i.

Het plezier tegemoet

Zodra je in de bestuurdersstoel plaatsneemt voel je je op je gemak. Deze M240i is verre van overdreven groot met zijn lengte van 4,548 meter, breedte van 1,838 meter en hoogte van 1,404 meter. Tijd om op de knop te duwen en het beest uit zijn slaap te halen. De zescilinder komt met een aangename klank tot leven die zo typisch is voor de Beierse constructeur, zonder daarom overdreven te zijn. Dat belooft.

Bij lage snelheden is hij perfect beschaafd. Zodra je het gaspedaal echter wat indrukt rolt de Duitser zijn spierballen, zonder echter een ontembaar monster te worden. Het motorgeluid is beter hoorbaar, de toerentallen en de snelheid lopen op en de eerste bochten tekenen zich af.

We beginnen met een tik op de remmen om de ingangssnelheid van de bocht te regelen. We maken kennis met een pedaal dat bijtgraag is zonder te overdrijven en dat dit gevoel over zijn hele slag behoudt. Geruststellend. Vervolgens sturen we de coupé de bocht in dankzij de levendige en precieze besturing, die helaas te weinig informatie doorgeeft. We houden een vleugje gas aan tot aan de koord van de bocht alvorens we het gaspedaal weer intrappen. Ja, deze M240i rijdt echt nog als een achterwielaandrijver ondanks zijn vierwielaandrijving. Met een zware voet aarzelt de achterkant niet om van het traject af te wijken. Gelukkig verloopt alles geleidelijk en zijn het xDrive en de elektronica er om iedereen op het rechte pad te houden zonder dat hun tussenkomsten ongepast overkomen. Het duurt niet lang voor je je perfect met de auto verbonden voelt en plezier schept aan het stuur van deze M240i. En dat in een auto die alles heeft om dagelijks op comfortabele manier te worden gebruikt.

Dagelijkse pijlen op zijn boog

Op praktisch vlak heeft deze 2-Reeks vier zitplaatsen. Nu ja, die achterin zijn aan de krappe kant en een volwassene zal er niet al te lang willen zitten. Maar voor eventjes doen ze hun werk. Hij kan ook rekenen op een koffer van 390 liter met een voldoende praktische opening. Voeg daar nog een goede geluiddemping aan toe en een filtering die weliswaar wat stug is maar verre van oncomfortabel en dagelijkse ritten worden een formaliteit.

Het probleem is dat zo’n kleine coupé met achterwielaangedreven karakter zoals deze M240i in de eerste plaats zijn bestuurder altijd en overal een kick moet geven. Maar met zijn kwaliteiten als kilometerverslinder en zijn zescilinder van 374 pk kom je heel snel aan ‘onredelijke’ snelheden als je hem ten volle wil benutten “om je aan het stuur te amuseren”.

Prijs op niveau van zijn kunnen

Voor de viercilinders op benzine en diesel tel je respectievelijk minstens 40.500 en 41.500 euro neer. De meer vermogende en sportieve M240i begint bij 57.250 euro. Voeg daar nog een paar duizend euro opties aan toe en je haalt vlot de 60.000 euro. Natuurlijk kan hij uitpakken met zijn dagelijkse bruikbaarheid, maar voor een kleine coupé die vooral op plezier is gericht is die factuur toch gepeperd.

Maar dan zoeken we wel spijkers op laag water, want auto’s zoals deze M240i vind je niet veel meer. Neen, hij is niet goedkoop, maar het is niet eenvoudig om een ander model te bedenken dat even plezierig, krachtig en dagelijks bruikbaar is voor een min of meer vergelijkbare prijs. En het mooiste van het verhaal is dat er nog beter komt in de vorm van de M2, die gewoonweg ongelooflijk belooft te worden.

Ons verdict

De voorbije jaren waren sommige BMW-modellen het “Freude am Fahren” een beetje uit het oog verloren, maar dat geldt niet voor deze 2-Reeks. Hij sluit wondermooi aan bij de slogan van het Duitse merk. Goedkoop is hij niet, maar hij heeft flink wat pijlen op zijn boog, vooral dan die van de veelzijdigheid. Hij biedt echter vooral veel plezier aan het stuur en dat is het belangrijkste.