20200624073641lrdef20mynamibiaonroad25032004.jpg

Het is geen benijdenswaardige positie om in de schoenen te staan van de mensen die een opvolger moesten bedenken voor de Land Rover Defender. De wortels van het model gaan terug tot 1948 en de laatste grote vernieuwing stamt alweer uit 1983, tot wanneer het icoon in 2016 definitief uit productie werd genomen. Hoe vervang je een icoon dat bijna 70 jaar lang met slechts beperkte wijzigingen in productie is geweest? Land Rover had twee keuzes: ofwel kon het proberen om technisch en esthetisch zo trouw mogelijk te blijven aan het oorspronkelijke concept, zoals Mercedes heeft gedaan met zijn G-Klasse. Ofwel moest de nieuwe Defender iets helemaal anders worden, met respect voor de kernwaarden van het oorspronkelijke model. Land Rover koos voor dat laatste pad.

20200624073642lrdef11020myoff-road10091921.jpg

Moderne basis

Technisch gezien heeft de nieuwe Defender helemaal niets meer te maken met zijn voorganger. Gedaan dus met het ladderchassis, de starre assen, de agrarische dieselmotor en de hakerige manuele versnellingsbak. In de plaats heeft dit model een heuse aluminium monocoque-structuur, vier onafhankelijk opgehangen wielen, luchtveren (standaard op de lange 110, een optie op de ‘korte’ 90) en ultramoderne motoren die zijn geleend bij zijn ‘beschaafde’ broers van Range Rover en Jaguar.

20200624073641lrdef20myinterior10091905(1).jpg

Ook nieuw: geluiddempende materialen in de structuur, moderne elektronica (navigatie, automatische airco, rijhulpsystemen en nog veel, veel meer). Wat heeft de Defender dan van zijn voorganger overgehouden? De essentie: een sleepvermogen van 3.500 kilo, onovertroffen terreinvaardigheden en een uitstraling van onverwoestbaarheid. En ook een hele resem aan accessoires, van snorkels over externe bagagedragers tot een lier, een luchtcompressor, een ingebouwde watersproeier enzovoort.

20200624073642lrdef11020myoff-road10091935.jpg

Niet te kloppen

Een uitgebreide testrit in een verlaten steengroeve vol (aangelegde) obstakels toonde aan hoe verbluffend efficiënt de nieuwe Defender zich offroad uit de slag trekt. De wieluitslagen, aan- en afloophoeken en waaddiepte (maximum 90 centimeter, tegenover ‘slechts’ 45 centimeter in zijn voorganger), de enorme wielen (hij heeft de grootste bandomtrek ooit voor een Land Rover) en de elektronisch gesperde differentiëlen (standaard voor het middendiff, een optie voor het achterste) geven hem de nodige hardware om zich uit de slag te trekken.

20200624073641lrdef20myinterior10091911.jpg

Terrain Response 2 en een ongelooflijk efficiënte trekkrachtcontrole helpen op elektronische wijze om het maximum uit dit pakket te halen. De meest extreme obstakels overschrijdt de nieuwe Defender alsof hij gewoon een tripje naar de bakker maakt. De luchtveren helpen bovendien op magistrale wijze om het typische schokken en bokken van terreinrijden uit te gommen zodat ook het comfort niet wordt aangetast. Het verloopt allemaal met zo’n vanzelfsprekendheid en efficiëntie dat de beleving er een beetje bij inschiet. Je hoeft zelfs geen verkenner meer voorop te sturen om moeilijke hindernissen in te schatten, want er zitten standaard zoveel camera’s op het koetswerk dat je elke valkuil op het infotainmentscherm ziet.

20200624073642lrdef20mynamibiadetail25032010.jpg

Comfort met grote C

Ook op de weg, waar, laat ons eerlijk zijn, de Defender het meest zal worden gebruikt, is dit een indrukwekkende auto. Niet alleen letterlijk door zijn formaat en de vrij uitgesproken rolbewegingen – die niets afdoen aan de grip, want de wegligging is wat plomp maar foutloos – maar ook door de manier waarop hij wegoneffenheden van alle formaat gewoon opslorpt.

20200624073642lrdef11020myoff-road10091918.jpg

De geluiddemping is uitstekend en zelfs stroomlijngeruis wordt goed weggefilterd in deze schuur op wielen. Gedaan met het permanente gejank van de overbrenging van zijn voorganger, het genagel van de dieselmotor en de windruis: hier heerst een bijna gewijde stilte. Of toch in de versie met de drie liter grote benzinemotor van 400 pk (P400).

20200624073641lrdef20mynamibiadetail25032018.jpg

De 240 pk sterke viercilinderdiesel maakt daarentegen vrij veel kabaal, en het is bovendien een onaangenaam en saai gedreun. Hij is trouwens niet heel zuinig, want na 250 kilometer in beide versies over snelwegen in België, Nederland (100 km/u) en Duitsland (deels zonder snelheidslimiet) verstookte de romige zescilinder slechts 0,6 l/100 km meer dan de diesel: 9,7 l/00 km tegenover 9,1. Het enige wat het comfortplaatje verstoort, is de standaard ZF-achttrapsautomaat. Vooral bij lage snelheden aarzelt hij vaak met op- of terugschakelen, en wanneer dat dan toch gebeurt, gaat dat regelmatig gepaard met een schokje.

Het gamma

Aanvankelijk is de Defender verkrijgbaar met twee dieselmotoren (allebei 2.0-viercilinders) van 200 en 240 pk, een 2.0-turboviercilinder op benzine met 300 pk en de heerlijke 3.0-zescilinder van 400 pk. Een achttrapsautomaat, vierwielaandrijving en een reductiebak zijn altijd standaard en de lange koetswerkversie 110 heeft zoals gezegd ook luchtveren.

20200624073642lrdef11020myoff-road10091924.jpg

De goedkoopste Defender is de korte 90 met de minst krachtige diesel, en die kost 50.800 euro. Dat is heel veel geld voor een basic werkpaard, maar de uitrusting is bijzonder volledig, met zelfs ledkoplampen, een elektrochrome binnenspiegel, deels elektrische stoelen, een geconnecteerd navigatiesysteem, 360-gradencamera’s, een snelheidsregelaar, verkeersbordherkenning en nog veel meer. Allemaal zaken die op zijn voorganger zelfs niet verkrijgbaar waren. Later volgen ook meer betaalbare lichtevrachtversies met minder uitrusting en waarschijnlijk ook een extra lange 130. Of er ook plug-inhybrides of elektrische varianten komen, is nog onduidelijk.

20200624073641lrdef20my902602202015b.jpg

Grappig detail: tussen de twee voorstoelen kan als optie een derde klapstoel worden gemonteerd, zodat je Defender een zeszitter wordt. De 110 is er als optie ook als zevenzitter, met twee piepkleine zitjes in de koffer.

20200624073640lrdef20my90interior10091901.jpg

Ons verdict

De hamvraag: is de nieuwe Defender een waardige opvolger van zijn voorganger? Dat hangt ervan af wat je verwacht. Uiterlijk knipoogt hij er heel expliciet naar, maar technisch is dit een veel modernere auto, met winst op het vlak van comfort, veiligheid, veelzijdigheid en gebruiksgemak. De terreincapaciteiten zijn ook oneindig veel beter. Uiteindelijk is dit een verbeterde versie van de Discovery met een Defender-esthetiek eroverheen gegoten. Alleen dat echte avontuurlijke aspect van de oorspronkelijke “Def”, dat deels te danken was aan zijn ruige en rudimentaire aard, is een beetje verdwenen bij deze modernisering. Een handvol puristen zal er de neus voor ophalen, maar de meeste klanten zullen er blij mee zijn.

20200624073640land-rover-and-autohome-create-rugged-roof-tent-for-new-defender-(8).jpg