Een korte voorstelling voor de strijd losbarst: bij Audi is de RS 6 break nu ook verkrijgbaar in een Performance-versie. Tussen zijn gespierde wielkasten vooraan zit een vierliter V8 biturbo uit de “gewone” RS 6, die voor de gelegenheid werd opgevoerd van 560 tot 605 pk. Op ons testmodel waren dat zelfs enkele pk’s meer, dankzij de optionele Akrapovic-uitlaat die de motor vrijer doet ademen.
Met meer dan 600 pk is de Audi toch zeker de krachtigste van de hele bende? Nee hoor: de vorige E 63 AMG stelde zich in zijn meest gespierde versie tevreden met 585 pk, maar de nieuweling doet er nog een schepje bovenop. Reken op 612 pk voor de krachtigste S-versie (575 pk in de “basis”-E 63). Dit duel bevat dus meer dan 1.200 pk…
Afwerking en uitrusting: punt voor Mercedes
Aan boord van de Mercedes-AMG E 63 S lijk je eerder in de cockpit van een hypermoderne Airbus te zitten dan achter het stuur van een radicale sportieveling. De twee configureerbare XXL-schermen (elk 12,3 duim groot) hebben de plaats ingenomen van de klassieke tellers. In ruil krijg je heel wat informatie over de auto zelf, zoals de bandentemperatuur, die dankzij de power van de V8 snel kan oplopen. De optielijst van de AMG-versie is gelijkaardig aan die van de klassieke E-Klasse: bijzonder technologisch en bijzonder uitgebreid.
De Audi RS 6 is intussen al iets ouder en kan op dat vlak niet meer helemaal mee. Groot is de kloof echter niet. Toch merk je dat de schermen van diens kleine “virtual cockpit” achterlopen op de grotere van de recentste Audi-modellen. De elektronische hulp haalt ook niet het perfectionistische niveau van de Mercedes. Maar aan het stuur van de RS 6 krijg je meer de indruk een “gewone” auto te besturen dan een vliegtuig. Je vindt er dus sneller je weg.
Comfort: punt voor Audi
Kan je je gezin even discreet vervoeren als in de “burgerlijke” versies van deze topatleten? Dat moet immers hun belangrijkste argument zijn vergeleken met radicale sportwagens, die te weinig plaats hebben voor een achterbank voor de kinderen… of voor de koffers voor een weekendje weg.
Hier overtuigt de Audi RS 6 Performance het meest. In beide gevallen kan je de dynamische instellingen efficiënt aanpassen (in Comfort, Sport, Race, enzovoort). Maar die van Audi zijn meer gericht op het kilometervreten dan die van de radicalere E 63 S. Aan boord van de Mercedes laten de rolgeluiden van de brede banden zich ook duidelijker horen. In beide gevallen is de ruimte op de achterbank en in de koffer royaal. De RS 6 is er alleen als break (of als vierdeurscoupé, de RS 7), de Mercedes bestaat zowel in berline als break.
Motor: punt voor Mercedes
De E-Klasse neemt het kloppende hart over van de AMG GT, een mechanisch juweeltje. De V8 is ongetwijfeld de meest bezetene van de twee. Hij is soepel en geciviliseerd (en rijdt zelfs op vier cilinders om het verbruik te drukken bij een ontspannen rijstijl), maar explosief en krachtig als je erom vraagt. Hij is bovendien gezegend met een geweldige bariton…
Het blok van de Audi RS 6 garandeert ook supersonische prestaties. Maar die zijn iets vlakker, en (iets) minder demonstratief. Ook de achttrapsautomaat blijft steeds iets beheerster en zachter dan de nieuwe negentrapsautomaat van Mercedes wanneer je ze tot het uiterste drijft. Op papier tikt de E 63 S ook sneller 100 km/u aan: dankzij de “launch control” word je 3,4 seconden lang in je zetel gedrukt, tegenover 3,7 seconden voor de RS 6 Performance.
Weggedrag: punt voor Mercedes
Met een gewicht van bijna twee ton en een lengte van om en bij de vijf meter passen deze auto’s eerder op de Duitse snelwegen dan op kronkelende bergwegen. Maar ze misstaan ook niet op die laatste: je kunt ze zelfs besturen als een eenvoudige GTI – zij het met de snelheid van een straaljager. Met behulp van de vierwielaandrijving schieten deze furies tegen een indrukwekkende snelheid van de ene bocht naar de andere. En hun remmen? Die worden stevig op de proef gesteld, zelfs met de koolstofkeramische remschijven…
Tegen dit tempo reageert de Mercedes nauwelijks met koetswerkrol of onderstuur. De RS 6 reageert iets lauwer, hoewel zijn bochtenwerk ook verrast voor een auto met dergelijke afmetingen. Voor de liefhebbers van het genre: de “S”-versie van deze E 63 heeft een “Drift”-modus, die hem transformeert in een zuivere achterwielaandrijver met variabele koppelverdeling tussen de achterwielen, om enthousiast rubber te verbranden…
Prijs: gelijkspel
Als berline kosten de Mercedes-AMG E 63 en E 63 S respectievelijk € 117.854 en € 127.897. Voor de breaks bedraagt het prijskaartje € 121.242 en € 131.527. De Audi RS 6 en RS 6 Performance zijn iets minder duur: de breaks kosten respectievelijk € 116.410 en € 123.210. In beide gevallen is de standaarduitrusting bijzonder royaal – zij het iets meer in het voordeel van de Mercedes.
Toch hebben ze beide enkele dure opties in de optielijst staan. Een uitlaat in titanium kost bij Audi bijvoorbeeld € 9.020. Koolstofkeramische remmen kosten € 9.900 en het Sport-differentieel met vectoriële koppelverdeling € 1.615. Mercedes vraagt € 8.440 voor de koolstofkeramische stoppers. Als je de V8 niet teveel aanspreekt, verbruik je met de recentere Mercedes-motor ook iets minder. Duw je het gaspedaal in, dan tikt de brandstofrekening in beide gevallen snel aan!
Besluit: winst voor Mercedes
Zoek je een ultrasportieve maar veelzijdige en dagelijks bruikbare auto, dan is de Audi RS 6 Performance nog steeds een referentie. Hij rijgt bochtige wegen efficiënt aan elkaar maar blijft even makkelijk te besturen als een gezinsdiesel. De Mercedes-AMG E 63 S speelt nog meer de prestatiekaart. Zijn motor is explosiever en hij biedt radicalere prestaties – al boet je daarmee een beetje in aan veelzijdigheid. Oncomfortabel wordt het gelukkig nooit: daarvoor zorgt heel wat toptechnologie. Deze E 63 S is een echte straaljager. In elke zin van het woord…