Jean-Francois Christiaens

6 JUL 2018

Dacia Duster vs Renault Captur: van je familie moet je ’t hebben!

De eerste generatie van de Dacia Duster was een schot in de roos, maar met heel wat verbeteringen mikt editie twee nog meer op de SUV’s van de massaconstructeurs. Zoals de Renault Captur. Pleegt de Roemeen broedermoord?

Het Roemeense merk is steeds populairder bij particulieren en stapelt de verkooprecords dus op. In Europa is de Sandero de grote favoriet, maar ook de Duster scoort goed. De eerste generatie wist meer dan 1,1 miljoen klanten te overtuigen. Een technische update bij de generatiewissel moet hem nog sterker maken. Tegelijk moet de Duster de kwaliteiten van zijn voorganger bewaren en zijn minpunten uitvlakken. En de prijs natuurlijk niet uit het oog verliezen. Kan hij het de populaire maar ouder wordende Renault Captur daarmee lastig maken?

Afwerking en uitrusting: punt voor Renault

De Duster steekt niet alleen van wal met een moderner exterieur, maar ook met een kwalitatiever dashboard. Dat blijft weliswaar bijzonder “basic”, en de gebruikte materialen mogen beter. Enkele details, zoals de nieuwe pianotoetsen, voelen wat goedkoop aan. Maar voor deze prijs hoeft dat natuurlijk niet te verrassen. Het geheel presenteert dan weer wel mooi, en de ergonomie werd verbeterd. Zo is het stuur nu in de diepte verstelbaar. Ook de uitrusting gaat erop vooruit: automatische klimaatregeling, automatische grootlichten, handenvrij openen en starten, een dodehoekwaarschuwing en zelfs een uitgebreide camera. Weinig “low-cost” dus…

Toch wint de Captur dit onderdeel. Tuurlijk, ook hij krijgt nog enkele opmerkingen over zijn afwerkingskwaliteit en sommige opties op de Duster krijgt de Captur zowaar niet. Maar de algemene indruk is verbeterd sinds zijn facelift, vooral in de nieuwe topuitvoering Initiale Paris van ons testmodel.

Comfort: punt voor Dacia

De Duster behoudt zijn comfortabele weggedrag, maar verbeterde bij zijn generatiewissel wel de geluiddemping. Het comfort aan boord gaat er dus op vooruit, tenminste in de stad. Op de snelweg nemen windgeluiden de bovenhand. Dat merk je minder in de Captur, die dus beter geschikt is om lange afstanden mee af te leggen.

Toch wint de Dacia het punt door zijn praktische eigenschappen. Zijn koffer is met 445 liter ruim, en de passagiers achteraan hebben ook voldoende plaats. Jazeker, de Captur heeft een verschuifbare achterbank waarmee het koffervolume toeneemt van 377 naar 445 liter, maar dan offer je beenruimte op de achterbank op. Bij de Duster hoef je die knoop niet door te hakken.

Motor: punt voor Dacia

Ondanks zijn generatiewissel behield de nieuwe Duster bij zijn debuut de motoren van de vorige generatie. Intussen heeft Dacia de 1.5 dCi 90 en 1.5 dCi 110 vervangen door 5 pk sterkere exemplaren in de nieuwe 1.5 Blue dCi met 95 en 115 pk. Ook het benzineaanbod werd grondig gewijzigd. Daar blijft alleen nog de atmosferische 1.6 SCe met 115 pk over, die alleen met voorwielaandrijving en manuele vijfbak komt. De 1.2 TCe met 125 pk is verdwenen om aangepast te worden aan de nieuwe WLTP-normen en terug te keren als 1.3 TCe. Dat heeft de Captur ook gedaan, maar op de Duster kan je hem pas eind dit jaar bestellen.

In beide gevallen zijn de turbomotoren koppelrijk genoeg om deze SUV’s een veelzijdig karakter te geven. De Duster krijgt echter het voordeel, omdat je voor € 2.000 extra ook vierwielaandrijving kunt krijgen, terwijl de Captur altijd alleen de voorwielen aandrijft.

Weggedrag: punt voor Renault

De afstelling van de ophanging blijft grotendeels ongewijzigd, maar de Duster krijgt een nieuw, elektrisch bekrachtigd en minder ontdubbeld stuur, dat consistenter instuurt voor meer rijdynamiek. Een sportieve SUV wordt de Roemeen weliswaar niet, maar het rijplezier neemt wel toe. Maar de Captur overtuigt meer. Hij stuurt en rijdt snediger, met meer aandacht voor de weg. Zijn stuur voelt wel wat kunstmatig aan.

Prijs: punt voor Dacia

Dit hoofdstuk brengt natuurlijk geen verrassingen: de Dacia Duster haalt het punt makkelijk binnen. Net voor hij uit de catalogus verdween, vroeg Dacia € 16.100 voor de Duster 1.2 TCe 125 in de Comfort-versie, en € 17.200 in de uitvoering Prestige. Met dezelfde motor betaalde je voor de Captur meer dan € 23.000. De nieuwe 1.3 TCe kost € 23.800. De Dacia-prijzen zullen misschien lichtjes stijgen als ook daar de 1.3 TCe in de catalogus komt, maar zullen aanzienlijk onder de prijzen van de Fransman blijven. In Vlaanderen is de Captur fiscaal dan weer iets interessanter, door zijn gunstigere CO2-uitstoot.

Besluit: winst voor Dacia

De toegevingen die je moet doen om in een Dacia Duster te rijden, worden steeds minder. Er zijn nog steeds windgeluiden op de snelweg die er geen kilometervreter van maken en heel wat details verraden zijn “budgetvriendelijk” ontwerp. Maar zijn weggedrag maakt een sprong vooruit, net als zijn afwerking. En dan zijn er nog de praktische kwaliteiten. De Captur is comfortabeler, beter afgewerkt en rijdt beter. Maar zijn prijs ligt een stuk hoger.

Advertentie
Advertentie
Advertentie