Advertentie
Advertentie

Op donderdag 18 juli werd Ursula von der Leyen opnieuw benoemd als voorzitter van de Europese Commissie. De Duitse toppolitica maakte van haar openingsspeech gebruik om haar standpunt over de toekomst van verbrandingsmotoren op ons continent te verduidelijken. Ze bevestigde dat ze niet aan het objectief van 100% zero-emissiewagens tegen 2035 wil raken, zoals in het najaar van 2022 werd bekrachtigd door de EU. Maar von der Leyen stelde zich wel soepeler op wat synthetische brandstoffen betreft.

Uitzonderingen toegelaten

Duitsland en zijn machtige auto-industrie dringen er al maanden op aan dat de Europese Unie een weg vrijmaakt voor synthetische 'e-fuels', die de zero-emissiedoelstellingen zouden respecteren zonder afscheid te moeten nemen van verbrandingsmotoren, waarin de Europese auto-industrie nog altijd het sterktst staat. von der Leyen bevestigt dat ze van plan is om het verbod op verbrandingsmotoren vanaf 2035 te laten bestaan met een reeks verordeningen die motoren op synthetische brandstoffen ook zouden toelaten. "We houden vast aan onze doelstelling voor 2035", bevestigde de voorzitter tijdens haar persconferentie. "We hebben een technologieneutrale benadering nodig, waarin synthetische brandstoffen ook een rol kunnen spelen".

Iedereen tevreden?

Het blijkt een handige zet waarmee de voorzitter van de Commissie de Groenen buitenspel kan zetten, wiens stem cruciaal was om haar tweede mandaat te verzekeren, en tegelijkertijd de aanhangers en lobby's van de auto-industrie tevreden kan stellen, die hiermee van de daken kunnen schreeuwen dat verbrandingsmotoren nog niet hun laatste noot hebben gezongen. In feite is er in de Europese wetgeving nooit expliciet sprake geweest van een verbod op verbrandingsmotoren. Het wordt alleen geïmpliceerd door de eis dat nieuwe auto's vanaf 2035 geen gram CO2 meer mogen uitstoten.