Begin de jaren ’90 waren de eerlijkheid en de levenslust van de VW Golf GTI wat verdampt. Hij was zwaarder geworden en was niet langer de alleenheerser van voordien. Op het salon van Frankfurt van 1991 schudde Volkswagen daarom een ongelooflijke troef uit zijn mouw: de Duitse reus duwde onder de korte motorkap van de Golf een zescilinder van 2,8 liter en 174 pk.
Wat was het recept van dit mirakel? Een V-motor met een heel nauwe blokhoek van 15 graden, waardoor dit een van de compactste zescilinders op de markt is. Hij dreef enkel de voorwielen aan, maar reanimeerde daarmee niet de ziel van de GTI van vroeger: het bommetje was een zijdezachte en discrete GT geworden. In het interieur heerste comfort en het rijgedrag was efficiënt zonder verbluffend te zijn, maar de motor was wel heel soepel en klonk mooi. De minder levendige maar wel meer degelijke Synchro-versie kreeg vierwielaandrijving en een V6 die was vergroot tot 2,9 liter en 190 pk.
Wat je moet weten:
- Je vindt veel zoekertjes van de Golf III VR6 (1991-1998), maar ze verkeren zelden in originele toestand.
- Reken op 4.000 tot 8.000 euro afhankelijk van de versie, de uitrusting, de kilometerstand en de staat.
- Kies voor het mooiste exemplaar dat je vindt, zelfs al kost je dat wat meer. De herstelkosten van een afgepeigerd model kunnen snel hoger oplopen dan de eigenlijke waarde.
- Kijk in de eerste plaats uit naar roest, dat vooral de onderkant van de auto en de wielkasten aanvalt.
- De mechaniek is betrouwbaar als ze goed onderhouden is. Vraag onderhoudsfacturen op. Let erop dat alle elektrische uitrusting werkt.
- Er was ook een viertrapsautomaat verkrijgbaar, maar die vlakte de sensaties af…