Met een topsnelheid van bijna 240 km/u en 0 naar 100 km/u in 6,5 seconden is de Clio V6 een woest en radicaal monster dat je niet zomaar aan iedereen kan toevertrouwen omdat zijn rijgedrag zo listig is. Maar hoe zit het nu? Wat moet je weten voor je er een kan kopen?
1. Kies voor de meest zeldzame van de twee versies
Tussen 2001 en 2005 zijn er minder dan 3.000 exemplaren van gemaakt, waarvan iets meer dan 1.300 van “Phase 2” (facelift). Weet dat die laatste echter de betere is: de V6 heeft meer vermogen (255 in plaats van 230 pk) en klimt wat hoger in de toeren en, vooral, het rijgedrag is wat kalmer geworden, waardoor de auto minder delicaat (of gevaarlijk zoals sommigen zeggen) wordt op de grens.
2. Geen elektronica
De Clio V6 is vandaag 20 jaar oud en is dus nog een product van de oude school: buiten ABS vind je hier geen enkele elektronische bewaarengel. Neem dus eerst een paar rijvaardigheidslessen voor je het gaspedaal vloert.
3. Opgelet voor hitte
De motor is solide, maar hij ontwikkelt wel heel veel hitte in een beperkte ruimte. De ontstekingsbobijnen en de startmotor kunnen het daarom lastig krijgen. Controleer ook de dichtingen en de koeling van de motor.
4. Niet goedkoop
De Clio V6 is vandaag een echt collector’s item. Reken op 40.000 tot 50.000 euro voor een mooi exemplaar, waarbij de Phase 2 duidelijk meer gegeerd is.
5. Teleurstellend interieur
Vreemd genoeg had Renault het interieur volledig genegeerd. De sfeer is er dezelfde als in een Clio RS, de zithouding is matig en de afwerking mist bedroevend veel verfijning.