M35 (1969-1971)

Dit model was oorspronkelijk niet bedoeld om gecommercialiseerd te worden, maar wel om de wankelmotor te testen. Die motor werd beschouwd als de oplossing van de toekomst, maar de betrouwbaarheidstests met de M35 bewezen het tegendeel. Klanten merkten dat hun motor na 60.000 kilometer volledig versleten was. Deze tweedeurs die gebaseerd was op de Ami 8 had ook nog een hydropneumatische ophanging. Er werden amper 260 exemplaren gebouwd.

Acadiane (1978-1987)

De Dyane ken je ongetwijfeld. Maar de Acadiane? De bestelversie op basis van de Dyane verving de 2CV vanaf 1978. Met zijn 602 cc grote tweecilinder kon hij natuurlijk moeilijk op tegen Amerikaanse pick-ups met V8-motoren, maar hij kon wel bijna een halve ton aan gewicht laden.

FAF (1973-1979)

“Facile à fabriquer” (“Makkelijk te bouwen”) of “facile à financer”. Met zulke naam weet je dat het geen verlengde SM is. De FAF was een afgeleide op basis van de 2CV met een koetswerk uit eenvoudige staalplaat. Hij was vooral bedoeld voor derdewereldlanden.

C-Triomphe (2006-2010)

Dit model voor de Chinese markt was het resultaat van een samenwerking tussen PSA en de Chinese constructeur Dongfeng. In grote lijnen ging het om een Europese C4 maar met klassieke koffer, iets waar de Chinezen gek op zijn. De C-Triomphe werd voorgesteld in 2006 en was alleen beschikbaar met een atmosferische 2.0 viercilinder benzinemotor. In 2010 werd hij vervangen door de C-Quatre.

C-Elysée (2008-2014)

Tuurlijk, de C-Elysée staat vandaag gewoon in de Citroën-catalogus. Maar voor hij naar ons kwam, werd hij eerst voorgesteld in China, als opvolger van de Fukang en Elysée. Daar was hij ook beschikbaar als vijfdeurs, wat natuurlijk indruist tegen de Chinese voorliefde voor klassieke berlines.