François Piette

25 MRT 2010

Alfa Romeo Montreal: de 8C van de jaren zeventig

Het is cliché, maar de geschiedenis herhaalt zich altijd. Op het einde van de jaren zestig zat het imago van Alfa Romeo in een dipje. Het gamma was gedateerd en de constructeur had geen prestigieus model dat de aandacht kon trekken. Net als met de 8C, besloot Alfa Romeo om het hart van de liefhebbers weer voor zich te winnen met een opvallende sportieve wagen. Alfa Romeo presenteerde eerst prototype op het salon van Montréal en besloot uiteindelijk om de auto te produceren, met een grote verrassing onder de motorkap.

Marcello Gandini, meester-ontwerper

Voor het koetswerk klopte Alfa aan bij Bertone. Het jonge talent Marcello Gandini tekende de lijnen en het resultaat mocht gezien worden. Gandini putte inspiratie uit de Lamborghini Miura, wat duidelijk te zien is aan de luchtinlaten achteraan en de deuren. Je zou bijna geloven dat het een sportwagen met middenmotor is.

Op de lange motorkap staan NACA-luchthappers - toen erg in de mode - en de wenkbrauwen verbergen een deel van de koplampen. Aan charisma ontbreekt het de auto niet. Achteraan onderstreept een zwarte band de rechthoekige lichten en daaronder priemen twee dikke uitlaatpijpen. Agressief, charmant en verfijnd: dit ontwerp is een kunstwerk op zich.

Onverwachte motor

Het enthousiaste onthaal door het publiek overtuigde Alfa Romeo om het prototype te produceren. Een naam was snel gevonden: Montreal, naar de stad waar de auto zijn debuut beleefde. Alfa besloot om de 1,6-liter viercilinder met dubbele nokkenas uit het prototype te vervangen door een meer hoogstaande krachtbron.

In die tijd gooide de Alfa Romeo 33 hoge ogen in de racerij. Hij werd aangedreven door een 2-liter V8 met vier nokkenassen. Deze motor werd gekozen voor de Montreal en uitgeboord tot 2,6 liter. Terwijl de meeste motorbouwers in die tijd een beroep deden op carburatoren, kozen de ‘motoristi’ voor een injectie van Spica. Een wispelturige techniek, maar erg gul als ze werkte. Bij 6.500 toeren leverde de motor niet minder dan 200 pk, terwijl bij 4.750 toeren een koppel van 235 Nm vrijkwam. Voor die tijd erg goede waardes, die aan de pomp echter duur betaald werden. Bovendien moest de injectie heel precies afgesteld worden en zelfs dan was de motor vrij hol onderin. De handgeschakelde versnellingsbak kwam van ZF en telde vijf verzetten.

De prestaties mochten zeker gezien worden: 220 km/u, de kilometer vanuit stilstand in 28 seconden en de spurt van 0 tot 100 km/u in minder dan 8 seconden. Misschien lachwekkend omdat vandaag zelfs een doorsnee dieselmotor zo goed presteert, maar in die tijd moest je al van goeden huize komen om de Montreal achter je te laten. Wie nog meer vermogen wou, kon zich altijd tot Autodelta wenden. Dat was toen zo’n beetje de officieuze huistuner van het merk. Autodelta ontwikkelde een drieliterversie van de motor met 220 pk en volgens sommige bronnen zelfs 250 pk.

Onderstel

Aanvankelijk wou Alfa Romeo voor de Montreal een nieuw platform ontwikkelen, maar uiteindelijk koos het dezelfde basis als de Giulia. De Montreal bereikte snel zijn limieten, want dit onderstel was alleen ontworpen voor een viercilinder. Gelukkig waren de remmen met vier schijven voldoende krachtig, maar tegenover hedendaagse systemen zijn ze wel gedateerd.

Aan het stuur

In het interieur heerst de typische sfeer van de jaren zeventig. De instrumenten staan allemaal recht voor de bestuurder gegroepeerd, met alle belangrijke informatie meteen in het gezichtsveld. Het houten stuurwiel heeft de vorm van een tulp en de versnellingspook valt perfect in de handt.

Vanaf de eerste meters verleidt de motor door zijn rauwe klanken, soepelheid en nervositeit. Hij klimt vastberaden in de toeren terwijl de twee uitlaten het uitschreeuwen en trakteert je op enkele doffe ploffen in de uitlaat als je het gas loslaat. Klinkt als muziek in de oren.

De versnellingsbak is erg viriel en de vijf verhoudingen zijn goed gespreid. Helaas staat het onderstel niet op dezelfde hoogte. De koetswerkbewegingen worden te weinig gecontroleerd en het koetswerk zelf is onvoldoende stijf. Bochtige wegjes zijn duidelijk niet het favoriete speelterrein van de Montreal.

Overtuigd?

De Montreal moest het vooral ontgelden door zijn achterhaald chassis en kreeg enkele jaren later ook nog eens af te rekenen met de petroleumcrisis. Tussen 1971 en 1974 werden maar 3.925 exemplaren geproduceerd. Er is vandaag niet veel vraag naar dit model en je vindt hem vrij gemakkelijk op verzamelbeurzen.

Een prijs van 15.000 tot 25.000 euro naargelang de staat lijkt interessant, maar je moet je bewust zijn van het moeilijke onderhoud van zo’n meesterwerk. Zo kan de Spica-injectie van de motor leiden tot verschrikkelijke nachtmerries. Sommige exemplaren werden zelfs omgebouwd met carburatoren. Roest is een klassieke kwelduivel en de elektrische bedrading van oude Italiaanse auto’s laat het ook wel eens afweten. Onderdelen zijn moeilijk te vinden den en de V8 vergt erg gespecialiseerde handen. Voor de rest is de motor vrij solide, zolang je de opwarmtijden en een minutieus onderhoud respecteert.

Conclusie

De Alfa Romeo Montreal is een kleine maar mooie ster aan het autofirmament, die bij veel liefhebbers onbekend blijft. In tegenstelling tot zijn erfgenaam, de 8C, ging de Montreal ten onder een ongunstige politiek-economische situatie en een ondermaats onderstel. Vandaag herontdekken we deze klassieker met zijn schitterende lijn en prachtige motor.
 

Advertentie
Advertentie
Advertentie