VAB berekende daarvoor de kostprijs per kilometer als je 10.000 kilometer per jaar doet, 20.000 of 30.000 kilometer. Daarbij hielden ze rekening met de aankoopprijs, BIV, verkeersbelasting en het werkelijke verbruik.
18 modellen
Voor de oefening gebruikte VAB telkens twee modellen van in totaal negen merken: Audi, Ford, Hyundai, Mazda, Nissan, Opel, Peugeot, Renault en Seat. Van elk model werd een benzine- tegen een dieselvariant uitgespeeld.
Kilometers
Volgens VAB worden er in Vlaanderen ongeveer 48% benzinewagens verkocht, tegenover 49% diesels. In Wallonië ligt dat cijfer iets anders, zegt VAB: 62% dieselwagens tegenover 36% benzines. Toch legt 85% van de particuliere autokopers minder dan 20.000 kilometer per jaar af, en zijn die kopers dus beter af met een benzine. In dat geval bleek er maar één model als diesel voordeliger dan als benzine: de Peugeot 308.
Grens op 30.000
Wordt het aantal gereden kilometer per jaar op 30.000 gelegd, dan zijn er maar vijf modellen interessanter als diesel: de Ford Focus, Ford Kuga, Nissan Pulsar, Nissan Qashqai en Peugeot 308. De overige dertien kosten ofwel evenveel als benzine of diesel, of zijn goedkoper als benzine. Dat zijn de Audi A3 en Q2, Hyundai i30 en Tucson, Mazda 3 en CX-3, Opel Astra en Mokka, Peugeot 3008, Renault Mégane en Scénic, en Seat Leon en Ateca.
Steeds verder
Eind 2018 stelt de overheid de accijnzen op benzine gelijk aan die op diesel. Het prijsverschil tussen de twee brandstoffen aan de pomp zal dus nog verder verkleinen, waardoor alleen het lagere verbruik van een dieselwagen als voordeel overblijft. VAB becijferde dat dan slechts 3% van de particuliere kopers beter af is met een dieselwagen. De vuistregel van “het minimum aantal kilometer per jaar voor een diesel” zal dan wellicht de grens van de 30.000 kilometer per jaar overschrijden.