20200430140712chry1.jpg

Begin de jaren 1930 begon de automobiel tot wasdom te komen. Constructeurs wisten hoe ze een auto veilig, betrouwbaar en comfortabel moesten maken. Maar toen de hele wereld instortte door de beurskrach van 1929 was het tijd om anders te denken en te handelen. Chrysler voelde duidelijk iets voor de streamline-trend die de esthetische normen door elkaar schudde en begon aan een studie voor een aerodynamische berline. Dat had de wereld nog nooit gezien.

20200430140712chry2.jpg

De Airflow of “luchtstroom” wou revolutionair zijn. Voor het eerst werd een schaalmodel verfijnd in de windtunnel. Esthetisch waren de koplampen niet langer vrijstaand maar geïntegreerd in de motorkap. In tegenstelling tot de overgrote meerderheid van zijn concurrenten stond de Airflow bovendien niet op een gescheiden chassis maar genoot hij een monocoque, die de auto lichter en veiliger maakte. Als motor lag er een achtcilinder in lijn in van zo’n 130 pk.

20200430140714chry3.jpg

Het eindproduct was bijzonder gestroomlijnd maar esthetisch gezien twijfelachtig. Chrysler innoveerde zonder zich af te vragen of de klant er wel zin in had, zo menen sommigen. Tussen 1934 en 1937 zijn minder dan 30.000 Airflows verkocht, wat een zware strop was voor het merk. Vandaag wordt de Airflow gezien als een sleutelmodel in de autogeschiedenis, die de geplogenheden tartte en anticipeerde op een echte trend die pas na de oorlog zou doorbreken.

20200430140713chry4.jpg