20201026203509honda.jpg

Aan de vooravond van de jaren ’70 hadden de Japanse constructeurs de Europese markt zo goed als verlaten. Honda was weliswaar gekend om zijn motorfietsen, maar qua auto’s bood de constructeur enkel de flamboyante kleine roadster S800 aan. In 1970 stak het merk in Europa van wal met een verrassende kleine stadswagen met heel bescheiden afmetingen: 3,12 meter lang en 1,3 meter breed.

20201026203510honda1.jpg

Met zijn verrassende rondingen, zijn achterruit in de vorm van een televisiescherm en zijn kleine 10-duimse velgjes bleef de Honda Z 600 niet onopgemerkt, zeker omdat hij vooral in bruisende kleuren werd aangeboden. Zo was de nieuwkomer in Frankrijk, op dat moment Honda’s grootste markt in Europa, enkel verkrijgbaar in het… oranje.

20201026203510honda4.jpg

Voor de mechanische architectuur leek Honda inspiratie te hebben gevonden bij de Mini (de wielen op de uiterste hoeken van het koetswerk, dwars ingeplante motor, voorwielaandrijving, piepkleine wieltjes), maar de motor had meer weg van die van een motorfiets: een tweecilinder in lijn van 600 cc, 36 pk en luchtkoeling. Hij was plezierig, wendbaar en goed uitgerust, maar slaagde er toch nooit in om door te breken op de automarkt. Waarom? Het imago was onzeker, hij miste wat pit en vooral… de Civic kwam in 1972 roet in het eten gooien. Dat model wist heel snel de aandacht naar het merk Honda te trekken.

20201026203511honda3.jpg