In 1957 daverde de autosector op zijn grondvesten. Citroën ging op de fles en werd overgenomen Peugeot. Maserati, dat toen eigendom was van het merk met het visgraatlogo, werd verkocht aan ene Alejandro de Tomaso die zijn eigen ideeën voor het merk had. Gedaan met de supercars vol superlatieven, het was tijd voor de Biturbo’s, compacte berlines vol pk’s.
Terug naar traditionele architectuur
De betrouwbaarheid van de Biturbo’s was precair, maar het model verkocht goed en gaf het Italiaanse bedrijf wat zuurstof. De constructeur beperkte zich echter niet tot één model: in 1979 kwam de Quattroporte weer op de markt. Deze keer ging het niet meer om een onwaarschijnlijk slagschip bedacht door Citroën: Maserati keerde terug naar zijn wortels en naar een meer traditionele architectuur, met een V8 voorin en achterwielaandrijving.
Vuurwerk
Doorheen de tijd evolueerde het model en kreeg het steeds meer uitrusting en vermogen. Het nodige geld om hem te vervangen door een volledig nieuw model ontbrak echter. Daarom zette Maserati in op de verpakking: in 1987 onthulde het de Royale. Uiterlijk veranderde bijna niets. Onder de motorkap won de V8 van 4,9 liter een handvol pk om aan 300 paardjes uit te komen. Maar in het interieur heerste weldaad: dik leder, edelhout en een rijkelijke uitrusting (met zelfs een ijskast). Het was echter allemaal een rookgordijn om een oud model te maskeren. In 1990 trok de Royale zich terug nadat een dikke vijftig exemplaren waren gemaakt.Op zoek naar een oldtimer?
Ben jij op zoek naar een oldtimer? Ontdek onze nieuwste zoekertjes voor oldtimers nu hier: