Een jaar geleden beloofde toenmalig Vlaams minister van Mobiliteit Lydia Peeters (Open VLD) werk te maken van een doorgedreven hervorming van de autokeuring. De journalisten van Mediahuis onderzochten wat er is gekomen van al die beloftes: welke zijn waarheid geworden, welke zullen nog uitgevoerd worden en waar moeten we geen hoop meer op vestigen?

Advertentie
Advertentie

De periodieke keuring van personenwagens is zelfs voor de grootste autofanaat niet direct een gebeurtenis waar naar uitgekeken wordt. Een dag vrij nemen op het werk om samen met tientallen lotgenoten aan te schuiven in ellenlange wachtrijen, afgekeurd worden omdat je ruitenwisservloeistof op is en enkele dagen later opnieuw vrijaf moeten nemen voor een herkeuring… Vrolijk word je daar natuurlijk niet van en de mensen laten dat ook meer en meer horen in de vorm van klachten.

Slechts één maatregel doorgevoerd

Van het pakket aan maatregelen dat minister Peeters op tafel legde, is er tot nu toe slechts één doorgevoerd. Een personenwagen die ouder is dan vier jaar, moet nu namelijk nog maar om de twee jaar gekeurd worden, tot de wagen zes jaar oud geworden is of tot 160.000 km. Die nieuwe regel zou ook nog ruimer worden: vanaf september 2025 mag de wagen tot 8 jaar oud zijn en vanaf september 2026 zelfs 10 jaar.

Veelbelovend voorstel staat zelf in de wachtrij

Andere voorstellen die minister Peeters uitgewerkt had en waarvoor zelfs al een proefproject liep, werden voorlopig on hold gezet door de nieuwe minister van Mobiliteit Annick De Ridder (N-VA). Het Vlaams Parlement had in mei vorig jaar al een ontwerp van decreet goedgekeurd waardoor men voor herkeuringen van kleine gebreken niet noodzakelijk terug naar het keuringscentrum zou moeten gaan, maar waarbij de herkeuring meteen zou kunnen gebeuren na de herstelling in de werkplaats zelf. Dat zou zowel voor de eigenaar van de wagen als voor de keuringscentra een hoop tijd besparen. Volgens Goca Vlaanderen, het platform van de autokeuringen in Vlaanderen, zou de onafhankelijkheid van de keurder niet gegarandeerd kunnen worden. Reden genoeg blijkbaar voor minister De Ridder om alles uit te stellen.

Decentrale keuring eveneens onzeker

Het tweede voorstel, dat hierbij aanleunt, gaat over de decentrale keuring voor personenwagens. Dat houdt in dat - zoals in sommige van onze buurlanden - de keuring kan uitgevoerd worden door daarvoor opgeleide en erkende garagisten. Voor bedrijven met een groot wagenpark zoals H.Essers of De Lijn gebeurt vandaag al iets gelijkaardig: daar komt een keurder te plaatse. Toch kwam er in september 2024 een advies van de Raad van State met daarin enkele opmerkingen en - typisch Belgisch - de vaststelling dat er ondertussen verkiezingen zijn geweest en een dergelijk belangrijk dossier niet meer afgehandeld kon worden door een regering in lopende zaken…

Nieuwe plannen in de zomer?

En dus zitten we een jaar later nog steeds met ellenlange wachtrijen en gefrustreerde automobilisten. Zijn we dan terug bij af? Niet helemaal… Minister De Ridder heeft ondertussen laten weten dat ze tegen de zomer met een nieuwe conceptnota wil komen en dat ook zij van mening is dat je niet voor alles terug naar het keuringscentrum moet. Welke rol de garagist toebedeeld zal krijgen in het verhaal, zullen we dus hopelijk te weten komen in de zomer.