Motor

De beroemde 6-cylinder boxer van Porsche bestaat al 44 jaar. Alles startte met 2-liter inhoud en een vermogen van bijna 130 pk. Vandaag de dag lijken deze cijfers belachelijk, maar de volbloeden van toen dienden maar een erg lichte koets te trekken. De 911 Turbo Cabrio van vandaag weegt zo maar eventjes 1655 kilo. En toch is dit niet « te » veel, zeker niet vergeleken met de 1800 kg die de collega’s meezeulen.

De Italiaanse concurrentie weet zijn mechaniekjes zo fijn af te stellen dat ze bij 8000 toeren zo een 500 pk uitbraken. Om die vermogens het hoofd te kunnen bieden kiest Porsche voor drukvulling. Beter nog, ze voeren het dubbel uit. En dan nog met variabele geometrie zodat de responstijd verminderd wordt. Uiteindelijk resulteert dit in 480 pk bij 6000 toeren en een koppel van 620 Nm tussen 1950 en 5000 omwentelingen. Als dat nog niet genoeg is, kan je het Chrono Sport Turbo Pack bestellen, dat er voor zorgt dat er tussen 2100 en 4000 toeren steeds 680 Nm ter beschikking staan.
Eens op de weg…val je van de ene verbazing in de andere. Ondanks dat de turbo’s een variabele geometrie hebben, is er toch nog een klein “turbogat”. Niet dat het echt stoort hoor, want het geeft de motor wat meer karakter. De kracht die ontplooid wordt is echter fenomenaal, zelfs bij hernemingen vanuit de laagste toerentallen. Het is trouwens onnodig om de motor tot aan de toerentalbegrenzer te dwingen, want het adembenemende koppel staat elk moment met beestachtig veel power paraat. De behaalde snelheden vallen dan ook al snel in de categorie « supersonisch », wat betekent dat je toch moet oppassen voor je rijbewijs. Enig minpuntje is dat je auditief niet zo verwend wordt. Het gefluit van de turbo’s is bepaald indrukwekkend maar absoluut geen streling voor het oor. Dit is geen V10-Stadivarius, maar eerder een rauw en hees, metaalachtig gegrom dat uit de uitlaten klimt, met op de achtergrond het geblaas van de turbo’s in versterking.

Ons testexemplaar was voorzien van de manuele versnellingsbak die, volgens de merkverantwoordelijken, de prestaties wat beknot ten opzichte van de automatische versie. Voor ons echter niet gelaten. Het is een genoegen om in deze bak te mogen roeren. Met plezier vonden we er het stevige en mechanische gevoel van vroeger terug met korte en precieze schakelgangen (de onze was voorzien van de optie « korte pook ») en een progressieve koppeling. Voeg daar nog bij dat de trappen elkaar perfect opvolgen en je kan niets anders besluiten dan dat hier weer eens een winnaar staat.

Wegligging

Met zijn vierwielaandrijving, bezorgt de Turbo je een beheerst gevoel. Het weggedrag is veilig en gezond, maar toch mag je nooit uit het oog verliezen dat er nog enkele honderden paardjes onder je rechter voet zitten te trappelen. Vergeet dus fantasietjes als een dikke gasstoot bij het uitkomen van de bocht. Toch moet je, ondanks het vermogen, de auto minder duchten als bijvoorbeeld een Corvette Z06, die als echte achterwielaandrijver zijn achterwerk maar al te graag de vrije baan geeft. Kortom, we kunnen enkel toegeven dat deze Turbo een verbluffend effectieve wegligging heeft en dat de integrale aandrijving het mogelijk maakt om het vermogen in alle omstandigheden te gebruiken…Als de chauffeur er tenminste het hoofd bij houdt.
Nog een woordje over de remmen. Ons exemplaar was niet uitgerust met keramische schijven, wat hem echter niet belette om erg hard en uithoudend te kunnen remmen. Kers op de taart is dat die remmen zeer progressief werken en dat doseren zo makkelijk gaat als in een Peugeot 207.
De stuurinrichting is uiteraard onberispelijk met een duidelijke en correcte feedback. Ze is precies en direct en laat je toe om deze super GT te sturen daar waar jij het wil. Alleen jammer van de dunne stuurvelg.

Comfort

Wanneer een dergelijk vermogen dient te overmeesteren, wordt het moeilijk om het comfort van een limousine te bieden. En nochtans komt de 911 Turbo er niet zo slecht vanaf. Enkel aan lage snelheid worden de ruggenwervels op de hoogte gesteld van de slechte staat van het wegdek. De geluidsisolatie is uitstekend en zowel motorgeluid als luchtwervelingen worden goed geïsoleerd van het interieur. De kwaliteit van de zetels, de afwerking of nog de zitpositie benaderen zowat de perfectie. Maar vergeet de achterste zetels maar, die alleen als noodzitjes op korte trajecten kunnen gebruikt worden.

Prijzen en uitrusting

De 911 Turbo is de duurste Porsche die er momenteel op de prijslijst staat. En een prijskaartje van 154.638 € is niet bepaald een weggevertje. Gelukkig bevat de serie-uitrusting zowat alles wat je bij een hedendaagse topwagen verwacht. Metaalkleur, xenonlichten, navigatie, enz… het staat er allemaal op. Toch is het verbazingwekkend dat de cruisecontrole, met 460 € op de optielijst staat. Het is nochtans een nuttig attribuut om je rijbewijs te kunnen behouden. De hardtop, die zeker in de winter welkom is, laat zich met 3.533 € vergoeden.

Natuurlijk is het verbruik voor een kandidaat-eigenaar van minder belang, maar ons leek een meting toch nuttig, ook al was het maar om het rendement van de motor te evalueren. En we moeten toegeven dat Porsche met een gemiddelde van 13 l/100 km erg hoog scoort. Aan gestabiliseerde snelheid op de autosnelweg, is het zelfs mogelijk om onder 11 liter te dalen.... Maar een reservoir van 67 liter is echt te klein om een behoorlijke autonomie te halen. Zeker als de bestuurder een zware voet heeft en geregeld de rode zone gaat opzoeken. Zoals bij elke turbo-motor wordt de zoektocht naar vermogen duur betaald aan de pomp.
Bij de concurrentie vinden we grote namen zoals Ferrari met de F430 Spyder en zijn explosieve V8 van 490 pk voor…165.238 €. De Lamborghini Gallardo Spyder met de ultramuzikale V10 van 520 pk’s, bereikt met een basisprijs van 174.845 € astronomische hoogten.

Besluit

Zoals gewoonlijk stelt Porsche een efficiënt en degelijk product voor, tegenover de meer frivole en uitbundige Italiaanse concurrentie.
Toch zijn we uiteraard verrukt over de prestaties, de afwerkingskwaliteit of nog het beheerste verbruik. De 911 Turbo Cabriolet scoort sterk in alle domeinen en is heel wat praktischer als zijn Italiaanse rivalen wat een dagdagelijks gebruik toelaat.
Het ideale compromis dus? Ja, inderdaad. Maar eentje waarbij de bestuurder zijn hoofd dient koel te houden en daarbij regelmatig een blik op de kilometerteller werpt.