Lamborghini Espada (1968 – 1978)
V12 – 3,9 liter – 325 tot 350 pk – 1.227 exemplaren - +/- € 160.000
Lamborghini staat vandaag vooral bekend om zijn compromisloze sportwagens. Ooit bouwde het merk ook vierzits-GT’s. De Espada is daar wellicht het mooiste voorbeeld van, met koetswerk getekend door Bertone, V12 die van de Miura werd afgeleid en ruimte voor vier passagiers. De meest praktische auto uit dit lijstje!
Aston Martin DB6 (1965 – 1970)
6 cilinders in lijn – 4 liter – 282 tot 325 pk – 1.967 exemplaren - +/- € 370.000
Dit is de laatste “klassieke” Aston Martin, maar ook de meest veelzijdige en de goedkoopste. De opvolger van de legendarische DB5 van James Bond neemt er de motor en de briljante voorkant van over. Maar de DB6 was ook langer, wat de interieurruimte grotendeels ten goede komt. Er passen makkelijk vier passagiers in. De zescilinder heeft dan weer een geweldige stem. De Vantage-versies met 325 pk zijn het meest gegeerd.
Ferrari 330 GT 2+2 (1964 – 1967)
V12 – 4 liter – 300 pk – 1.088 exemplaren - +/- € 300.000
De puristen houden niet zo van 2+2-Ferrari’s, maar Enzo Ferrari zelf dan weer wel. Deze 330 GT 2+2 was de tweede Ferrari die zulke opstelling kreeg, na de 250 GTE. De krachtigere, ruimere en comfortabelere 330 GT 2+2 kende twee duidelijk verschillende generaties. De tweede is de meest gewilde, met een klassiekere aanblik en vijfversnellingsbak.
Maserati 3500 GT (1957 – 1964)
6 cilinders in lijn – 3,5 liter – 220 tot 235 pk - +/- 2.220 exemplaren - +/- € 310.000
Het eerste “grote” productiemodel voor Maserati, deze 3500 GT, en een esthetisch succes ondanks zijn grote afmetingen. De erfenis van de racerij is duidelijk: een motor met dubbele bovenliggende nokkenassen en dubbele ontsteking zagen we bijvoorbeeld ook in de 250F waarmee Juan-Manuel Fangio in 1957 zijn laatste WK-titel in de Formule 1 binnenhaalde.
Facel Véga Facel II (1961 – 1964)
V8 – 6,3 tot 6,8 liter – 355 tot meer dan 400 pk – 184 exemplaren - +/- € 300.000
De mooiste Franse auto ooit volgens heel wat mensen. Het ultieme meesterwerk van Jean Daninos toont inderdaad heel wat evenwichtige lijnen. Het luxueuze interieur zet de toon verder: de Facel Véga is meer een GT dan een sportwagen. De Chrysler-V8 produceert in de laatste modellen iets meer dan 400 pk, maar het weggedrag blijft zwaar en lauw.