Tijdens de Tweede Wereldoorlog beseffen vele ingenieurs dat de wereld na de strijd nooit meer dezelfde zal zijn. De Franse auto-industrie, die in de jaren ’20 en ’30 gekenmerkt was door weelderige machines, moest rationeler worden: zodra de vrede terugkeerde, moest Frankrijk mobiel worden gemaakt met zo goedkoop mogelijke machines.
Robert en Raoul Rovin, die aan het eind van de jaren ’20 al een toffe “cycle car” hadden gebouwd, ontwikkelden tijdens de oorlog een prototype van een voertuig dat het midden hield tussen een auto en een scooter. In 1947 werd op het salon van Parijs de productieversie D2 voorgesteld. De Rovin D2 was zo goedkoop mogelijk gemaakt, met een slechts 2,8 meter kort (zelfdragend) koetswerk dat zo eenvoudig mogelijk was gehouden. Technisch gezien koos hij nochtans voor vrij gesofisticeerde oplossingen: een watergekoelde tweecilinderboxer en achterwielaandrijving via een ketting.
De Rovin D2 kende een mooi succes: van 1947 tot 1948 zijn er zo’n 700 exemplaren van gemaakt. Vandaag is deze guitige Fransman uiterst zeldzaam op de markt te vinden. In 2013 is een exemplaar geveild voor liefst 40.000 dollar.?
Vond je dit artikel interessant en wil je het laatste autonieuws meteen in je mailbox ontvangen? Schrijf je – net als meer dan 300.000 autoliefhebbers – nu gratis in via e-mail: