Aan het begin van de jaren ‘60 wilde David Brown, die toen aan het hoofd stond van Aston Martin, het merk Lagonda, waarvan hij ook eigenaar was, nieuw leven inblazen. Tegelijkertijd wilde hij zijn gamma ook uitbreiden met een vierdeurs model dat meer op gezinnen gericht was en luxueuzer voor de dag kwam dan de DB4 die het merk op dat moment aanbood… De naam voor het model stond al vast: Rapide, zoals bij de majestueuze Lagonda’s uit de jaren ‘30... 

Je moest geen uitzonderlijke verbeelding hebben om de gelijkenissen met de DB4 te spotten: de Lagonda Rapide stond op hetzelfde onderstel en nam zo goed als ongewijzigd diens achterpartij over. Vooraan geeft de Rapide geen blijk van dezelfde finesse als zijn tweedeurs zustermodel: de 4 koplampen en het radiatorrooster doen denken aan de geflopte Ford Edsel en oogstten heel wat kritiek.

Een grommende 6-in-lijn

De techniek was bekend terrein: de zescilinder-in-lijn met dubbele nokkenas was rechtstreeks afgeleid van de DB4, maar met een cilinderinhoud die vergroot werd tot 4 liter (een evolutie die in 1963 ook terug te vinden was op de bekende DB5), en gevoed door twee Solex carburateurs. Hij moest eerder soepel zijn dan nerveus, dus zakte het vermogen tot 236 paarden. Zo goed als alle exemplaren werden uitgerust met een automatische drietraps versnellingsbak. Enkele klanten die de automaat te traag vonden, vroegen echter om een handgeschakelde versnellingsbak met 4 verhoudingen en een overdrive… die Lagonda met tegenzin leverde!

Een stevige flop!

Tijdens de 3 productiejaren werden amper… 55 exemplaren gebouwd! Een stevige flop die verklaard kan worden door zijn extravagante prijs (in die tijd 25% meer dan die van de DB4), de beperkte bruikbaarheid achteraan en de weinig geliefde neus… Bovendien zou David Brown, ondanks de astronomische prijs, aan elk verkocht exemplaar veel geld verloren hebben!

Vandaag

  • Het aantal overlevende exemplaren is uitzonderlijk: 47 Lagonda Rapide zouden nog bestaan
  • Als je geduld hebt, kan je er ondanks de zeldzaamheid toch tegenkomen in de internationale zoekertjes.
  • De prijzen variëren enorm: reken tussen de 150.000 en de 200.000 euro… wat 4 tot 5 keer minder is dan een Aston Martin DB5 die veel makkelijker te vinden is! 
  • Enkele exemplaren hebben mettertijd hun automaat ingewisseld voor een handgeschakelde versnellingsbak. Daarmee boet de originaliteit wat in voor een aangenamer gebruik. 
  • Deze auto’s kosten een fortuin om te restaureren. Ga dus voor een smetteloos exemplaar, als je genoeg geduld hebt en de nodige centen! 

Op zoek naar een oldtimer?

Ben jij op zoek naar een oldtimer? Ontdek onze nieuwste zoekertjes voor oldtimers nu hier: