Land Rover gaat experimenteren met een Defender op waterstof. Dat is een nieuwswaardig feit in een tijd waar zowat elke andere constructeur deze brandstof de rug toekeert wegens de forse ontwikkelingskosten en het extreem hoge energieverbruik dat gepaard gaat met de productie van het goedje. Er zijn echter een paar koppige uitzonderingen – BMW, Hyundai, Toyota en een paar kleine spelers – en Land Rover voegt zichzelf nu aan dat lijstje toe. CEO Thierry Bolloré zegt dat waterstofauto’s “complementair zullen zijn aan batterij-elektrische auto’s” in het toekomstige gamma van de constructeur.
Twee paarden
Met andere woorden: Land Rover wedt op twee paarden tegelijk. Kan zo’n kleine constructeur zich dat wel veroorloven? Wel in het Verenigd Koninkrijk, waar de regering genereuze steunmaatregelen biedt via zijn “Advanced Propulsion Centre”. Bovendien stapt Land Rover niet alleen in het project, want het betrekt diverse andere industriële partners in het geheel. Sowieso heeft Land Rover zichzelf tot doel gesteld om tegen 2036 enkel nog auto’s zonder plaatselijke CO2-uitstoot te produceren en tegen 2039 ook de hele productieketen CO2-neutraal te laten verlopen.
10 miljoen tegen 2030
De Britten verwachten veel meer succes voor brandstofcelwagens op waterstof dan de meeste andere constructeurs: tegen 2030 zouden er wereldwijd 10 miljoen van deze “FCEV’s” (Fuel Cell Electric Vehicles) rondrijden. Die zouden hun waterstof tanken in 10.000 tankstations verspreid over de hele wereld.