De Franse groep Europcar Mobility Group staat aan de rand van de afgrond. Het bedrijf zat al in slechte papieren voor de huidige viruscrisis. Eind 2019 had Europcar reeds gewaarschuwd dat het zijn financiële doelstellingen niet zou kunnen halen.

Schadelijke lockdown

Het coronavirus heeft een groot deel van de wereld tot stilstand gebracht en dus ook de gebieden waar de Franse verhuurder actief is (zo’n 140 landen). Het bedrijf had net zijn wagenpark uitgebreid in voorbereiding op de Paasvakantie en het zomerseizoen. Sinds begin maart verkeert het aantal reserveringen echter in vrije val. De problemen begonnen in Italië en verspreidden zich vervolgens naar de rest van Europa, de Verenigde Staten, Australië en Nieuw-Zeeland.

Die situatie is onhoudbaar voor een groep met wereldwijd 10.000 werknemers, waardoor Europcar zich verplicht ziet de Franse overheid te hulp te roepen. De Franse krant Le Monde berichtte afgelopen dinsdag dat het bedrijf bij een groep van banken een lening aan het onderhandelen is van 223 miljoen euro. Die stap wordt ondersteund door de Franse regering via het Interministeriële Comité voor Industriële Herstructurering (CIRI), dat grote bedrijven in moeilijkheden moet ondersteunen. De komende dagen zou een akkoord kunnen worden aangekondigd.

Koudwatervrees bij banken

In totaal nemen zestien internationale banken deel aan de onderhandelingen, waaronder de grootste financiële instellingen van Frankrijk. Maar die hebben veel koudwatervrees. Le Monde bericht namelijk dat zelfs een borgstelling door BpiFrance (de openbare investeringsbank) voor 90 procent van het geleende bedrag tot op heden geen enkele van de financiële instellingen over de streep heeft kunnen trekken. De banken zijn niet geneigd om geld te lenen aan het bijna ten dode opgeschreven Europcar en het risico van 10 procent verlies te slikken.

Op langere termijn zouden de problemen van Europcar en eventueel van andere verhuurders gevolgen kunnen hebben voor de autosector omdat een grote afzetmarkt dan verdwijnt.