Als je naar het succes van de F-Pace kijkt, Jaguars eerste SUV, dan is het logisch dat de Britten er een kleinere versie bij willen. Maar de E-Pace is verre van een verkorte F-Pace: hij gebruikt hetzelfde platform als zijn Land Rover-stalgenoten Evoque en Discovery Sport en drijft in zijn basisversie dus alleen de voorwielen aan, terwijl de F-Pace dat doet met de achterwielen. Heeft deze kleine E-Pace dan genoeg Jaguar-DNA?
De tekentafel
Aan zijn looks te zien alvast wel. Het radiatorrooster is typisch Jaguar, de lange, smalle koplampen met J-vormige dagrijlichten knipogen duidelijk genoeg naar de F-Type. Dat doen de achterlichten en de gespierde schouders achteraan trouwens ook, met dank aan de sterk aflopende daklijn. Het geeft de E-Pace een dynamisch uiterlijk. Hij lijkt op foto trouwens groter dan hij is: met een lengte van 4,40 meter is deze E-Pace net geen 3 centimeter langer dan een Range Rover Evoque.
Binnenin vertaalt zich dat in vijf zitplaatsen. Vooraan geeft dat meer dan voldoende plaats, achteraan blijf je beter weg van het panoramisch dak als je niet teveel wilt beknibbelen op de hoofdruimte. De kofferruimte is met 577 liter met de achterbank rechtop behoorlijk ruim, maar de achterbank is niet in de lengte verschuifbaar of de rugleuning niet verstelbaar. De rugleuning neerklappen levert wel een vlakke laadvloer op, en een totaal van 1.234 liter aan kofferruimte.
Niet alleen de buitenkant, maar ook de binnenkant haalt zijn inspiratie bij de F-Type: het driespakige sportstuur, de keuzehendel voor de automaat en de handgreep voor de passagier op de middentunnel komen zo uit de sportwagen. Centraal op het dashboard staat een 10 duim groot infotainmentsysteem, het instrumentenpaneel is optioneel digitaal en 12,3 duim groot. De afwerkingskwaliteit op sommige basisuitvoeringen is misschien niet helemaal wat je van een Jaguar verwacht, maar over de R-Dynamic-uitvoering van onze testauto hadden we op dat vlak geen noemenswaardige opmerkingen.
De testbank
Wij reden onze testrit met de D240, de krachtigste van de drie diesels die Jaguar in de E-Pace aanbiedt. De 2.0 Ingenium-viercilinder met 240 pk staat in het E-Pace-gamma dus boven de viercilinders met 150 en 180 pk. Hij drijft standaard de vier wielen aan (alleen de 150 pk-versie is voorwielaangdreven) en is gekoppeld aan een negentrapsautomaat.
Met twee turbo’s en een koppel van 500 Nm zit deze D240 nooit om trekkracht verlegen. Hij accelereert ondanks zijn relatief hoge gewicht (1,9 ton) vlot naar 100 km/u: in 7,4 seconden. Zijn topsnelheid bedraagt 224 km/u. De dieselmotor is keurig gedempt, maar laat zich bij een koudstart of onder acceleratie wel eens horen. Dan wil de versnellingsbak in zijn automatische stand wel eens wat blijven hangen.
Maar rijdynamisch voelt deze E-Pace zich in zijn element. Ondanks zijn hoge en zware postuur houdt hij zijn koetswerkbewegingen onder controle – meer nog met de optionele adaptieve dempers – en stuurt hij opmerkelijk scherp in. De 240 pk-versie heeft recht op een aangepaste vierwielaandrijving die de achterwielen sneller in het spel betrekt. De voorwielen breng je dus nauwelijks van de wijs, waardoor de E-Pace opmerkelijk neutraal stuurt.
Net als bij de grotere F-Pace kozen de Britse ingenieurs voor een iets stuggere demperafstelling om het koetswerk onder controle te houden. Dat merk je vooral bij lage snelheden, maar zorgt voor minder problemen op de snelweg. De stugge reacties kunnen wel worden versterkt door een te grote velgkeuze – op de E-Pace kan je zelfs kiezen voor 21-duimsvelgen.
De rijpolitie
De E-Pace biedt een relatief volledige veiligheidsuitrusting, met een aanrijdingswaarschuwing met noodremhulp, vermoeidheidswaarschuwing, uitgebreide parkeerhulp met camera’s, en een adaptieve snelheidsregelaar met rijstrookhulp. Alleen fileassistentie zien we niet meteen terug.
De gadgets
Het 10 duim grote infotainmentsysteem omvat intelligente navigatie die je gewoontes leert en kan eventueel gekoppeld worden aan een uitgebreide Meridian-geluidsinstallatie. Apple CarPlay en Android Auto staan voorlopig niet op het lijstje: Jaguar gebruikt daarvoor zijn eigen InControl-systeem, waarmee je Spotify op je infotainmentscherm kunt toveren of vanop afstand de status van je auto kunt checken. Ten slotte is er nog de Activity Key: een sleutel in de vorm van een polsband die je tijdens het sporten kunt dragen.
De rekening
De D240 is in de E-Pace verkrijgbaar vanaf € 53.900. Een stevig prijskaartje, en vlot € 10.000 meer dan de D180 met automaat. Het R-Dynamic-pakket, dat je E-Pace sportiever aankleedt, kost je € 3.050 extra. De standaarduitrusting van de E-Pace is al wel vrij degelijk, met led-koplampen, automatische airco met twee zones, parkeersensoren met achteruitrijcamera, een cruise control met rijstrookhulp en een vermoeidheidswaarschuwing. Voor de luxe ben je meestal wel aangewezen op de optielijst.
Op het einde van onze testweek klokten we af op een gemiddeld verbruik van 7 l/100 km, net geen liter meer dan de 6,2 l/100 km die Jaguar zelf opgeeft. De CO2-uitstoot bedraagt tot slot 162 g/km.
Het verdict
Laat de voorwielaandrijving je niet afschrikken: de E-Pace beschikt wel degelijk over Jaguar-DNA. Niet alleen in zijn looks, maar ook in zijn rijgedrag. Daar zit de chassisafstelling van deze D240 voor veel tussen. Maar of die versie daarom een must is, is een andere vraag: de D180 is niet alleen verrassend zuiniger, maar ook een stuk goedkoper.