Voor Europese klanten die over de aankoop van een veelzijdige stadswagen nadenken beperkt de keuze zich vaak tot de gevestigde waarden van het segment: Renault Clio, Peugeot 208, Citroën C3, Ford Fiesta, Volkswagen Polo, Opel Corsa, etc. Voor ‘outsiders’ is het dus niet eenvoudig om een plaats te veroveren in een segment dat al druk bevochten wordt door historische leden ervan.
Sensuous Sportiness
Nadat Hyundai in het segment een figurantenrol heeft gespeeld met zijn Getz, blijft het doorgaan met zijn krachtsontplooiing met de i20, waarvan we vandaag de derde generatie ontdekken. Qua stijl onderscheidt deze nieuwe generatie zich van zijn eerder anonieme voorgangers door zijn sportieve designtaal met de naam Sensuous Sportiness. Een charismatische stijl, die hij deelt met de onlangs voorgestelde Tucson.
Naast zijn suggestieve radiatorrooster en zijn originele kont onderscheidt deze derde i20 zich door zijn proporties, die sportiever zijn dan die van zijn voorganger: hij is lager (-24 millimeter), breder (+30 millimeter) en ook iets langer (+ 5 millimeter). Ook de wielbasis gaat er lichtjes op vooruit (+ 10 millimeter).
Verrassende binnenruimte
Hoewel de i20 dicht bij de symbolische grens van de vier meter (4,04 meter) blijft waar alle referenties in dit segment rond schommelen, onderscheidt hij zich door zijn opmerkelijk ruime interieur. De beenruimte achterin is zelfs zeer prettig gezien de beperkte buitenmaten.
Beknotte koffer met 48 volt
Op praktisch vlak gaat ook de beschikbare bagageruimte van deze nieuwe i20 erop vooruit in vergelijking met die van zijn voorganger: + 26 liter, voor een totaal van 352 liter. Of toch wanneer je genoegen neemt met een ‘normale’ koffer.
Als je kiest voor de versie met de microhybridisering van 48 volt, moet je leren leven met de batterij onder de vloer en dus met een koffer die krimpt tot 262 liter.
Verzorgde afwerking
Voorin ontdek je een bijzonder verzorgd afgewerkte bestuurderspost: modern en puur. Mopperpotten zullen weliswaar wijzen op een paar weinig flatterende harde kunststoffen die wat afsteken tegen dit verder mooie plaatje, maar voor dit segment is de afwerking toch best prettig. En ook het praktische (bergvakken, ergonomie) is verzorgd.
Top-infotainment
Maar waar deze nieuwe i20 zijn rivalen vooral in de touwen doet belanden, is op het vlak van infotainment. Het is moeilijk om hier alle aangeboden diensten en apps op te sommen. We beperken ons daarom tot het vermelden van de twee grote schermen van 10,25 duim met hun gelikte beeldscherpte, hun hoge reactiesnelheid en de indrukwekkende hoeveelheid mogelijkheden. Al zijn ze niet allemaal even nuttig, zoals de functie waarmee je onderweg naar ‘geluidssferen’ kan luisteren om te ontspannen. Je houdt ervan of niet, dat hangt af van je voorkeuren.
Het enige nadeel is dat het aantal mogelijkheden soms zo talrijk is dat de keuzeknoppen op het scherm klein worden en moeilijk kunnen worden bediend tijdens het rijden. Met wat oefening raak je er echter aan gewoon en leer je het vrij vlot bedienen. En dan is er nog de vrij efficiënte spraaksturing van deze i20.
En gelukkig heeft de i20 het goede idee gehad om traditionele fysieke knoppen te behouden voor de bediening van de klimaatregeling.
Bewaarengelen
De demonstratie gaat verder bij de veiligheidsuitrusting. Hyundai bespaart duidelijk niet op de uitrusting om de i20 de mogelijkheid te geven om de referenties van het segment het hoofd te bieden. Of toch wanneer je gaat voor de hoogste uitrustingsniveaus, want Hyundai maakt het helaas niet mogelijk om de i20 op maat uit te rusten.
Enkel benzine
Op mechanisch vlak komt de nieuwe i20 minder vernieuwend uit de hoek, want hij neemt genoegen met de motoren van zijn voorganger. Bij wijze van instapversie vinden we de atmosferische 1.2 van 84 pk, maar die wordt enkel aangeboden in de instapversie Air om de prijs van de i20 onder de grens van de 17.000 euro te trekken. Het hart van het gamma wordt gevormd door de 1.0-turbodriecilinder van 100 of 120 pk.
iMT
Deze turbomotor is weliswaar verkrijgbaar als conventionele verbrandingsmotor, maar onderscheidt zich ook door een microhybridisering van 48 volt. In de praktijk past deze licht geëlektrificeerde oplossing perfect bij de driepitter omdat die hem bijzonder gewillig maakt bij lage toerentallen dankzij de kleine duw in de rug van de alternator-starter.
Ander goed nieuws: deze microhybridisering van 48 volt werkt perfect, zowel met de optionele gerobotiseerde zevenversnellingsbak als met de manuele zesbak. Die laatste gebruikt de zogenaamde iMT-technologie, waardoor hij van de motor kan worden losgekoppeld zodra de bestuurder het gas lost. In de stand Eco kiest de motor zo heel vaak voor de vrijloop met de motor uitgeschakeld zonder dat de bestuurder de pook in neutraal moet zetten.
Voor sceptici: weet dat het iMT zo snel/efficiënt werkt (de bak koppelt bliksemsnel weer aan zodra je remt of accelereert) dat je op geen enkel moment de behoefte voelt om de stand Normal of Sport in te schakelen waarmee je het uitschakelt.
Meer rijplezier
Ander goed nieuws is dat deze nieuwe i20 zich niet alleen ‘rond’ toont in de stad of in vrijloop kan rollen op de grote verkeersassen. Hij is ook efficiënter en aangenamer geworden om over een bochtige weg te jagen. We komen in de buurt van het rijplezier dat de Ford Fiesta biedt, al is zijn voortrein nog net iets minder snedig en is hij nog net ietsje minder levendig. Maar in grote lijnen hoeft deze i20 zich op dynamisch vlak niet te schamen tegenover de concurrentie.
Hoe veel kost hij?
De basis-i20, aangedreven door de atmosferische 1.2 van 84 pk, begint bij 16.599 euro. Met de 1.0-turbo van 100 pk starten de prijzen echter bij 19.099 euro zonder de microhybridisering van 48 volt. Reken op 21.599 euro voor de goedkoopste i20 met deze oplossing en een manuele versnellingsbak. Of zelfs 22.849 euro als je bovendien de DCT-automaat met dubbele koppeling wil toevoegen. Vervolgens schieten de prijzen boven de 25.000 euro voor de rijkelijkste versies met 120 pk.
Ons verdict
De i20 biedt voor zijn segment een uitmuntend infotainment en rijhulpsystemen. En het geheel is verpakt in een koetswerk dat verleidelijk oogt en dat met verzorgde praktische aspecten uitpakt. De 1.0 T-GDI met microhybride van 48V blinkt uit door zijn soepele werking. Enig minpuntje: de stugge uitrustingspolitiek van Hyundai laat je niet toe om de wagen “à la carte” aan te kleden… en doet het prijskaartje al snel door het plafond schieten.