We concentreren ons hier trouwens op de tweede generatie van de Bel Air, ongetwijfeld degene die het meest aanspreekt.

1. Geef de voorkeur aan een V8

De Bel Air van 1955 was de eerste naoorlogse Chevrolet die met een V8 werd aangeboden. Let wel: die was een optie, want de basismotor was een zescilinder in lijn van 3,5 of 3,9 liter. Maar de V8 is een echte meerwaarde op het vlak van plezier, koppel en geluid. Zelfs in zijn basisversie van 4,3 liter en 164 pk is dit blok heel aangenaam. Voor de overbrenging bestonden diverse mogelijkheden, zowel manueel als automatisch. De behoorlijk vaak gekozen Powerglide-automaat met… 2 versnellingen maakt van de Bel Air nu niet bepaald de koning van de weg…

2. Injectie en bijna 300 pk

In 1957 introduceerde Chevrolet mechanische injectie op zijn V8 met de ronkende naam “Super Turbo-Fire”. Vergis je echter niet: van een turbo was onder de motorkap geen sprake. Deze motor beloofde bijna 290 pk en transformeerde de Bel Air in een heuse sportwagen. Helaas hebben maar heel weinig exemplaren deze optie gekregen, en het aantal garages dat deze krachtbron kan afstellen en betrouwbaar houden is nog veel zeldzamer.

3. Uitgebreide keuze… ver van hier

Op onze markt is de tweede generatie van de Bel Air relatief courant. Flink wat exemplaren zijn gepersonaliseerd met moderne velgen, soms een opgevoerde motor en een verlaagde ophanging. Een versie in perfect oorspronkelijke staat vinden kan veel ingewikkelder worden dan je zou verwachten. Tenzij je de Atlantische Oceaan oversteek, want in de VS is de keuze enorm.

4. Waar moet je op letten?

Zoals steeds is roest je grootste vijand. Gelukkig bestaan er aan de overkant van de Oceaan specialisten die al de nodige onderdelen kunnen leveren voor een restauratie. De mechaniek is betrouwbaar, maar kijk toch eens naar de vaak verwaarloosde wieltreinen. Let tot slot ook op de banden: standaard werd de Bel Air geleverd op diagonaalbanden, maar je monteert beter radiaalbanden, die veel veiliger en geruststellender zijn.

5. Hoeveel?

Een moeilijke vraag… Gezien het grote aantal opties, motorversies en koetswerken (berline met 2 of 4 deuren, cabriolet, coupé, break,…) is het moeilijk om er een prijs op te kleven. Temeer omdat veel exemplaren voor veel geld zijn gerestaureerd maar vaak wel van het origineel zijn afgeweken. Reken op 12.000 tot 60.000 euro, met als uitersten een berline met de basiszescilinder of een goed uitgeruste cabriolet met V8.

 

Op zoek naar een oldtimer?

Ben jij op zoek naar een oldtimer? Ontdek onze nieuwste zoekertjes voor oldtimers nu hier: