Toegegeven, verbrandingsmotoren staan niet symbool voor de toekomst. Alle constructeurs proberen vandaag om de CO2-uitstoot van hun modellen zoveel mogelijk te verminderen. Een neveneffect daarvan is dat alternatieve aandrijfvormen worden ontwikkeld, waaronder elektrische aandrijving.

20201119081448porsche.jpg

Toch heeft de verbrandingsmotor zijn laatste woord nog niet gesproken en miljoenen wagens op benzine, diesel of gas zullen nog jarenlang op onze wegen rondrijden. Daarom kijken autobouwers als Porsche naar zogenaamde synthetische brandstoffen. Dat zijn brandstofmengsels die niet zijn afgeleid van aardolie, maar die uit een andere bron zijn gewonnen, zoals steenkool, bruinkool of aardgas.

In tegenstelling tot waterstof moeten deze brandstoffen van een nieuwe generatie niet onder hoge druk of gekoeld worden opgeslagen om ze te kunnen vervoeren. Tankstations kunnen dus gewoon met tankwagens worden bevoorraad zoals nu gebeurt met conventionele brandstoffen. Porsche-CEO Oliver Blume legt uit: “Synthetische brandstoffen op basis van volledig hernieuwbare energie bezitten het potentieel om een belangrijk element te worden”. Zeker omdat 70 procent van de Porsches die ooit zijn gebouwd sinds het merk is opgericht vandaag nog steeds rondrijdt.

Dure synthese

20201118180234pccbround2zolder2019sized-101.jpg
Alleen is de productie van synthetische brandstoffen duur. Een liter synthetische benzine kost vandaag 10 dollar. Toch is Porsche ervan overtuigd dat die prijs in de toekomst zal zakken en het hoopt op middellange termijn te kunnen landen op minder dan 2 dollar per liter. De perfectionering van deze brandstoffen en de democratisering van hun productie zal uit de autosport komen, die ook heel sterk inzet op deze toekomstoplossing.