Superdiesel

Audi koos voor zijn TT de 2-litermotor TDI van 170 pk met common rail. Sportieve modellen uit de VAG-stal zoals de Seat Leon FR, Skoda Octavia RS en VW Golf TDI kregen, met succes, deze motor ingeplant. Alleen de 1.8-litermotor TFSI heeft met 160 pk nog iets minder vermogen, maar het 350 Nm sterke koppel bij 1.750 omwentelingen per minuut belooft veel goeds.

Sound

Wie aan de TT denkt, denkt ook aan een hese en metaalachtige sound. Een goed bestudeerde in- en uitlaat kunnen bij een benzinemotor wonderen doen. Bij de omschakeling van pompverstuivers naar common rail werd de diesel heel wat stiller. Maar voor een betere sound is er een hele trukendoos bovengehaald. Het resultaat is ontgoochelend. In traagloop hoor je het typisch geratel van de TDI. Gedempt, maar duidelijk hoorbaar. Eens op weg stoot de uitlaat een sympathieke en diepe brom uit die door het gefluit van de turbo ondersteund wordt. Het is nog lang niet de knappe sound van de TFSI, maar ook niet meer het geratel van vroeger. Met de kap dicht rijdt de TT erg stil.

Verbruik

De motor is erg bereidwillig en boven de 1.700 omwentelingen per minuut bezorgt hij je een stevige duw in de rug. Hij klimt gewillig in de toeren en bezorgt de TT goede prestaties: in 7,7 seconden sprint hij van 0 tot 100 km/uur. Hij haalt een topsnelheid van 223 km/uur. Aan de pomp speelt hij zijn sterkste troef uit. Gemiddeld verbruikte de TT slechts 6,8 liter per honderd kilometer. Audi kondigt een CO2-uitstoot aan van 144 g/km. Voor een auto met sportieve prestaties zijn dit schitterende cijfers.

Quattro

Met de TFSI onder de kap lijkt de TT soms trekkracht te verliezen. Het hoge koppel van de diesel zou de vooras in moeilijkheden brengen. Met de Quattro blijft de trekkracht in alle omstandigheden gegarandeerd.

Levendig

Met de lichte TFSI onder de motorkap en tweewielaandrijving is de TT een toonbeeld van levendigheid. De zwaardere dieselmotor en de vierwielaandrijving geven hem wat meer onderstuur. Toch hoeft dit geen handicap te zijn op bochtige weggetjes. De vooras stuurt nog steeds messcherp en de achteras reageert lekker licht. Even gas wegnemen bij het insturen zorgt gegarandeerd voor een zijsprongetje. Maar ook als je de auto ‘op de remmen’ in de bocht stuurt, zorgt de levendige achteras voor rijplezier. De stuurinrichting is precies en stevig, terwijl de remmen goed bijten en erg uithoudend zijn. Bochtige weggetjes blijven dan ook het uitverkoren speelterrein van de TT.

Comfort

Zolang je niet overdrijft met de doormeter van de velgen, rijdt de TT vrij comfortabel. De ophanging is vrij droog zonder te hard te zijn. Als je echter voor het S-Pack met 19-duimsvelgen en de laagprofielbanden opteert, zijn langere ritten op de snelweg een marteling voor je rug. De TT is ruim en iedereen vindt in de uitstekende stoelen een goede rijhouding. De ergonomie is verzorgd en de afwerking is haast perfect. Het enige minpunt is het tekort aan bergruimte, maar in een roadster kan je dat verwachten.

Het pijnpunt

Voor al dat moois moet je een stevige prijs betalen: de basisprijs bedraagt 36.420 euro en voor de coupé moet je 35.200 euro neertellen. De standaarduitrusting is beperkt. Automatische airco, inklapbare spiegels, elektrische bediening van de kap, interieur in leder en alcantara en en snelheidsregelaar. Je vindt het allemaal in de (dure) optielijst.

Conclusie

Alleen het typische dieselgeluid in traagloop en de lagere toerentallen verraden dat je met een zelfontbrander rijdt. De TDI combineert passie en ratio. Gespierde hernemingen en goede prestaties zijn gekoppeld aan een laag verbruik. Een overtuigende combinatie. Maar we blijven ervan overtuigd dat de benzinemotor met zijn schitterende motorsound en hoge toerentallen ons nog veel leuke momenten zal bezorgen.