Paolo Simoncelli, de vader van Marco, heeft op de hoofdzetel van Aprilia de motor in ontvangst genomen waar Super Sic in 2008 wereldkampioen mee werd. Marco maakte zijn unieke en karakteristieke reputatie inderdaad waar met motoren van de Piaggio groep.

"Marco is een belangrijk element in de Aprilia geschiedenis, en de Piaggio Groep in het algemeen" legt Luigi Dall'Inga, Technisch directeur van Aprilia Racing, uit. "Samen met ons en aan het stuur van zijn Gilera 250 haalde hij de wereldtitel en het respect van duizenden fans binnen. Marco was een moedige en fantastische piloot, maar blijft in ons geheugen achter als een grote en jonge man dat meteen een glimlach op het gezicht toverde van alle mecaniciens van de renstal."

Aligi Deganello, teambaas van het team waarmee Simoncelli de wereldtitel binnenhaalde in 2008, was ook aanwezig op de ceremonie. "Deze stichting is de beste manier om Marco te eren. Hij was heel bewust van het feit dat hij het nodige geluk had gehad, en dat was zijn reden om zich in te zetten voor de minstbedeelden. Deze motor heeft altijd een bijzonder effect op mij gehad, hij doet mij terugdenken aan het harde werk en het plezier toen Marco de wereldtitel won".

De Marco Simoncelli Stichting werd opgericht om humanitaire projecten te steunen, met in het bijzonder projecten voor de jeugd. Het doel van de stichting is om sport meer in de samenleving te betrekken op basis van de waarden dat van Marco een geliefde en betrokken ambassadeur hebben gemaakt.

"Dit is nog maar eens een speciale dag, en een bijzondere geste dat ons recht naar het hart gaan. Het doet onze familie terugdenken aan de overwinning dat Marco zo gelukkig heeft gemaakt. Op 20 oktober 2008 maakte hij op zijn motor zijn droom waar", vertelt Paolo Simoncelli. "Ik herinner mij nog dat hij op de lage school al heel goed wist wat hij wou. "Op een dag zal ik wereldkampioen worden" was de zin dat het meest terugkwam in zijn dagboek. Een droom dat die dag werkelijkheid werd voor hem en het Metis Gilera team. Ik sta er dan ook op om Aprilia nogmaals te bedanken."