Historiek

“Age before beauty” en dus beginnen we met de oudste van de twee. De carrière van de Midget startte, net als die van zijn tweelingbroer Austin Sprite, in 1961. Een tijd waarin een kleine 948 cc van 46 pk volstond om een kleine tweezitter aan te drijven. Met de loop der tijd verburgerlijkte de er als een mini-MGB uitziende Midget en kreeg hij luxeartikelen als neerdraaibare deurruitjes, echte deurklinken en zelfs een dak. Spartaans dus. De laatste in de lijn was een 1500 cc die van 1974 tot 1979 geproduceerd werd. Het is deze 1500 die we hier zullen testen en de Midget was ondertussen al behoorlijk uitgerust, voor die tijd toch. De motor kwam van Thriumph en ten behoeve van de Amerikaanse wetten werden vooraan en achteraan lelijke stootblokken, alias bumpers gemonteerd. Maar na een totale productie van 226.000 exemplaren werd de productie stopgezet.

De Mazda verscheen in 1989 op het toneel. Het originele roadster concept werd als het ware weer uitgevonden en het knappe autootje behield enkel het plezier en de fun en gooide al de rest overboord. Bij de eerste versie had je de keuze tussen twee motoren en werd tot in 1997 geproduceerd. Bij de tweede versie werden de uitklapbare lichten door vaste exemplaren vervangen en de koets bleef tot 2005 in productie. De laatstgeborenen behoudt het originele recept dat jarenlang voor succes zorgde. Het design evolueerde maar behoudt toch een zekere soberheid.

Stijl

De Miata is simpel getekend met eenvoudige, ronde vormen die toch gespierd overkomen. De wielkasten geven de koets een sportief uitzicht en de dubbele uitlaat staat hem goed.

Ook de Midget is strak en zuiver getekend, maar de lijn wordt door de plompe bumper nodeloos verzwaard. De lijn is typisch jaren zestig met stijlelementen als de geprononceerde wielkasten voor en achteraan en heel wat chroom. Toch charmant, niet!?

Aan boord

Het interieur van de japanner ziet er opgeruimd uit, zonder evenwel teveel frivoliteiten te verkopen. Het geheel is zwart, functioneel en ergonomisch. Alles valt perfect in de hand en de chauffeur voelt zich dadelijk op zijn gemak. Toch hebben dubbele meters het moeilijk om een goede rijpositie te vinden. De oorzaak moeten we bij het niet in de hoogte regelbare stuur en de beperkte hoofdruimte gaan zoeken.

In de Midget keren we naar een andere wereld terug. Ergonomie was een onbestaand begrip en de rijpositie leek toen van weinig belang te zijn, zo scheef zit je in de auto. Bergruimtes waren niet nodig, maar ik krijg mijn 1m88 wel zonder problemen kwijt. Zelfs als de enige regeling de langsverstelling van de stoel is en aan boord klimmen (?) de nodige soepelheid vereist. Ons testexemplaar had het stuur rechts en dus was het zoeken naar de bedieningselementen. Het lijkt grappig, maar het is toch verwarrend als de handrem half onder de passagiersstoel verscholen wordt, de starter zich tussen je knieën bevindt en de bedieningsknoppen her en der verspreid staan. Maar de uitstraling is onvervalsbaar seventies en erg verleidelijk. De chromen omranding van de rijkelijk voorziene instrumenten en de metalen vlakken zorgen voor een typische sfeer. En dan is er nog die achteruitkijkspiegel die op zijn poot da voorruit haast in tweeën deelt. Ach…

Motor

De Miata kreeg uiteraard een moderne motor mee, maar toch kan je hem maar moeilijk het topje van de technologie noemen. De 1.8l ontwikkelt 126 pk en produceert bij 4500 omw een koppel van 167 Nm. Het is vooral een ronde motor die vanuit de laagste toeren herneemt en de naald van de toerenteller snel naar de rode zone duwt, ook al is dat niet zijn grootste betrachting. Hij is erg bereidwillig, maar komt toch wat karakter tekort en klinkt wat banaal. Op dit vlak is de tweeliter met zijn diepe en volle stem veel beter gediend. De 160pk’s van deze laatste laten het chassis nog meer tot uiting komen, maar ook hier blijft het karakter weer wat achterwege. En bovendien komt hij in de lage toeren wat kracht tekort.

Naast dit alublok met dubbele bovenliggende nokkenassen en vier kleppen per cilinder, lijkt het blok van de Midget wel uit de oertijd te stammen. Blok en cilinderkop zijn uit gietijzer, de nokkenas ligt beneden kort bij de krukas, de ontsteking werkt nog met onderbrekers, terwijl de voeding beroep doet op twee prachtige en lekker ouderwetse SU-carburatoren. Contact en het Triumphblok gromt lekker door de vrije uitlaat. De zware en krasse stem brengt je dadelijk in de juiste sfeer terwijl heel de koets meetrilt op het tempo van de op en neergaande zuigers. De erg progressieve koppeling laat je toe om zelfs met een minimaal klein streepje gas te vertrekken. De motor is zo soepel dat je werkelijk vanuit traagloop al op het gas kan. Hij herneemt erg vlot en het zou me niet verwonderen dat een kenner aan de vibraties kan voelen aan welke toeren de motor draait. Op autosnelwegen gaan we begrijpelijker wijze niet sneller dan 100 kmh, terwijl de vibraties je achterste masseren. Alles trilt en davert en door de diepe brom lijkt het wel alsof je aan het stuur van een bommenwerper onderweg bent. Uiteraard heeft het geen zin om hoger als 3500 of 4000 toeren te draaien of je zou het risico willen nemen om de motor in de soep te draaien en een klep in je oog te krijgen. Toch verrast de motor door zijn levendigheid en stuwt hij de Midget, zelfs naar hedendaagse normen, vlot vooruit. Het blok moet dan ook maar 800 kg voortbewegen, terwijl het bij een echt lichtgewicht als de MX-5 toch 300 meer zijn.

Ook aan het uiteinde van de motor is er een verschil van dag en nacht. De versnellingsbak van de Miata laat zich als een joystick bedienen en is zowel in 5- (1.8 l) als 6-bak (2l) uitvoering, erg plezierig met zijn vlotte en precieze bediening. De Midget heeft een 4-bak die je met de nodige voorzichtigheid en dubbele ontkoppeling moet bedienen. De pook trilt dat het een lust is, terwijl het inleggen erg mechanisch aanvoelt. Je voelt de tanden als het ware in elkaar grijpen. De overbrenging mag je kort (MX-5) tot zéér kort (MG) bestempelen. Je kan bij manier van spreken de hele dag in de hoogste versnelling rijden, maar dat heeft wel tot gevolg dat je op autosnelwegen aan 100 kmh een goede 3700 toeren draait, wat voor een dergelijk brok techniek al behoorlijk hoog is.