Ondanks de opkomst van nieuwe koetswerkvarianten zoals de kleine SUV’s zijn twee op de drie wagens in het Europese B-segment nog altijd klassieke berlines zoals de 208. Daarom is Peugeot niet van plan om te investeren in pakweg een 208 coupé-cabriolet. Het blijft dus bij de 208 hatchback en de 2008 cross-over.
Voor een facelift van de 208 was er gelukkig wel budget. Dit is dan ook een bijzonder belangrijk model voor het Franse merk, want geen enkele Peugeot verkoopt beter dan de 208 en binnenkort rondt de 208 de kaap van één miljoen verkochte exemplaren. Hiermee staat hij in topdrie van zijn klasse in Europa (verkoop 2014).
Iets nieuws?
De kans is groot dat je de verschillen met de ‘oude’ 208 niet meteen spot. Vooraan moet je kijken naar de koplampen, het grotere radiatorrooster met dikkere chroomrand en de nieuwe bumper met mistlampen die meer naar de hoeken werden geplaatst. Hogere uitrustingsniveaus hebben een ‘equalizerrooster’ met 3D-effect. Achteraan zie je in de led-lichten met 3D-effect opvallende klauwen, alsof een kat in de lichten heeft gekrabd.
Textuurlak
Peugeot presenteert drie nieuwe koetswerkkleuren voor de 208: orange power, ice grey en ice silver. ‘So what?’, denk je misschien. Maar die laatste twee zijn bijzonder. Ze zien eruit als een matte lak, maar voelen ruwer aan. Het gaat niet om wrapping, maar om een extra vernislaag. Die wordt in dezelfde cabine gespoten als de metaalkleuren; alleen de buitenste afwerkingslaag verschilt waardoor het lakprocedé relatief goedkoop blijft. De meerprijs bedraagt 630 euro, tegenover 450 euro voor een metaalkleur. Wij vinden het subliem, maar smaken verschillen uiteraard. Let wel op: bij koetswerkschade is het niet mogelijk om kleine retouches aan te brengen en moet het volledige paneel herspoten worden, waarvoor de Peugeot-dealers de nodige training hebben gekregen.
Uitrusting
Je kunt de 208 ook verder personaliseren met nieuwe uitrustingspakketten of een sportieve uitvoering zoals de GT Line of GTi by Peugeot Sport, gebaseerd op de 30th-verjaardagsversie. Aan de binnenkant heeft Peugeot niet veel veranderd, maar er is interessante nieuwe uitrusting zoals Active City Brake (een automatische noodrem voor in de stad), MirrorScreen om je smartphone te spiegelen op het grote scherm (MirrorLink en CarPlay), extra diensten (geolocalisatie bij diefstal, een virtueel onderhoudsboekje) en een parkeercamera die achteruitrijden vergemakkelijkt.
Op de weg
We starten onze test met de nieuwe 1.2 PureTech. De kleine driecilinder benzinemotor levert dankzij een turbo 110 pk en komt vinnig en soepel uit de hoek. In vergelijking met andere driecilinders blijft het motorgeluid relatief goed op de achtergrond. Het enige minpunt is de manuele versnellingsbak. Die telt maar vijf versnellingen (wat de spreiding en de prestaties bij lage toeren niet bevordert) en schakelt minder aangenaam door de te lange schakelwegen. De nieuwe automaat (van Aisin) wist ons meer te overtuigen. Die telt zes verzetten en schakelt erg snel.
Peugeot nam ook zijn diesels onder handen, waardoor de 1.6 BlueHDi in zijn versie met 75 of 100 pk nog maar 3 l/100 km verbruikt. Wie doet beter? In de Oostenrijkse bergen haalden we dat gemiddelde natuurlijk niet en bleken de 100 paarden ook maar net voldoende (voor de volledigheid: een versie met 120 pk is ook mogelijk). Vaak terugschakelen van derde naar tweede is dus de boodschap. Ook het geluid van de diesel viel wat tegen, met een irritante fluittoon vanaf 2.000 tr/min.
Conclusie
Aan de rijervaring in de 208 is op zich niets veranderd. Dat betekent dat de 208 nog altijd bijzonder precies stuurt en een uitstekend compromis biedt tussen comfort en rijdynamiek. De rijhouding met het kleine stuur en de hoge tellers blijft wel wennen. De nieuwe 1.2 PureTech met 110 pk maakte een positieve indruk (zeker met de automaat), terwijl de 1.6 dieselversies zuiniger zijn dan ooit.