Pick-ups hebben al een paar jaar de wind in de zeilen en blijven maar marktaandeel veroveren in de sector van de lichte vrachtvoertuigen. Ze spreken uiteraard professionele gebruikers aan, maar ook particulieren als gevolg van hun gunstige fiscaliteit (of toch op dit moment…). De bestseller op de Europese markt is vandaag de Ford Ranger, en dat al een paar jaar op rij. Vandaag betreedt echter een nieuwe kamper het strijdtoneel: de Jeep Gladiator. Met zo’n naam is het duidelijk dat hij ruzie zoekt. Maar is dit model met zijn coole look en XXL-formaat voldoende sterk gewapend om de huidige kampioen het leven zuur te maken?
Uitrusting en afwerking: gelijkspel
De tijd waarin pick-ups niet meer waren dan echte bedrijfsvoertuigen is voorbij. Vandaag zijn ze uitgerust met de jongste technologie, maar ook vrij goed afgewerkt. Met een adaptieve snelheidsregelaar, straffe connectiviteit met Android Auto of Apple CarPlay en een waaier aan sensoren en camera’s is de optielijst van deze twee zwaargewichten heel volledig. Als de Ford zich weet te onderscheiden, dan is het door zijn afwerking. Aan het stuur krijg je nooit het gevoel dat je met een vrachtvoertuig rijdt dat tot 3,5 ton mag slepen. In de Jeep ziet het plaatje er anders uit. De scharnieren zijn zichtbaar, er zijn meer harde kunststoffen en op sommige plaatsen in het interieur is het koetswerk te zien. Hij is dus wat rustieker. Maar dat maakt ook deel uit van zijn charme. Bovendien kan je bij de Jeep het dak en de deuren verwijderen en de voorruit naar voren klappen. Natuurlijk zal je dat in België in de praktijk niet al te vaak doen, maar het feit dat het kan laat je wel dromen. Gelijkspel.
Comfort: punt voor Ranger
Ook onderweg doet de Ranger zijn utilitaire kant vergeten. Zijn motor is niet altijd even discreet, maar rol- en stroomlijngeluiden worden zeer goed onderdrukt. Het ophangingscomfort is vergelijkbaar met wat je mag verwachten van een klassieke SUV van het zelfde formaat, ondanks de achterophanging met bladveren. Wegoneffenheden worden goed gefilterd zonder dat het beest daarom sterk gaat rollen in bochten. De kwaliteit van de schokdemping is vergelijkbaar of zelfs nog iets beter in de Gladiator. Dat kleine voordeel heeft hij ongetwijfeld te danken aan zijn achterwielophanging met schroef- in plaats van bladveren. Maar qua geluiddemping hinkt de Jeep ver achterop. Wanneer de motor wordt belast, lijkt het wel alsof hij gewoon in het interieur ligt. En met zijn lijnenspel is het ook moeilijk om wonderen te verrichten: de rechtopstaande voorruit en radiatorrooster zijn gewoon muren en kunnen de lucht niet op een stille manier doorklieven. Vergeet ook niet dat de Gladiator nog steeds bijna al zijn koetswerkpanelen kan afwerpen: dak, deuren en zelfs de voorruit. Heel plezant allemaal, maar een ramp voor de geluiddemping.
Motor: punt voor Gladiator
Een blik op de technische fiches volstaat om te begrijpen dat de Jeep het voordeel heeft met zijn motor. Zijn V6-diesel ontwikkelt 264 pk en 600 Nm aan koppel, tegenover 213 pk en 500 Nm voor de dikke viercilinder in de neus van de Ford. Dat merk je bij de acceleraties, die gezwinder aanvoelen in de Gladiator. Temeer omdat onze twee kemphanen allebei rond de 10 l/100 km verstoken. Een duidelijke overwinning voor de Jeep? Niet echt. Om al dat vermogen te kunnen benutten, moet het door de transmissie passeren. En de 10-trapsautomaat van Ford is een echte revelatie. Ze geeft de Ranger weliswaar geen voordeel qua verbruik, maar maakt hem wel extreem soepel om mee te rijden. Kruipen aan lage snelheid is kinderspel en verloopt in alle zachtheid. Je ziet jezelf zo een forse aanhangwagen tot op de millimeter maneuvreren. Een echt voordeel voor professionele gebruikers. Neemt de Ford daarom een voorsprong door zijn automaat, die beter overtuigt dan de achttrapsautomaat van de Jeep? Neen. De vierwielaandrijving Selec-Trac van de Gladiator is namelijk vollediger en omvat onder meer een 4x4 Auto-modus, die meer gemoedsrust brengt op gladde ondergrond. Daarmee wint de Jeep het pleit.
Weggedrag: punt voor Ranger
Uiteindelijk is het algemene rijgedrag van onze twee vechtersbazen vrij vergelijkbaar, waardoor de strijd wordt beslecht met de besturing. De Ranger rijdt niet meer zoals een vrachtvoertuig maar wel zoals om het even welke auto. Weliswaar een auto van meer dan 2 ton en 5 meter lang, maar toch een auto. Het stuurgevoel is heel natuurlijk. Je waant je bijna aan het roer van een (heel dikke) Fiesta. In de Gladiator daarentegen is de besturing heel typisch voor een echte offroader, met een grote ontdubbeling en een uitgesproken vaagheid rond het midden. Bij dagelijks gebruik neemt de Ranger hier een duidelijke voorsprong.
Prijs: punt voor Ranger
De versie Wildtrak met dubbele cabine van onze test-Ranger begint bij 46.089 euro. De Gladiator staat in de prijslijst als Overland vanaf… 65.900 euro. Dat geeft de Ranger niet gewoon een voorsprong, want het is goed voor een verpletterende overwinning. Op praktisch vlak kan de laadbak van de Ford bovendien net iets meer dan een ton aan en hij mag tot 3,5 ton slepen. De Gladiator, die veel groter is, heeft geen ruimere laadbak, en mag er daarnaast niet meer dan 500 kilo in vervoeren. Bovendien kan hij maar aanhangwagens van tot 2,7 ton slepen. Dat zijn heel belangrijke verschillen voor professionele gebruikers.
Besluit: winst voor Ranger
Op basis van de rationele feiten wint de Ranger deze vergelijking fluitend en behoudt hij zijn titel. De Jeep heeft gewoon niet de nodige wapens in huis om de kampioen van de arena ongerust te maken. Elke rationele koper zal dus voor de Ford kiezen. Maar het hart is niet altijd rationeel… We houden van de Gladiator om zijn uitstraling. Hij is een echte Jeep, met alles wat daarbij hoort. Je koopt hem dus uit goesting…
Wil je steeds de laatste autotests ontvangen?
Vond je dit artikel interessant en wil je onze recentste autotests meteen in je mailbox ontvangen? Schrijf je – net als meer dan 300.000 autoliefhebbers – nu gratis in via e-mail: