20200619094331op1.jpg

Begin de jaren 2000 probeerde Opel om zijn merkimago een jeugdige boost te geven. De leiding van het merk wou een speelse en heel basic roadster, naar het voorbeeld van de Lotus Elise. Eens het project groen licht kreeg, werd dan ook die laatste auto gekozen als donor van het platform en… de productielijn. Toen hij in 2001 op de markt kwam wist de Opel Speedster heel wat aandacht te trekken: de pers was enthousiast over zijn sportieve silhouet en zijn prestaties.

20200619094333op2.jpg

Technisch gezien was het aluminium chassis rechtstreeks overgenomen van de Lotus, maar de motor kwam van het merk zelf. De keuze viel op een 2.2-viercilinder van 147 pk. Die bood voldoende koppel en kreeg al snel het gezelschap van een meer explosieve turboviercilinder van 200 pk. Met die motor en een gewicht van zo’n 900 kilo knalde de Speedster van 0 naar 100 km/u in minder dan 5 seconden.

20200619094332op3.jpg

Op papier zag alles er goed uit, maar in de praktijk viel de situatie tegen. De Opel-dealers, die gewoon waren om brave berlines te verkopen, wisten niet goed hoe ze een zo bijzondere auto aan de man moesten brengen. Bovendien genoot de nochtans veel duurdere Lotus Elise een veel sterker imago. In 2005 staakte Lotus de productie na minder dan 7.200 geproduceerde exemplaren, waarvan minder dan 2.000 Turbo-versies.

20200619094332op4.jpg