Vanuit puur ecologisch standpunt kunnen we lang discussiëren over de keuzes die onze leiders hebben opgelegd, die de snelle overbodigheid van onze huidige wagens doorduwen door stroom de voorkeursbrandstof te maken via een paar verrassende gedachtesprongen. Het aantal Renault 4’tjes die ik kruiste tijdens een 2.300 kilometer vakantierit doorheen het Franse hinterland heeft me ervan overtuigd dat het veel milieuvriendelijker is om 300.000 of 400.000 kilometer te rijden aan het stuur van dezelfde (bescheiden) auto dan om elke vier jaar van SUV te veranderen, zeker als die daarbij altijd maar krachtiger moet zijn.

Wisselende ecologie

Maar ‘consuminderen’ lijkt helemaal niet aan de orde van de dag. Het lijkt er dus op dat de toekomst berust bij de elektrische auto en stilstaan bij de vuile en verkwistende exploitatie van zeldzame aardmetalen voor de productie van zonnepanelen, de rotors van windmolens of de batterijen van elektrische auto’s zit er niet in. Of moeten we het hebben over de esthetische aantrekkelijkheid van windmolens, waarvan elk exemplaar niet minder dan 7.000 ton beton en ijzer vergt? Alleen al om zijn eigen ecologische voetafdruk op te heffen moet zo’n windmolen al heel lang draaien: de wereldwijde CO2-impact van de cementindustrie alleen al wordt geschat op 7 à 8 procent… En dan moeten we nog in rekening brengen dat het gemiddelde, reële en nuttige vermogen van een windmolen die het hele jaar door werkt slechts een vijfde is en dat van een fotovoltaïsche installatie slechts een zesde van het geïnstalleerde vermogen. Wat echter wel klopt: in de stad laat een elektrische auto een gemakkelijker in te ademen lucht achter dan een auto met verbrandingsmotor. Dus als het dan toch een elektrische auto moet zijn, dan is dat beter een kleine stadswagen dan een zware SUV waarvoor je binnenkort een vrachtwagenrijbewijs nodig hebt.

Zinvol

De Zoé is daarom zeer zinvol en kent een welverdiend succes, met meer dan 160.000 geproduceerde exemplaren sinds zijn lancering in 2012, waarmee hij goed is voor een Europees marktaandeel van bijna 20 procent. Renault is heel vroeg aan zijn elektrische bocht begonnen en verklaarde al in 2009 marktleider te willen worden in duurzame mobiliteit, met een volledig gamma vanaf 2012 (Fluence Z.E., Kangoo Z.E., Zoé en Twizzy). Anderzijds is hun voornemen om tegen 2016 minstens 1,5 miljoen elektrische auto’s van de merken Renault en Nissan op de weg te brengen wel een paar obstakels tegengekomen: Renault zit op zijn eentje aan zo’n 250.000 geproduceerde EV’s. Dat weerhoudt de constructeur er niet van om al vier opeenvolgende jaren marktleider te zijn in Europa en al tien jaar ervaring te genieten op dit vlak.

De Zoé kwam destijds op de markt met een batterij van 22 kWh en een motor van 65 kW (88 pk). In 2016 kon de Zoé kiezen voor een batterij van 41 kWh en dook onder de motorkap een nieuwe motor op van 80 kW (109 pk). Met deze nieuwe Zoé gaat Renault nog een stap verder: de motor ontwikkelt voortaan 100 kW of 136 pk en de batterij is gegroeid tot 52 kWh. Deze grote technische evolutie wordt relatief discreet in het uiterlijk vertaald: een hertekende motorkap, een meer expressieve bumper, een scherpere led-blik met C-vormige lichtsignatuur, rode lichten, een meer karaktervol radiatorrooster met groter ruitlogo, een paar nieuwe koetswerktinten en meer velgen van 15 tot 17 duim. Eigenlijk alles van een klassieke facelift na een carrière van een paar jaar.

Recyclage

Het interieur geniet daarentegen een diepgaande vernieuwing, met een volledig nieuw dashboard. Hij wijdt een 10 duim groot instrumentenbord met meervoudige weergave in en neemt het verticale aanraakscherm over voor toegang tot navigatie en infotainment. De kwaliteitsindruk is er opmerkelijk op vooruit gegaan en bij wijze van knipoog naar de circulaire economie neemt de centrale band de stof over van de stoelbekleding, die is gemaakt in restanten van stof, veiligheidsgordels en plastic flessen. Omdat dit materiaal op traditionele wijze wordt gekaard, zonder thermische of chemische behandeling, heeft het een 60 procent kleinere ecologische voetafdruk. De Zoé bevat 22,5 kilo gerecycleerde kunststof, waarvan een paar elementen zichtbaar zijn op het dashboard.

Onder de andere evoluties zien we dat de handremhendel is vervangen door een elektrische parkeerrem, dat de versnellingspook kan kiezen tussen de klassieke rijmodus ‘Drive’ en de stand ‘Brake’ voor meer motorrem en dus rijden met één pedaal, en dat een aantal comfortelementen zijn toegevoegd zoals inductief laden voor smartphones, een akoestische voorruit en een paar dikkere geluiddempende materialen. Verder zijn in het interieur maar weinig veranderingen op te merken: grotere mensen zitten nog steeds met hun hoofd dicht tegen het plafond op de achterbank, die bovenop de batterij staat.

AC/DC

Technisch gezien heeft de grotere opslagcapaciteit van de batterij haar niet fysiek groter gemaakt. Nog interessanter is dat de Zoé kan worden besteld (als optie, waarschijnlijk voor een duizendtal euro) met een interne lader die gelijkstroomladen toelaat aan 50 kW, naast wisseltroomladen aan 2,3 tot 22 kW. Op die manier is hij tegen alle situaties opgewassen, van thuis laden tot het gebruik van laadpalen in parkings en winkelcentra en snelladen aan DC-palen langs de snelweg, waar hij tot 150 kilometer rijbereik recupereert in een half uur. Achter het ruitjeslogo op de neus schuilt voortaan een CCS-stekker die bestaat uit een standaard Europese connectie en een tweepinnige ingang voor gelijkstroomladen.

Het speelterrein dat Renault slim had uitgekozen bestond enkel uit heel mooie wegen die veel optrekken en afremmen vergden zodat we een maximale hoeveelheid energie konden recupereren. Het WLTP-rijbereik van 386 kilometer ligt heel dicht bij de realiteit: na 230 gereden kilometers hadden we nog 150 kilometer over met een verbruik volgens de boordcomputer van 12,7 kWh/100 km. Het plaatje had er ongetwijfeld anders uitgezien na een snelwegrit aan 120 km/u, maar laten we geen spelbederver zijn, want de nieuwe Zoé kan zich ook buiten de stad uit de slag trekken. Beter nog: hij blijkt heel tof om mee te leven. We gaan geen heel artikel wijden aan het plezier van een elektrische aandrijving, die stil en trillingvrij werkt. De onmiddellijke acceleratie van de elektromotor maakt flitsende inhaalmaneuvers mogelijk waar premiumwagens met automatische of gerobotiseerde versnellingsbak niet toe in staat zijn. Het hoge gewicht van 1.500 kilo voel je nauwelijks omdat het ideaal is geplaatst: laag bij de grond en tussen de assen. Perfect voor veel plezier op de kleine hobbelbaantjes van ons testparcours.

Ons verdict

Ondanks zijn leeftijd blijft de Zoé een aantrekkelijk aanbod. Zijn slim opgefriste interieur maakt hem aangenaam om in te leven en hetzelfde geldt voor zijn wegprestaties. Qua uitrusting heeft hij voortaan recht op alle nodige rijhulpsystemen en connectiviteit. Kwatongen zullen mopperen over zijn uiterlijk dat sinds 2012 nauwelijks is gewijzigd en dat het lastig kan krijgen bij de confrontatie met de nieuwe Peugeot e-208 of VW ID.3. Maar in tegenstelling tot die twee kan je een Zoé kopen zonder batterij. Die laatste huur je dan bij Renault, wat een mooie manier is om de aankoopprijs te verzachten…