Investeren in een van de auto’s op deze lijst zal je niet rijk maken, benadrukt Hagerty, maar ze zullen je wel een brede glimlach bezorgen! Deze auto’s worden momenteel namelijk wat over het hoofd gezien op de verzamelaarsmarkt en zouden dus de komende jaren in waarde moeten stijgen. Wat de lijst des te interessanter maakt, is dat Hagerty een bijzonder diverse selectie heeft gemaakt: van de jaren ‘60 tot 2010, met sportwagens, GT’s, een break, een stadswagen, grote 4x4’s en zelfs… een teletijdmachine! Of toch bijna…
1. Jaguar E-Type S1 3.8 (1961-1964)
De E-Type is een betoverende auto, die door heel wat mensen - waaronder een zekere Enzo Ferrari - wordt beschouwd als de mooiste auto ter wereld. De eerste versie, die ook door Hagerty wordt benoemd, is de mooiste van allemaal, met zijn dashboard in geborsteld aluminium, oncomfortabele maar schitterende kleine kuipstoeltjes en vooral zijn krakende Moss-versnellingsbak die alleen door de meest ervaren bestuurders wordt gewaardeerd! Achter het stuur stelt de E-Type niet teleur, integendeel: de mooie Brit is veel moderner, levendiger en gebalanceerder dan het overgrote merendeel van zijn concurrenten! Waar wacht je nog op? Misschien op de 130.000 euro die nodig is voor een exemplaar?
2. Volvo P1800 (1961-1972)
Zijn design is opvallend verfijnd en zijn interieur is een waar kunstwerkje: de P1800 is ongetwijfeld de meest sexy Volvo van allemaal! Zelfs Roger Moore moest zwichten voor zijn charmes. Sportief is hij niet, de P1800 is vooral een aangename en gemakkelijke coupé die je naar het eind van de wereld brengt dankzij zijn ijzersterke betrouwbaarheid. Vraag maar aan wijlen Irv Gordon, die er meer dan 5 miljoen kilometer mee wist af te leggen - een absoluut record! Na een kleine dip in de waarde lijken de prijzen nu weer te stijgen.
3. Ferrari 400/412 (1976-1989)
De 400/412 is een van de minst begeerde Ferrari’s: zijn lijnen zijn wat te generisch en zijn standaard meegeleverde automaat (destijds een primeur voor het merk) houdt de romige V12 wat tegen. Maar nu is het tijd om zijn kwaliteiten weer te erkennen: een magnifieke, comfortabele GT die aangenaam rijdt dankzij zijn betoverende V12 onder de kap. De zeldzame versies met handbak zijn een stuk meer waard!
4. Datsun 280ZX (1978-1983)
Het tweede album is altijd moeilijk! De Datsun 240Z uit 1969 is een waar icoon dankzij zijn prachtige design en zijn prestaties, maar zijn opvolgers hebben het moeilijk gehad om in zijn voetsporen te treden. Ze zagen er vaak sneller uit dan ze waren, zoals de cijfers van de 280ZX uit 1978 ook bewijzen: zijn 2,8 liter-zescilinder ontwikkelde amper 135 pk, onder meer door de strengere emissienormen die in de jaren ‘70 werden ingevoerd. Maar de Turbo-versie uit 1981 veranderde alles: daarmee had je 180 pk onder je rechtervoet! Een onterecht miskend juweeltje.
5. DeLorean DMC-12 (1981-1983)
De DeLorean heeft zich al onsterfelijk gemaakt als de tijdreizende auto van Doc Brown in de ‘Back to the Future’-films. Maar naast zijn sterrenstatus is het verhaal achter de roestvrijstalen coupé minstens even bijzonder. Het is het geesteskind van een flamboyante voormalige GM-topman, John Z. DeLorean. Het chassis werd samen met Lotus ontwikkeld, het design kwam van Giugiaro en de motor was de bekende PRV-V6. Een futloze motor die misschien wel de carrière van de DMC-12 heeft verpest. Maar vandaag maakt zijn design dat meer dan goed.
6. Ford Bronco II (1984-1990)
Dit is een iconisch stukje Amerika uit de jaren ‘90! Er zijn dan ook niet veel coolere wagens dan een Bronco om mee op avontuur te gaan. De 2,8 liter-V6 van 115 pk uit de eerste exemplaren is een beetje underpowered, dus kies liever voor de versies van na 1986, met een 2,9 liter-V6 van 140 pk. Daarmee is het nog steeds geen raket, maar dat is ook niet belangrijk. Volgens Hagerty blijft de gemiddelde leeftijd van Bronco II-eigenaars dalen, het bewijs dat je er nu van moet profiteren! Een goede raad: blijf weg van de dieselversie, die is bijzonder zeldzaam, maar ook bijzonder traag.
7. Honda Prelude (1997-2001)
Onder de anonieme look van de laatste Honda Prelude schuilt er een klein wonder van techniek! Hij is minutieus geassembleerd door kwaliteitsgeobsedeerde arbeiders en is daarmee onverwoestbaar. Bovendien zitten er pittige motoren onder de kap, zoals de 2.2 van 185 pk die verzot is op toeren maken! Nog een groot pluspunt: je kan deze motor ook koppelen aan vierwiel…sturing!
8. Mini Cooper S (2002-2006)
De renaissance van Mini onder BMW-bewind is een gouden zet geweest op commercieel vlak. De Duitse reus heeft dan ook geen half werk geleverd met het ontwerp deze vrolijke neo-retro stadswagen. Op de weg kan de Cooper S nog steeds mee met moderne sportwagens, dankzij zijn ultrawendbare chassis en zijn fluitende motor met compressor, die 163 pk levert. Reken op een prijs van 5.000 tot 7.000 euro, geen geld voor dit soort rijplezier!
9. Mercedes G 500 (2002-2008)
De G-Klasse is een baksteen in XXL-formaat en staat vooral bekend om zijn recente AMG-versies, waarvan de zijdelingse uitlaatpijpen je wakker schudden als de eigenaar besluit het gas in te trappen. Pak je het liever subtieler aan, dan is er nog de G 500, met zijn smeuïge V8 van een driehonderdtal pk en met een eenvoudig, maar met mooi leer bekleed interieur. Geen ideale stadsauto, dat spreekt voor zich, maar wel een onverwoestbare machine als je er zorg voor draagt! Er zijn maar weinig modellen die in de buurt komen van zijn terreincapaciteiten, maar hetzelfde geldt voor zijn verbruik…
10. Dodge Magnum SRT-8 (2006-2008)
De Dodge Magnum is technisch verwant aan de Chrysler 300C SRT-8, maar heeft een nog flitsendere naam en vooral een bijzondere vorm. Het is de echte ‘bad boy’ onder de breaks, een zeldzame koetswerkvorm voor een Amerikaan. Zijn 6,1 liter-V8 levert 425 pk met een daverende brul, maar… hij is hier nooit officieel geleverd! Deze ouderwetse Dodge gaat het liefst zijdelings door de bocht, maar biedt wel ruimte voor het hele gezin en een ladekast in de koffer. Misschien wel de minst politiek correcte auto op dit lijstje, en daarmee een laatste der Mohikanen.
11. Lamborghini Gallardo (2003-2016)
Last but not least: de Lamborghini Gallardo! Een model dat geniet van alle expertise van Audi om de fouten uit het verleden te doen vergeten, maar het blijft een echte Lambo met een V10 die je trommelvliezen eruit blaast! Maar het is ook een iets rationelere Lambo, met klassieke deuren, comfortabele zetels en vierwielaandrijving. De onderhoudskosten zijn nog steeds hoog, maar tegenwoordig vind je ze al voor minder dan 100.000 euro dankzij de relatief grote oplage (14.000 geproduceerde exemplaren!). De meest zeldzame (en kostbare) versies zijn die met een manuele versnellingsbak.