Was de eerste generatie i30 uit 2007 nog een weinig opvallende middenmoter, dan springt vooral het contrast tussen generatie twee en drie in het oog: de vorige generatie uit 2011 was een scherp getekende hatchback, met hoekige lijnen en een duikende snuit. De huidige kiest voor de softere aanpak, maar boet daarbij tegelijk wat in aan persoonlijkheid: een amalgaam van invloeden zorgen ervoor dat de Koreaan zijn eigen stijl wat is kwijtgeraakt. Jammer, al wil dat niet zeggen dat het geheel er niet stijlvol uitziet.
Is er wat aan de afmetingen veranderd?
Jazeker: in de lengte kwam er 4 centimeter bij (4,34 meter in totaal), in de breedte bijna twee centimeter (1,80 meter) en in de hoogte ging er een centimeter af (1,46 meter). Ook het koffervolume nam toe: het steeg van 378 tot 395 liter met de achterbank rechtop, maar met de achterbank naar beneden verlies je enkele liters: van de 1.316 liter in de vorige versie blijft er 1.301 liter over. Nog steeds voldoende om opgewassen te zijn tegen de concurrentie.
Hoe is de sfeer aan boord?
Daar boekt de i30 vooruitgang: het interieur en de bedieningsorganen voelen kwalitatiever aan dan in zijn voorganger. Hyundai kiest nog steeds voor harde plastics en het geheel oogt wat somber en zakelijk, maar alles voelt solide en degelijk geassembleerd aan. Bovendien is de ruimte aan boord van deze i30 zeker correct: er is voldoende plaats vooraan en een goede rijpositie heb je snel gevonden, en ook achteraan kunnen twee passagiers comfortabel plaatsnemen.
Wat zit er onder de motorkap?
Wij voelden twee motoren aan de tand waarvan de Koreanen verwachten dat ze het bij ons goed zullen doen: de 1.0 T-GDi, een kleine benzine-driecilinder van 120 pk en 170 Nm, en de 1.6 CRDi, Hyundais zelfontbrander van 110 pk en 280 Nm. Beide motoren waren gekoppeld aan een manuele zesversnellingsbak. Snelheidswonders zijn ze geen van beide: de 1.0 T-GDi doet 11 seconden over de sprint naar 100 km/u en stopt bij 190 km/u; de 1.6 CRDi legt gelijkaardige cijfers voor. Verbruiken doen ze dan weer weinig: gemiddeld 5 l/100 km voor de benzine-driecilinder (108 g CO2/km) en 4,1 l/100 km voor de dieselmotor (99 g CO2/km).
En in de praktijk?
Daar ligt het verbruik natuurlijk iets hoger: we tikten af op 7,3 l/100 km in de T-GDi en op 5,7 l/100 km in de CRDi. De driecilinder wordt wat geplaagd door lange verzetten en weinig respons onderin de toeren, waardoor je regelmatig moet terugschakelen. Gelukkig klimt hij graag in de toeren en kan je er dus een aangenaam tempo op nahouden. De driecilindersoundtrack klinkt bovendien enthousiast, maar storen doet het geronk nooit: Hyundai heeft de motor immers bijzonder goed gedempt.
De responstijd van de dieselmotor is een fractie trager en de zelfontbrander laat zijn stem iets nadrukkelijker horen, met wat meer trillingen in het interieur, maar zijn geluiddemping is correct en op niveau. De dieselaar laat zich makkelijker op koppel rijden dan de driecilinder, maar draait zijn hand evenmin om voor wat hogere toeren.
Hoe is de verhouding dynamiek/comfort?
Die helt duidelijk over in het voordeel van comfort: de besturingsorganen missen scherpte om echt te overtuigen, maar varen vooral wel bij een ontspannen rijstijl. Idem voor het chassis, dat volwassen en voorspelbaar reageert, en geënt is op een veilig weggedrag. Het tempo kan zeker de hoogte in met deze Hyundai – en dan nog het liefst met de T-GDi, die lichter aanvoelt in de neus – maar in combinatie met de schokdemping levert dat vooral een i30 op waarmee het ontspannen en comfortabel rijden is.
Hoeveel kost deze i30?
De 1.0 T-GDi vind je in de catalogus vanaf € 21.599. Daarvoor krijg je al een meer dan correct uitgeruste i30, met onder meer automatische koplampen, een snelheidsregelaar, klimaatregeling, aanrijdingswaarschuwing met noodremhulp, vermoeidheidswaarschuwing, rijstrookassistentie, enzovoort. Wij reden echter met een “Launch Edition”-versie. Die vind je voor € 24.000 in de catalogus, en voegt er onder meer led-koplampen, een automatische klimaatregeling en een navigatiesysteem met achteruitrijcamera aan toe. De duurste versie kost € 26.099, en doet er nog eens led-achterlichten, een regensensor, klimaatregeling met twee zones, zetelverwarming en een elektrisch regelbare bestuurderszetel bovenop.
Dieselen met deze 1.6 CRDi doe je dan weer vanaf € 23.999, terwijl de Launch Edition van onze dieseltestwagen voor € 26.250 de showroom verlaat. De topuitvoering van deze 110 pk-versie kost hier € 28.499. Goed om weten: Hyundai past een typisch Aziatische optiepolitiek toe: een bijzonder beperkte optielijst, waardoor je voor meer uitrusting een uitrustingsniveau hoger moet kijken.
Besluit?
De Koreanen schermen er graag mee dat de i30 ontwikkeld werd in Europa voor de Europese markt. Met deze generatie hoeft Hyundai hoegenaamd niet te verbleken naast de talrijke Europese concurrenten, integendeel: de i30 koppelt een kwalitatieve afwerking en uitrusting aan een volwassen rijgedrag en een comfortabele rijbeleving. De 1.0 T-GDi is een uitstekende instap-turbobenzine, terwijl de 1.6 CRDi zich zonder meer en vlekkeloos van zijn taak kwijt.