Zo komt het dat we vandaag oog in oog staan met een van de laatste off-roaders van de klassieke school: een 4x4 die nog gestoeld is op een ladderchassis. Dat helpt hem niet alleen tegen de torsiekrachten bij het stevigere werk, maar filtert ook de trillingen en schokken in het interieur. Waar we onze Land Cruiser precies treffen? In Namibië, waar Toyota een uitdagend en extreem parcours heeft uitgestippeld.
De tekentafel
Aan de luchthaven van Walvisbaai staat één motorversie op ons te wachten: de 2.8 D-4D, de zelfontbrander die we ook terugvonden in het model vóór de facelift, en de enige motor die Toyota bij ons aanbiedt. De 2,8 liter grote vierpitter produceert 177 pk bij 3.400 tpm, maar is natuurlijk meer gebaat bij het royale koppel: 450 Nm bij 1.600 – 2.400 tpm voor de versie met zestrapsautomaat, 420 Nm bij 1.400 – 2.600 tpm voor de versie met manuele zesbak.
Een rondje om de Land Cruiser in de loden zon geeft alvast de visuele verschillen prijs: vooral de voorkant werd ingrijpend gewijzigd, met hertekende koplampen, bumpers en een aangepaste grille en motorkap. De lengte bedraagt nu 4,84 meter (6 centimeter extra), de breedte 1,86 meter en de hoogte 1,85 meter. Maar belangrijker voor het stevigere werk zijn de bodemvrijheid (21,5 centimeter) en de aan- en afrijhoeken (respectievelijk 31 en 25 graden).
Tijd om de klimaatregeling aan te zetten. Instappen dus, waar we meteen stoten op een strakker getrokken dashboard met nieuw infotainmentscherm, en twee draaiknoppen geflankeerd door andere toetsen voor het terreinwerk. Kwalitatief en stevig geassembleerd, dat wel, maar de displays mochten voor ons net dat streepje strakker en meer HD ogen. De voorstoelen steunen royaal en comfortabel, net als de achterbank.
De testbank
De eerste kilometers van ons Afrika-avontuur brengen ons langs de Skeleton Coast, met een mengeling van gravel- en asfaltwegen. Daar ontpopt de Japanner zich niet meteen als een dynamische SUV – een hoog zwaartepunt en dito gewicht staan dat in de weg – waardoor je weinig geneigd bent om met de verschillende rijmodi aan de slag te gaan. Sportieve prestaties zijn er evenmin: die worden wat gefnuikt door het utilitaire karakter van de D-4D. Hij haalt dus niet dezelfde finesse als prestigieuzere SUV’s, maar het is wel opmerkelijk hoe dicht hij dat niveau benadert. Vergeet niet: we spreken immers nog steeds over een klassieke off-roader.
Dan gaat het resoluut het onherbergzame binnenland in. De temperaturen stijgen, de wegen worden slechter: van door de droogte geribbelde gravelwegen over zandsporen en uitgedroogde rivierbeddingen tot mul zand waar je je onvermijdelijk in vastrijdt. Tenzij je Toyota Land Cruiser heet, want dan is dit je speelterrein en heb je een heel leger aan hulpmiddelen achter de hand.
Zo incasseert het ladderchassis moeiteloos de klappen van putten en uitstekende rotsen, legt de adaptieve ophanging het koetswerk hoger met een druk op de knop, en kunnen met het optionele Kinetic Dynamic Suspension System de stabilisatorstangen worden losgekoppeld voor een grotere wieluitslag. Dan is er nog het arsenaal aan differentiëlen, van het centrale Torsen-differentieel tot een open, gesloten of tweede Torsendifferentieel achteraan.
Echt interessant wordt het pas wanneer we richting Brandberg trekken en we een combinatie van rotsachtige beklimmingen, brakke waterplassen en modderige sporen voor de wielen geworpen krijgen. Met de onderste knop op de middenconsole de veldversnellingen selecteren en met de bovenste knop de juiste rijmodus uit het Multi-Terrain Select: van modder en zand tot losse stenen. Beter nog: het Crawl Control-systeem, een soort snelheidsregelaar waarmee de auto tegen een slakkengang zowat zelfstandig de steilste beklimmingen en afdalingen bedwingt. We hoeven alleen nog te sturen en eventueel te kijken op de 360-gradencamera.
De politie
De grootste beperking van de Toyota Land Cruiser blijkt uiteindelijk onze eigen durf en… de standaardbanden, die niet altijd opgewassen zijn tegen extreem terreinwerk. Dan is er het bandendrukcontrolesysteem natuurlijk, dat samen met Toyota Safety Sense tot de uitgebreide lijst van veiligheidsvoorzieningen behoort. Safety Sense omvat een aanrijdingswaarschuwing met voetgangerherkenning, adaptieve snelheidsregelaar, rijstrookwaarschuwing en verkeersbordherkenning. Ten slotte zijn er nog een dodehoekwaarschuwing en waarschuwing voor kruisend verkeer achter de auto.
De rekening
Wat de vernieuwde Toyota Land Cruiser aan het einde van de rit in Swakopmund moet kosten? Minstens € 41.570, maar dan kom je terecht bij de rudimentair aangeklede Active-versie. Zoals de Japanse traditie leert, moet je voor extra uitrusting een niveau hoger. Bij de Country (€ 48.650), of liever bij de Lounge (€ 63.860) of Premium (€ 70.150), waar je recht hebt op het terreinarsenaal. Er is ook nog een driedeursversie, die € 1.960 minder kost, maar waar Toyota maar een beperkt percentage van verwacht te verkopen.
Het verdict
De Toyota Land Cruiser is dus een off-roader van de oude school, en een van de laatste in zijn soort. Zoeken concurrenten genre Land Rover Discovery het meer richting luxe en gewone straatprestaties, dan houdt de Japanner vast aan zijn klassieke ingrediënten. Geen verfijnde en prestigieuze stads-SUV dus, maar een terreinbeest dat de mouwen opstroopt voor het betere ploeter- en sleepwerk, en dat dankzij de facelift mee is met zijn tijd. Net die kwaliteiten overtuigen klanten van over heel de wereld. Lekker eigenzinnig dus, en daar houden we wel van.