Begin jaren 90 hadden zowat alle Japanse constructeurs een sportieve coupé met zescilinder. Nodig voor het imago op de Amerikaanse markt, dat toen gek was van dit soort auto’s. Subaru wilde niet onderdoen en presenteerde ook een eigen GT: de Alcyone SVX. De vreemde naam verwijst naar de schitterendste ster uit de Plejaden, het logo van Subaru.
Opmerkelijke lijnen
De Italiaanse grootmeester Giugiaro werkte aan de auto. Hij leverde opmerkelijk werk: de auto was aerodynamisch ongezien verfijnd voor die tijd. En dan waren er de details nog, zoals de ramen in twee delen en de achterklep die doorliep tot in het profiel.
Technisch
Onder de motorkap zien we een huisgemaakt recept: vierwielaandrijving en een boxermotor. Die laatste telt zes cilinders en is 3,3 liter groot, toen de grootste Subaru-motor. De cilinderinhoud was groter dan die van zijn rivalen, maar de motor bleef braaf: zonder turbo tekende hij een vermogen op van 231 pk bij 5.400 tpm en een koppel van 309 Nm bij 4.400 tpm. Hij was standaard gekoppeld aan een oude viertrapsautomaat, maar zette eerlijke prestaties neer: 0-100 km/u in 7,6 seconden en een topsnelheid van 248 km/u. De auto koos dus duidelijk voor de GT-spirit dan voor rasechte sportiviteit.
Flop
De Alcyone SVX deed de business van Subaru geen goed: tussen 1992 en 1997 werden er iets meer dan 24.000 exemplaren geproduceerd (waarvan er minder dan 2.500 naar Europa gingen); het totale verlies voor Subaru bedroeg 75 miljoen dollar.
Vandaag
De SVX is vandaag nog steeds miskend. Sommige eigenaars hopen € 10.000 voor hun auto te krijgen, maar je vindt een mooi exemplaar voor minder dan € 8.000, en soms nog minder. Zoek je een comfortabele vierseizoensauto om je tussen andere youngtimers te onderscheiden, dan hoef je niet verder te zoeken!