De befaamde Groep B doet heel wat constructeurs dromen. Van Peugeot over Audi tot Ferrari, velen willen meedoen aan deze duivelse dans waarbij ontketende auto’s alles geven op listige parcours terwijl ze een kat-en-muisspel spelen met de vele toeschouwers. Allesbehalve politiek correct… De vele slachtoffers van deze divisie leiden tot haar einde in 1987.

Batmobile voor de pistes

Maar in 1985 is nog alles toegelaten. Citroën gelooft erin en onthult een BX vol testosteron, met een radicale look die vooral geïnspireerd lijkt op die van de Batmobile… Een voorwaarde om de auto te homologeren voor de race is dat er 200 voor de weg bedoelde ‘burgerversies’ moeten worden gebouwd. De directie geeft groen licht, maar heeft niet echt het nodige budget… Het resultaat is een onvoorstelbaar, bijna belachelijk knip- en plakwerk.

Ratjetoe

Om snel te kunnen werken tegen een zo laag mogelijke kostprijs gooien de ingenieurs links en rechts onderdelen bij elkaar die ze in het atelier vinden: de motor komt van bij Chrysler (een 2,1-liter grote viercilinder met 200 pk) en wordt overlangs ingeplant, in tegenstelling tot bij de ‘gewone’ BX, waar de motor dwars tussen de voorwielen is geplaatst. De vierwielaandrijving moet op asfalt worden afgekoppeld. Een bouwdoos, die wordt bijgestaan door een vijfversnellingsbak die bij de overleden SM wordt gehaald. De rondleiding in de geleende onderdelen zit er daarmee nog niet op, want er komen nog stukken bij van de Peugeot 505 en zelfs van de bestelwagen C35! Wat blijft er dan nog over van de oorspronkelijke BX? De hydropneumatische ophanging en de besturing met terugkeerbekrachtiging. Merkwaardige elementen voor een rallywagen…

Teleurstellende resultaten

Tijdens de rally’s blijkt de BX een teleurstelling, want hij moet vaak opgeven. Jean-Claude Andruet slaagt er toch in een zesde plaats te veroveren tijdens de rally van Zweden door het onderste uit de kan te halen. In 1987 wordt de Groep B afgeschaft en de auto zet zijn sportieve carrière verder in de rallycross, waar hij meer succes heeft.

De straatversie: niet lachen alsjeblieft!

Laat ons eerlijk zijn, de BX 4 TC is geen hoogtepunt voor Citroën. Het merk wou de agressie van het model versterken door een fors aantal verstralers op het radiatorrooster te monteren, terwijl de volle velgen en het fors uitgeklopte koetswerk niet echt verleiden. Op de motorkap is een bult aangebracht om ruimte te maken voor de motor. Maar in het interieur vinden we het toppunt van het spektakel: het dashboard lijkt zo uit de fantasie van een krankzinnige uitvinder te komen, met een collectie tellers die schijnbaar willekeurig zijn rondgestrooid. Indruk maakt het wel, maar je vindt er je weg niet in terug.

Op de weg was de BX 4 TC volgens de testverslagen van destijds een ramp: hij kampte met chronisch onderstuur en was gruwelijk onprecies omdat de auto absoluut niet op punt stond. De klanten trappen er niet in en slechts 86 exemplaren vinden een koper. De rest van de auto’s wordt door het merk vernield onder het strenge toezicht van deurwaarders!

Vandaag

Het is moeilijk, om niet te zeggen onmogelijk, om een prijs te plakken op dit model: ze zijn nauwelijks te koop te vinden. Eentje is in 2012 geveild door Artcurial, een bijna nieuw exemplaar (1.036 kilometer op de teller), en werd toegewezen voor iets meer dan 32.000 euro. Gezien de huidige populariteit van oude Groep B-modellen mag dat vandaag ongetwijfeld wat meer zijn… Veel geluk bij het vinden van zo’n zeldzaam beestje, temeer omdat de rommelige afwerking garant staat voor hoofdbrekens bij een restauratie!