Wil je een nieuwe Opel Insignia, maar tank je liever benzine dan diesel? Dan ben je eraan voor de moeite, want Opel verkoopt hem enkel nog met een zelfontbrander onder de motorkap. Dat kan contradictorisch lijken op een moment dat diesel (onterecht) in het verdomhoekje staat, maar er zit een logica achter.

Laatste loodjes

Die logica wordt gedicteerd door de Europese CO2-regels. Autogroepen die gemiddeld teveel uitstoten, riskeren een zware boete, en dus wordt er massaal overgeschakeld op de elektrificatie van aandrijflijnen om de theoretische CO2-uitstoot te doen dalen, al gebeurt dat niet altijd van harte. De Insignia is echter het laatste product in het Opel-portfolio dat nog stamt uit de tijd dat het merk toebehoorde aan General Motors, voordat PSA het overnam. Omdat PSA, nu een onderdeel van de Stellantis-groep, maximaal gebruikmaakt van de technologieën van de groep, die niet noodzakelijk makkelijk in te planten zijn in auto’s als de Insignia, kiest het er dan maar voor om de benzinemodellen met een hoge CO2-uitstoot te schrappen. De impact in ons land blijft beperkt, want bij meer dan 90% van de verkochte Insignia-modellen zit er een diesel onder de kap. 

Het lijkt er dan ook op dat de Insignia in zijn huidige vorm aan zijn zwanenzang bezig is. Als hij verdwijnt, wordt de keuze uit D-segment berlines en breaks nog wat beperkter, want onder andere ook de Ford Mondeo en Renault Talisman blazen binnenkort de aftocht. De VW Passat, die mag het nog één generatie langer proberen.