Aan het einde van de jaren ’60 besliste de grote ontwerper Giorgetto Giugiaro om op eigen benen te gaan staan en richtte hij Italdesign op. Een van zijn eerste conceptcars was deze Alfa Romeo Iguana, een verrassend project voor een sportwagen met centraal achterin geplaatste motor en een futuristisch uiterlijk. Als basis gebruikte Giugiaro de Alfa Romeo 33 Stradale, een radicale, uiterst zeldzame en sculpturale sportwagen. De rondingen van die laatste waren tegen het einde van de jaren ’60 echter niet meer met hun tijd mee.
Laag tegen de grond
Guigiaro tekende daarom een auto die welvingen combineerde met zuivere hoeken. Het resultaat was zowel agressief als elegant en verraste de bezoekers van het salon van Turijn van 1969. Zijn afmetingen waren bovendien echt buitengewoon: de Iguana was nauwelijks meer dan 4 meter lang, net iets hoger dan een meter, maar wel bijna 1,80 meter breed.
V8 met meer dan 8.000 o/m
De techniek haalde de Iguana bij de 33 Stradale: een rechtstreeks uit de autosport geleende V8 die centraal achterin was ingeplant. Deze motor was nauwelijks twee liter groot, maar haalde wel 8.000 o/m waardoor hij er tot 230 pk uitperste. Later kreeg de conceptcar trouwens de meer beschaafde motor uit de Montreal.
Buitengewone details
In een tijdperk waar alle sportwagens leken op een fort met zo klein mogelijke ruiten verraste de Iguana: dit prototype was een heus aquarium en zelfs het dak was in glas gemaakt. Verder had hij een elektrisch verstelbare spoiler en koetswerkpanelen in gepolijst metaal. Dat laatste idee zou Giugiaro trouwens hergebruiken voor de beroemde DeLorean.