Het verhaal van de Porsche 914 begint eind jaren 60. Porsche had als instapmodel de populaire 912, die visueel zowat identiek was als de 911, maar het met een viercilinder boxermotor stelde in plaats van een zescilinder. Die was dringend aan vervanging toe, vond Porsche, net als de legendarische Karmann Ghia van Volkswagen.

Samenwerking

Beide merken kwamen tot een overeenkomst: Porsche zorgde voor de ontwikkeling, VW voor de productieaantallen, waardoor de productiekosten lager zouden liggen. Ferdinand Piëch, toen baas van de afdeling onderzoek en ontwikkeling bij Porsche, werd projectleider van de 914. Die zou twee motoren krijgen: een viercilinder boxermotor en een zescilinder boxermotor. De vierpitter zou het VW-logo krijgen, de zescilinder het Porsche-wapenschild. Alleen in de VS, waar Porsche voor zijn imago vreesde als dezelfde modellen er ook met VW-logo zouden rondrijden, werden alle motorversies van de 914 als Porsche verkocht.

Sterfgeval

Het eerste prototype van de 914 werd voorgesteld in 1968. Niet veel later stierf Heinz Nordhoff echter, de CEO van Volkswagen. Zijn opvolger, Kurt Lotz, erkende de afspraak met Porsche echter niet en claimde de alleenrechten op de 914. Alleen wanneer Porsche mee aan de productiekosten zou betalen, zou het merk de 914 ook mogen maken. Uiteindelijk kwamen beide merken overeen de 914 in Europa als VW-Porsche te verkopen.

Vier en zes

Bij zijn debuut in 1969 kreeg de 914 dus twee versies: de 914/4, met 1,7 liter grote en 80 pk sterke Volkswagen-viercilinder boxermotor, en de 914/6, met twee liter grote en 125 pk sterke Porsche-zescilinder boxermotor. Koetswerkbouwer Karmann produceerde de 914/4 zelf, en stuurde de 914/6 naar Porsche voor de finale assemblage.

Evoluties

Door de hoge productiekosten van de 914/6 lag zijn basisprijs niet ver onder die van de Porsche 911 T. Daardoor vielen de verkoopaantallen tegen. Na 3.351 geproduceerde exemplaren ging de stekker van de 914/6 er in 1972 uit. Hij werd vervangen door een 2.0 viercilinder VW-boxermotor, die 100 pk produceerde. De 1.7 zag in 1974 zijn cilinderinhoud en vermogen toenemen: tot 1,8 liter en 85 pk. In 1976 werd de productie van de 914 finaal stilgelegd.

Vandaag

Met meer dan 115.000 geproduceerde exemplaren is de Porsche 914 geen zeldzame verschijning. Vooral in Noord-Amerika was hij bijzonder populair, waardoor een exemplaar in de zoekertjes wel eens een ingevoerde 914 kan zijn. De 914/4 werd dus in grote aantallen geproduceerd, de 914/6 in een veel beperktere oplage. Reken op € 80.000 tot € 90.000 voor een zescilinder, een goed onderhouden 914/4 vind je voor ongeveer € 30.000. Let zoals steeds bij auto’s van die leeftijd op voor roest, en op de originele toestand van de auto: de motor werd nogal makkelijk opgevoerd of vervangen door een groter exemplaar.