Bij Ford Performance, de afdeling bij de Blauwe Ovaal waar de sportievere modellen worden ontwikkeld, is het simpel. Onderaan de ladder staat de ST-Line, de sportieve aankleding en ophanging voor alles van Fiesta tot Edge. Daarboven staan de volwaardige ST-modellen zoals de Fiesta ST. Nog een trapje hoger vinden we de Ranger Raptor, Mustang en Focus RS, en helemaal bovenaan de ladder de Ford GT. Deze nieuwe Ford Focus ST staat dus op het tweede trapje, maar zijn motor is wel gebaseerd op die van de vorige Focus RS en de Mustang.
Welke motor zit er dan nu onder de kap?
Dat is de 2.3 EcoBoost-viercilinder, een turbobenzine van 280 pk. Die is gekoppeld aan een manuele zesbak, al is er ook een automatische bak met zeven verzetten beschikbaar. Vanuit stilstand haalt de Focus ST 100 km/u in 5,7 seconden, terwijl zijn topsnelheid 250 km/u bedraagt. Als vijfdeurs, want net als vorige keer is de Focus ST er opnieuw als Clipper-breakversie. Hij doet dan een tiende van een seconde langer over de sprint naar 100 km/u.
De basis van die benzinemotor is dus dezelfde als die in de Mustang (die uiteraard ook nog steeds een V8 heeft) en als in de vorige Focus RS. Een motor met veel gezichten, zo blijkt. Want laat hij in de Mustang een wat lauwe indruk na, dan ontpopte de 2.3 zich in de Focus RS tot een karaktervolle toerentaljager.
Kan ik ook nog steeds voor een diesel gaan?
Absoluut: de Focus ST is er ook als 2.0 EcoBlue met 190 pk. Die is altijd gekoppeld aan een manuele zesbak en legt lagere verbruikscijfers voor, maar uiteraard ook mindere sprintcijfers: 0-100 km/u duurt 7,6 seconden, de topsnelheid ligt op 220 km/u. Reken ook hier een tiende meer voor de break. Beschouw hem dus eerder als een snelle en vlotte diesel dan als een diesel-hot hatch, temeer omdat zijn chassisaanpassingen beperkter blijven. Vier op vijf Focus ST-kopers in ons land kiest trouwens voor de benzine.
Wat pasten de Ford-ingenieurs dan aan het chassis aan?
Ford monteerde op de EcoBoost een elektronisch gestuurd sperdifferentieel tussen de voorwielen, dat sneller moet ingrijpen en dankzij remingrepen een minder ‘snokkend’ effect in het stuur heeft. De ophanging van de vijfdeurs heeft continu adaptieve dempers. De truc om er het maximum uit te halen is om het optionele Performance Pack te kiezen, zodat je de hardheid kunt wijzigen in de verschillende rijmodi – ook een primeur op de Focus ST. Het pakket voegt nog een extra rijmodus toe, net als een tussengasfunctie, een shortshift-functie en een launch control. Verder sleutelden de ingenieurs nog aan een soort servosysteem voor de remmen, waardoor de remdruk sneller wordt opgebouwd. Ook de stuurrespons werd geoptimaliseerd.
Hoe rijdt deze nieuwe Ford Focus ST?
Wij reden onze eerste test alleen met de 2.3 EcoBoost in de vijfdeurs. Het karakter van die EcoBoost leunt gelukkig meer aan bij dat van de vorige Focus RS dan dat van de Mustang: de motor is muzikaal – zij het dankzij de nodige kunstmatige ingrepen – soepel en onvermoeibaar. Hij pikt vlot op in lage toeren en ontplooit zich helemaal in het middengebied. Hoger in de toeren wringt hij er alles uit wat hij kan.
De manuele zesbak schakelt kort en relatief precies, met een geleiding tussen de verzetten die eerst wat onwennig aanvoelt maar waar je na een tijdje de nodige snelheid in krijgt. Remmen doet hij krachtig: het servosysteem geeft je het gevoel dat de remmen bij de minste duw op het pedaal al stevig bijten.
Sturen hoef je Ford niet te leren, en deze Focus ST lijkt op dat vlak wel gewoon een grotere Fiesta ST: de neus duikt gretig richting binnenkant van de bocht – het differentieel trekt de neus zachtjes dwingend naar binnen in plaats van agressief – de achterkant volgt zonder aarzelen maar valt makkelijk te provoceren, en de voorwielen reageren ultrasnel op je stuurcommando’s. De Focus ST is een auto die je beter doet rijden dan je zelf kan.
Maar de grote verdienste van de Ford Focus ST – in tegenstelling tot de radicalere RS en concurrenten als de Renault Mégane RS – is dat hij tegelijk comfortabel genoeg is om dagelijks te gebruiken. In de normale rijmodus kun je de Focus perfect op koppel rijden, zijn de dempers vriendelijk voor je rug en houdt de motor zich discreter op de achtergrond.
Wat moet ik verder nog weten?
Dat Ford de kritiek van de hoge rijpositie eindelijk ter harte heeft genomen en de Recaro’s lager heeft gemonteerd. Je zit dus veel beter in het interieur, dat de nodige sportieve accenten kreeg, maar dat net als in de gewone Focus materialen van verschillende kwaliteit met elkaar combineert.
Tot slot is nog het vermelden waard dat de Belgische Ford-invoerder de eerste honderd Focus ST-klanten een gratis rijvaardigheidsstage aanbiedt op het testcircuit van Lommel, waar de auto deels werd ontwikkeld. Ford gebruikt zijn eigen auto’s voor de training, dus de klanten hoeven geen schrik te hebben voor hun speelgoed.
Hoeveel kost de nieuwe Ford Focus ST?
Ford vraagt € 37.185 voor de Focus ST met EcoBoost-benzinemotor. De Clipper-uitvoering kost € 1.000 extra en zet dus € 38.185 onder de streep. De EcoBlue-dieselversie is iets goedkoper: daar vraagt Ford € 35.585 voor. Ook hier kost de Clipper € 1.000 extra. Zijn grootste concurrent is wellicht de Renault Mégane RS, wiens benzinemotor eveneens 280 pk sterk is. Met een prijskaartje van € 36.100 is die net iets goedkoper, al gaat de 300 pk sterke radicalere Mégane RS Trophy met € 39.500 wel over de prijs van de Focus ST. Maar die boet dan wel in aan dagelijks rijcomfort.
Besluit?
De Ford Focus ST lijkt de kloof met de radicale Focus RS langzaam maar zeker dicht te rijden. Niet alleen door zijn motor als basis te gebruiken, maar ook door zijn chassis eindelijk uit te rusten met de aanpassingen die hij al die tijd kon gebruiken. Een efficiënte en veelzijdige hot hatch, deze Focus ST, maar nog geen radicale circuitracer. Dat hoeft ook niet, want die rol blijft weggelegd voor de Focus RS. Wat de ST bovendien op dat vlak aan zich voorbij laat gaan, maakt hij ruim goed in dagelijkse bruikbaarheid.
