Of dit niet appelen met peren vergelijken is? Ja en nee. Beide auto’s hebben natuurlijk een eigen karakter: de een is een SUV, de andere een C-segmenter. Maar beide spreken een publiek aan dat op luxe gesteld is, en dat het wel voor bijzondere koetswerkvarianten heeft: de Range Rover Evoque Convertible is immers een cabrioletversie van een compacte SUV, en de Audi A3 Cabriolet een dakloze tweedeurs van de vierdeursversie van een hatchback. Volg je nog?
Stijl
De Evoque Convertible bedient zich van een stoffen kap die netjes achter de achterbank wegklapt, en valt op door zijn relatief compacte lengte: 4,37 m lang, tegenover 1,98 m breed en 1,61 m hoog. Ook de A3 Cabriolet heeft een stoffen kap, en is verrassend genoeg de langere van de twee: 4,42 m lang, 1,79 m breed en 1,41 m hoog.
Interieurruimte: gelijkspel
In de Evoque zit je uiteraard relatief hoog, waardoor je een weids overzicht hebt. Daarmee vergeleken lijk je een stuk dichter bij de grond te zitten en dieper genesteld te zitten in de A3 Cabriolet. In beide gevallen vallen alle bedieningsorganen goed in de hand. Het verschil in het interieur maakt de Brit door de zitplaatsen achteraan. Hoewel twee volwassenen er liever een korte dan een lange rit op zullen doorbrengen, hebben ze meer plaats dan achteraan in de Duitser.
Dat maakt de A3 Cabriolet dan weer meteen goed met zijn kofferruimte: die bedraagt 275 liter, tegenover 251 liter in de Evoque Convertible. Geen gigantisch verschil, maar je maakt in de Audi meer plaats door de rugleuning van de achterbank neer te klappen. Dat kan in de Range Rover door de dakconstructie jammer genoeg niet.
Afwerking en uitrusting: punt voor Audi
Zowel de Evoque Convertible als de A3 Cabriolet zijn voorzien van de laatste technische ontwikkelingen van hun merk. Hun veiligheidsuitrusting is op peil, en de Brit beschikt over de meest recente update van het infotainmentsysteem van de Jaguar Land Rover-groep. Dat is veel sneller in gebruik dan het vorige. De Duitser krijgt net als alle nieuwe Audi-modellen de “Virtual Cockpit”, waarmee je de weergave van het instrumentenpaneel aanpast.
Hoewel de assemblagekwaliteit van de Range Rover er mag wezen, blijft dat het sterke punt van de vermaledijde Audi. Al laat de Evoque zelf toch ook een steekje vallen: met het dak gesloten blijven de buitenste flapjes van de “hoedenplank” die normaal de opgeplooide kap afdekt gewoon naar omhoog staan…
Comfort: punt voor Range Rover
Qua rijcomfort kijken beide uitdagers elkaar strak in de ogen: onze test-Audi kwam in S-Line-uitvoering iets dynamischer en strakker gedempt voor de dag dan de Range Rover. De Evoque leek zich dan weer beter in zijn sas te voelen bij een rustigere rijstijl en meer oneffenheden te filteren. Tel daarbij de royale en comfortabele voorzetels en het feit dat het bij zulke cabrio’s vooral draait om flaneren met de kap naar beneden, en in deze ronde neigen we richting de Brit.
Motor en prestaties: gelijkspel
Hier lijkt de vergelijking een beetje mank te lopen, want de Audi heeft natuurlijk een minder grote massa voort te branden dan de Range Rover. Onze Evoque Convertible was de 2.0 Si4-benzineversie van 240 pk en 340 Nm, terwijl onze test-A3 Cabriolet het stelde met een 1.4 TFSI van 150 pk en 250 Nm.
Op papier zouden we eerder richting 2.0 TFSI of S3 Cabriolet moeten kijken om een meer vergelijkbaar vermogen te vinden, maar de Brit en de Duitser laten gelijkaardige acceleratiecijfers optekenen: 0-100 km/u in 8,6 seconden voor de Evoque, en 8,9 seconden voor de A3. De Range Rover was gekoppeld aan een klassieke negentrapsautomaat, de Audi aan de S-Tronic-zeventrapsautomaat met dubbele koppeling. Beide versnellingsbakken zitten de motorblokken als gegoten, waardoor het in deze ronde lastig knopen doorhakken is.
Weggedrag: punt voor Audi
Ook dit is een moeilijke: bij Land Rover zijn ze er namelijk in geslaagd om de Evoque Convertible verrassend goed te doen sturen. Je zit immers met een hoogpotige SUV die van nature al geen pluimgewicht is, en die er dankzij de structurele verstevigingen nog enkele kilo’s bijdoet. Mar dat gewicht van bijna twee ton laat zich toch voelen in de bochten, en daarmee vergeleken heeft de Audi het met zo’n 1,4 ton natuurlijk een stuk makkelijker. De A3 Cabriolet stuurt dynamischer en snediger, waardoor hij uiteindelijk dit punt binnenrijft.
Prijs: gelijkspel
Onze Range Rover kostte € 63.000. Een hele smak geld, maar daarmee zit je meteen in de hoogste uitvoering, HSE Dynamic. Dat biedt onder meer standaard elektrische lederen zetels met geheugenfunctie, een elektrische kofferklep, regelbare sfeerverlichting, navigatiesysteem enzovoort. Alleen voor extra veiligheidsuitrusting moet je bijbetalen. Met € 34.900 is de Audi bijna de helft goedkoper, maar duik naar goede Duitse gewoonte in de optielijst voor enkele noodzakelijke opties en wat luxe-opties – die op zulke cabrio niet misstaan – en je komt moeiteloos aan € 45.000.
Aan de pomp geeft de Brit een verbruik van 8,6 l/100 km op, tegenover 5,2 l/100 km voor de Duitser. Niet onlogisch, gezien het extra gewicht en de grotere motor van de Evoque.
Besluit: gelijkspel
Puur op punten gaat de Audi A3 Cabriolet nipt met de overwinning lopen. Maar is de Audi daarom beter dan de Range Rover? Nee: beide auto’s blijven inherent anders, en zijn allebei heer en meester in hun eigen niche. De Range Rover Evoque Convertible heeft in dat van de dakloze SUV’s natuurlijk het rijk voor zich alleen, maar vinkt daar wel alle juiste vakjes aan, inclusief dat van de terreincapaciteiten. De Audi A3 Cabriolet is een stijlvolle, luxueuze cabriolet waarmee het zowel aangenaam flaneren als bochtenpikken is. En ook daar valt heel wat voor te zeggen.