Zoals de meeste autobouwers stort Renault zich in het bad van de hybrides. Het Franse merk kan terugvallen op veel kennis rond elektrische aandrijving en heeft daarom beslist om zijn eigen hybride aandrijflijnen te bedenken, die benzine en elektriciteit combineren. Ze heten E-Tech en bestaan als gewone hybride in de Clio of plug-inhybride in de Mégane en de Captur.
De basis
Plug-in of niet, alle hybride Renaults gebruiken dezelfde verbrandingsmotor. Dat is een atmosferische 1.6 op benzine afgeleid van de turbomotoren van de Alliantie Renault-Nissan. Toch is hij niet zomaar overgenomen. Een opfriskuur brengt hem een elektrische oliepomp terwijl de tandriem die de randorganen aandrijft volledig verdwijnt. Uiteraard zijn ook de zuigers, de inlaat en de verbranding zo veel mogelijk geoptimaliseerd.
Stroomstoot
Aan deze benzinemotor is een generator gekoppeld die ook als starter dient, en een elektromotor van 35 kW (E-Tech) of 45 kW (E-Tech Plug-in). Tot zover is dat niet bijzonder. Alleen worden de drie motoren hier met elkaar verbonden via een transmissie van een geheel nieuwe generatie. Die geeft de elektrische kant twee versnellingen en de verbrandingsmotor vier. De reden? Het koppel voor de ene, efficiëntie voor de andere.
Vooruitstrevende klauwkoppelingen
In plaats van alle krachtbronnen met elkaar te verbinden via koppelingen of koppelomvormers kiezen de Franse ingenieurs voor een reeks klauwkoppelingen. Met dit soort overbrenging met rechte tanden wordt het aankoppelen vergemakkelijkt en is de hoofdas steeds aangekoppeld. Om af te wisselen tussen de elektro- en de verbrandingsmotor kan Renault een van de twee in neutraal leggen.
Elektrisch, serie of parallel?
Je kan niet meer volgen? Laat het ons vereenvoudigen met een voorbeeld. Bij het vertrekken en bij lage snelheden wordt enkel de elektromotor aangesproken. De benzinemotor is inactief en in neutraal geschakeld. Bij hogere snelheden wordt de viercilinder wakker, maar blijft zijn transmissie in neutraal. Op die manier kan hij als generator dienen om de elektromotor van stroom te voorzien (seriële hybride werking).
Als veel vermogen wordt gevraagd, dan legt de versnellingsbak van de benzinemotor een versnelling in en wordt hij dus met de voorwielen verbonden. Hij werkt daar dan samen met de elektromotor om de auto aan te drijven (parallelle hybride).
Aan de stekker of niet
Of hij nu de Clio E-Tech aandrijft of de Captur of Mégane E-Tech Plug-in, het principe van de aandrijflijn is identiek. In de conventionele hybride versie geniet het geheel een vermogen van 140 pk. Naast de lithium-ionbatterij van 9,8 kWh onder de achterbank kan de plug-inversie rekenen op een systeemvermogen van 160 pk, een puur elektrisch rijbereik van 50 kilometer (WLTP) en een elektrische topsnelheid van 135 km/u.
Goede leerling
Volgens het merk kunnen de E-Techversies onder ideale omstandigheden tot 80 procent van de tijd in de stad puur elektrisch rijden. In vergelijking met een conventionele verbrandingsmotor zou de brandstofbesparing dan oplopen tot 40 procent.
Laat ons eens naar de cijfers kijken. Hoewel hij zo’n 10 kilo meer weegt dan de dieselversie stoot de Clio E-Tech op de WLTP-cyclus minder dan 100 g CO2/km uit. De Captur E-Tech Plug-in van zijn kant verbruikt 1,5 l/100 km en stoot 32 g/km aan CO2 uit (WLTP).
Afspraak over een paar weken voor de eerste praktijktests na deze eerste ‘theoretische’ kennismaking.