In de zomer van 2023 werd de facelift van de Kia Picanto voorgesteld. Niet zomaar een facelift, maar volgens het Koreaanse merk de grootste facelift die het ooit heeft doorgevoerd! Het kleine A-segmentertje, een van de weinige auto’s die nog overblijven in zijn segment, werd dan ook getransformeerd van anonieme stadsmus tot een moderne urbaniet met zelfvertrouwen. Maar wat is ons nagebleven na er een weekje mee gereden te hebben, in positieve en negatieve zin?

Advertentie
Advertentie

Zijn sterktes:

Zijn assertieve uiterlijk

De look van de Picanto springt meteen in het oog, zelfs nog voor je in de buurt bent gekomen van het stadswagentje. Zijn facelift doet hem niet enkel perfect passen in het rijtje van elektrische modellen als de EV3 en EV9, maar de Picanto ziet er op foto ook groter en volwassener uit dan hij in werkelijkheid is. Voor het maximale effect moet je echter iets dieper in de buidel tasten, want de LED-koplampen en diamantgeslepen velgen krijg je pas op de GT-Line.

Zijn formaat en binnenruimte

Toegegeven, voor kroostrijke gezinnen zal een autootje van 3,61 m lang nooit volstaan. Maar toch waren we onder de indruk van de binnenruimte in de Picanto. Voor korte ritten kan je perfect met 4 volwassenen op stap, op voorwaarde dat de bestuurder niet al te lang is. En dankzij zijn minuscule afmetingen vind je overal parkeerplaats! De koffer is met zijn 255 liter niet enorm, maar volstaat zeker voor de wekelijkse boodschappen, vooral dankzij de lage vloer.

Zijn complete uitrusting

Het interieur van de Kia Picanto 2024 is niet zo modern als zijn uiterlijk zou doen vermoeden, maar alles zit er wel op. En dan bedoelen we ook echt alles: een infotainmentsysteem met ingebouwde navigatie en Apple CarPlay/Android Auto, een achteruitrijcamera, een actieve rijstrookassistent, adaptive cruise control, een glazen schuifdak, zetel- én stuurverwarming, … Nog een voordeel: alles laat zich nog bedienen met klassieke, duidelijk gemarkeerde knoppen.

 

 

Advertentie
Advertentie

Zijn zwaktes:

Zijn futloze motoren

Kia heeft twee motoren in de aanbieding voor de Picanto 2024, en helaas hebben ze allebei geen turbo: je hebt de keuze tussen een 1 liter-driecilinder van 62 pk en 93 Nm, of een 1,2 liter-viercilinder van 79 pk en 113 Nm. Zelfs de krachtigste benzinemotor voelt echter wat futloos aan van zodra je je buiten de bebouwde kom begeeft. Hij is wel relatief zuinig (wij haalden een gemiddelde van 5,5 l/100 km), maar we hadden het liefst de 1.0 T-GDi met turbo zien terugkeren in het gamma.

Zijn digitale instrumentarium

De grootste nieuwigheid aan boord van de Kia Picanto facelift is waarschijnlijk het digitale instrumentarium. Maar de meerwaarde ervan hebben we niet gevonden, want in plaats van heldere, analoge wijzerplaten krijg je nu een ouderwetse LCD-weergave die een pak moeilijker af te lezen is. Enkel het schermpje van 4,2 inch tussen de tellers is personaliseerbaar, de tellers zelf bieden enkel de keuze tussen drie achtergrondkleuren…

Zijn prijs… relatief gezien

Dit punt moeten we relativeren: anno 2024 is het niet meer evident om een nieuwe auto op de markt te brengen voor minder dan 20.000 euro. Het is dan ook lovenswaardig dat Kia de Picanto nog steeds in de markt zet vanaf 16.290 euro, en dat met een al vrij complete basisuitrusting. Maar er zijn nog betere aanbiedingen te vinden: de Dacia Sandero is ruimer, is er wel met een turbomotor en kost in de basis slechts 11.990 euro. De nieuwe Citroën C3 zit eveneens in een hoger segment en is er vanaf 14.990 euro. En zelfs de Fiat Panda kan je nieuw vanaf 15.180 euro kopen. Het is dus nog maar de vraag of de nieuwe Picanto genoeg klanten zal verleiden, of dat hij binnenkort ook naar de eeuwige jachtvelden wordt gestuurd…