Als je met een elektrische auto rijdt of er één wil aanschaffen, is opladen in je garage of op je oprit met je eigen aansluiting (voorlopig toch) de goedkoopste manier om elektrisch te rijden. Maar niet iedereen heeft die eigen garage of oprit, zeker niet in de stad. Daarom bestaat er in Vlaanderen een ‘Paal volgt Wagen’-systeem, waarbij je via de gemeente de installatie van een openbare laadpaal kan vragen wanneer er binnen een straal van 500 meter nog geen is. Minister Peeters verkleint die afstand nu tot 250 meter. Dat moet openbare laadpalen voor meer mensen een haalbare optie maken.
Maatwerk
Tot voor kort had Allego de concessie om overal in Vlaanderen de laadpalen voor dat systeem te plaatsen en uit te baten, maar dat wordt voortaan per regio met aparte bestekken geregeld, zodat de lokale besturen veel meer aan maatwerk kunnen doen. Naast een verkleining van de maximale afstand tot een openbare laadpaal tot 250 meter, zal ook bekeken worden welke laadpunten drukbezet zijn, en op die plaatsen extra laadinfrastructuur voorzien.
Peeters wil tegen 2025 zowat 35.000 openbaar toegankelijke laadpunten in Vlaanderen en tegen 2030 zo’n 100.000. Daarvoor voorziet Vlaanderen onder andere 8,4 miljoen euro aan subsidies voor bedrijven die in laadinfrastructuur investeren en deze publiek toegankelijk maken. Of dat voldoende zal zijn voor de volledige overschakeling naar elektrische mobiliteit vanaf 2029 te ondersteunen, blijft koffiedik kijken.